De muzikale en filmische vertolking van het lijdensevangelie, onder meer met popsongs, wordt georganiseerd door de Protestantse Kerk in Nederland, de Rooms-Katholieke Kerk, het Nederlands Bijbelgenootschap, de EO en de gemeente Gouda.

De organisatoren lieten eerder weten dat het hun bedoeling is op eigentijdse wijze iets te doen aan de grote onbekendheid van een breed publiek met het lijden, het sterven en de opstanding van de Heere Jezus. Voor Gouda biedt het evenement „een unieke kans” om de stad op de kaart te zetten.

Behalve de gereformeerde gemeente en beide gereformeerde gemeenten in Nederland te Gouda maakt ook de plaatselijke SGP bezwaar tegen The Passion. De briefschrijvers, die voorafgaand aan hun initiatief geen contact hebben gezocht met de organisatoren, stellen dat zij niet twijfelen aan hun missionaire intentie. „Dat velen in ons land niet meer weten wat de betekenis van het lijden en sterven van de Heere Jezus Christus is en ook niet meer weten wat de betekenis van het paasfeest is, verontrust ons evenzeer als de initiatiefnemers.”

De briefschrijvers hebben echter ernstige bezwaren tegen „de eigentijdse manier van het in beeld brengen van Jezus’ lijden en opstanding. Het stuit ons tegen de borst dat door luidruchtige (pop)muziek en verfilmd naspelen van het lijden van Jezus dit tot onderwerp van een evenement wordt gemaakt.”

De essentie van het lijdens- en opstandingsevangelie verwordt daarmee tot een vermaakgebeurtenis, aldus de briefschrijvers. „Het zal zeker niet de intentie van de initiatiefnemers zijn, maar het is intussen materieel wel zo.”

De briefschrijvers hopen dat het gemeentebestuur geen medewerking verleent aan het evenement. Burgemeester Cornelis heeft inmiddels de initiatiefnemers uitgenodigd voor een gesprek op 17 maart.

De EO stelde dinsdagmorgen in een reactie blij te zijn dat de kerken de intentie erkennen om een breed publiek met het paasfeest bekend te maken. „We hebben ook begrip voor de uitgesproken zorg over de vorm waarin The Passion is gegoten. We proberen echter de uitvoering zorgvuldig gestalte te geven en daarbij recht te doen aan het Evangelie. We hopen dat ook deze kerken deze gelegenheid aangrijpen om op hun manier met mensen in gesprek te gaan over Jezus.”