Grootste gevaar is onrustig Saudi-Arabië
De instabiliteit in Libië leidde tot onrust op de oliemarkt, maar dat is niets vergeleken met de sluimerende onrust in Saudi-Arabië. Hoge olieprijzen zullen grote problemen veroorzaken, en niet alleen in het Westen.
In de internationale politiek geldt de gouden en ongeschreven regel dat alle naties uiteindelijk hun eigen belangen trachten te behartigen en waar mogelijk te beschermen. Het mag daarom op zijn minst merkwaardig worden genoemd dat in de euforie in de westerse media over wat als een „democratische lente” in het Midden-Oosten wordt gezien, deze gouden regel met voeten wordt getreden.
We zien momenteel het ene prowesterse regime na het andere in de Arabische wereld vallen en het is zeer wel denkbaar dat ze vervangen zullen worden door antiwesterse regimes of regeringen, hetzij van seculiere, hetzij van islamitische signatuur. Dit zal de globale geopolitieke verhoudingen drastisch wijzigen, maar ook en vooral het zwakke herstel van de wereldeconomie negatief beïnvloeden. De volkeren in het Midden-Oosten zullen er zelf eveneens een hoge prijs voor betalen.
Tijdens de revoltes in het oliearme Tunesië en Egypte bleef dit laatste aspect nog onderbelicht, maar de situatie in Libië kan in deze context dienen als een eerste indicatie. Want Libië is met de export van 1,8 miljoen vaten olie per dag de grootste olieproducent van Afrika. Sinds het begin van de onlusten in Libië is de olieproductie in het land reeds met 100.000 vaten per dag gedaald, wat onmiddellijk de prijzen op de wereldmarkt beïnvloedde. Voor het eerst sinds 2008 overschreed de olieprijs weer de psychologische grens van 100 dollar per vat.
Twee aspecten maken de olieproductie in Libië tot een hachelijke zaak. Ten eerste ontbeert het dunbevolkte Libië de expertise en de inheemse werkkrachten die onontbeerlijk zijn om de olieproductie te garanderen. Beide worden geleverd door het buitenland, maar de buitenlandse oliebedrijven zijn nu bezig hun personeel te evacueren. Dat zal vrijwel zeker leiden tot een verdere daling van de Libische olieproductie, met alle gevolgen van dien voor de olieprijzen op de wereldmarkt.
Ten tweede is de olieproductie in Libië nauw verbonden met de tribale structuur van het land. Het maatschappelijk weefsel in Libië wordt gevormd door elkaar vaak vijandig gezinde stammen. De Libische olieproductie vindt plaats in het uiterste noordwesten en het uiterste noordoosten van het land. Het olierijke noordwesten is het thuisland van Gaddafi’s volk: de Gaddafa. Deze stam zal naar verwachting het Libische regime blijven verdedigen, in tegenstelling tot de stammen in het oosten van het land, die het regime vijandig gezind zijn.
De andere stammen hebben reeds gedreigd de pijpleidingen waardoor de olie getransporteerd wordt, te saboteren. Er bestaat grote bezorgdheid onder deskundigen dat, in het geval de situatie in Libië zich zou ontwikkelen tot een regelrechte burgeroorlog, beide kampen de olieopbrengsten zullen gebruiken om hun bewapening te financieren.
Sjiieten
De wereldmarkten hebben reeds onrustig gereageerd op de politieke turbulentie in Libië, maar veel dramatischer is de situatie in de Arabische Golf, waar zich ’s werelds grootste olieproducenten bevinden. Vooral de situatie in het tot op heden stabiele Saudi-Arabië is hierbij van belang. Dit land wordt omringd door twee crisishaarden, die een directe bedreiging vormen voor de stabiliteit van het Saudische koninkrijk en daarmee voor de stabiliteit van de westerse olieleverantie.
De beide crisishaarden betreffen Bahrein in het oosten en Jemen in het zuiden. Zowel Bahrein als Jemen is relatief arm aan olie, maar ze hebben met elkaar gemeen dat ze een grote sjiitische populatie hebben. In beide landen worden deze sjiieten door de heersende regimes gewantrouwd en gezien als een potentieel instrument in de handen van Iran.
Saudi-Arabië heeft zelf een sjiitische minderheid van zo’n 15 procent die sinds decennia zwaar onderdrukt wordt en die vooral in het olierijke oosten van het land woonachtig is. Vandaar dat het Saudische vorstenhuis de val vreest van het huidige regime in Jemen of de soennitische monarchie in Bahrein. Dit zou vrijwel zeker zijn weerslag hebben op de ontevreden sjiitische minderheid in Saudi-Arabië zelf die, aangemoedigd door de onrust in Bahrein en Jemen, wel eens haar eigen rechten zou kunnen opeisen.
Het Saudisch koninkrijk is de grootste olieproducent ter wereld en volgens bezorgde economen kunnen onrust en instabiliteit in dit land de olieprijzen tot fabelachtige hoogten opdrijven.
Verenigde Staten
De Verenigde Staten staan garant voor de veiligheid van Saudi-Arabië en daarmee voor de westerse olieleverantie, maar achter de schermen worden de tegenstellingen tussen Saudi-Arabië en de regering van de Amerikaanse president Obama scherper. Dat wordt in zowel Bahrein als Jemen steeds zichtbaarder.
Bahrein is de thuishaven van de Amerikaanse Vijfde Vloot (Fifth Fleet), die de olieleverantie in de Arabische Golf moet beschermen. Hiermee is Bahrein tevens het belangrijkste bolwerk tegen de Iraanse invloed en expansie in de regio. De huidige Amerikaanse regering riep het Bahreinse vorstenhuis de afgelopen weken op om democratische hervormingen door te voeren en veroordeelde scherp het geweld tegen demonstranten.
Democratische hervormingen in Bahrein zullen echter vrijwel zeker leiden tot een vermindering van de macht en invloed van de soennitische minderheid in het land en tot een grotere participatie van de sjiieten. Een scenario dat fel wordt afgewezen door Saudi-Arabië, dat hierin een directe bedreiging ziet voor zijn eigen stabiliteit. Onbevestigde berichten stellen dat Saudische militairen direct betrokken waren bij het geweld tegen demonstranten in Bahrein. Eerder, in 2009, bombardeerde de Saudische luchtmacht al eens de sjiitische opstandelingen in het noorden van Jemen.
Het Saudische vorstenhuis ziet in de sjiitische opstandelingen de hand van Iran, dat reeds sinds de revolutie van 1979 probeert Saudi-Arabië te destabiliseren. Het westen lijkt echter uitsluitend oog te hebben voor de dreiging van al-Qaida in het zuiden van Jemen en deelt de Saudische zorg niet. De toekomst zou wel eens kunnen uitwijzen dat dit een misrekening was.
Brood
De instabiliteit in Libië leidde tot onrust op de oliemarkt, maar dat zal slechts een rimpeling in een glas water blijken vergeleken met de instabiliteit in Saudi-Arabië. De Iraanse hand in de huidige onrust in Bahrein en Jemen is niet bewezen, maar wordt vermoed. Als gevolg van de economische sancties verkeert de Iraanse economie in een zware crisis en Iran, dat voor circa 80 procent afhankelijk is van de inkomsten uit olie, heeft direct belang bij hoge olieprijzen. Mocht de huidige onrust in de Arabische wereld ook Saudi-Arabië bereiken, dan zullen de olieprijzen omhoogschieten. Dit zal twee desastreuze gevolgen hebben.
Voor de westerse wereld zal dit betekenen dat het economisch herstel, dat toch al zwakker is dan werd verwacht, volledig zal worden tenietgedaan. Veel ernstiger echter zullen de gevolgen zijn voor de Arabische wereld zelf én voor de landen van de derde wereld. Hoge olieprijzen zullen zich vertalen in sterk stijgende voedselprijzen. En het waren net de sinds 2008 sterk gestegen voedselprijzen, die de aanleiding vormden voor de huidige onrust in de Arabische wereld waar grote delen van de bevolking niet eens meer in staat waren hun dagelijkse portie rijst en brood te kopen.
Deze onrust leidt thans tot de val van het ene regime na het andere in het Midden-Oosten. Mochten deze regimes al vervangen worden door meer democratisch georiënteerde regeringen, wat het Westen zo vurig hoopt, dan zullen deze regeringen in de nabije toekomst op hun beurt geconfronteerd worden met voedselrellen. En dat zal hun voortbestaan in gevaar brengen, omdat ook zij geen oplossingen zullen hebben voor dit probleem.
De enige mogelijkheid om dit beangstigende scenario te voorkomen schuilt in het garanderen van de stabiliteit in Saudi-Arabië en daarmee de stabiliteit van de olieprijs. Dit vereist waarschijnlijk allereerst dat het Westen zijn visie op de huidige ontwikkelingen in de Arabische wereld enigszins bijstelt. De visie dat boze dictatoren worden vervangen door democratieën is kortzichtig. Hun bevolkingen hongeren in eerste instantie vooral naar betaalbaar brood.