Het bos: bron van rust en zuurstof
Omdat 2011 het Internationaal Jaar van het Bos is, een serie artikelen over het bos. Vandaag deel 1: Genieten of mijden?

Stil. Het is echt even helemaal stil in het bos. Geen herrie van voortrazende auto’s. Geen gedruis van bedrijven die hun productienorm moeten halen. Even stilte. Even rust.
Het duurt maar even. Dan klinkt er geritsel in de dorre bladeren. Een merel is op zoek naar voedsel. Verderop laat een specht zijn razendsnelle roffel op een dode boom horen. „Kek, kek, kek!” Een havik laat weten dat hij ook actief is. Het bos leeft. Ook in de winter.
Bijna alle zintuigen worden ingeschakeld tijdens deze korte boswandeling. Oren registreren de vogelgeluiden. Ogen zien diffuus licht van de winterzon tussen de stammen schijnen. De neus ruikt de harslucht van de omgezaagde sparren langs het bospad. Vingers moeten even voelen aan de rimpelige bast van een oeroude eik. Wie er oog, oor, neus en vingers voor heeft, geniet van het bos. Komt er tot rust. Onthaast.
Het bos heeft menselijkerwijs gesproken al heel wat burn-outs en hartaanvallen voorkomen. Het nodigt uit tot onthaasten. Tot gezond bezig zijn. Wandelen, fietsen, paardrijden, klimmen, spelen en ga maar door.
Maar de waarde van het woud is veel groter. Zonder bossen zouden we het heel benauwd krijgen. Bomen zetten koolzuurgas (CO2) om in zuurstof. Een honderd jaar oude beuk kan in de jaarlijkse zuurstofbehoefte van tien mensen voorzien.
Wouden gaan erosie tegen, ze zorgen voor een gelijkmatige en schone toevoer van water. Bijna een kwart van de wereldbevolking is afhankelijk van bomen voor hun dagelijks bestaan.
En toch verdwijnen er 36 voetbalvelden bos per minuut. Het hardhout uit de oerwouden levert veel geld op. Er is grond nodig voor landbouw en stedelijke bebouwing. Door het goedkoopste en effectiefste middel tegen klimaatverandering om te hakken, werkt de wereld aan zijn eigen ondergang. „Erosie door houtkap in combinatie met slecht natuurbeheer en klimaatverandering zijn de achterliggende oorzaken van de enorme overstromingen die we nu zien in Pakistan, Australië en Brazilië”, zegt Willem Ferwerda, directeur van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) in Nederland.
Reden voor deze internationale natuurbeschermingsorganisatie om 2011 uit te roepen tot het International Year of Forests, het Internationaal Jaar van het Bos. „Dit moet het jaar worden waarin de wereld het levensbelang van gezonde bossen voor het leven op aarde erkent”, zegt Julia Marton-Lefèvre, directeur-generaal van IUCN.
Niet alleen het belang van bossen erkennen, maar er ook voor betalen. Dat is de inzet van IUCN voor de nieuwe klimaatafspraken in 2012. Er wordt binnen VN-verband nu al druk onderhandeld om landen die zuinig zijn op hun bossen of die zelfs uitbreiden, daarvoor te belonen.
Nederland is met 360.000 hectare geboomte (10,6 procent van het Nederlandse landoppervlak) een van de bosarmste landen van de wereld. In 1850 was dat echter nog maar 100.000 hectare, dus het aantal bomen in Nederland groeit wel.
In 1994 formuleerde het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de doelstelling om in 2020 420.000 hectare bos te hebben en zelfs 500.000 hectare in 2050. Het kabinet-Balkenende II had dit echter bijgesteld door meer nadruk te leggen op particuliere natuurontwikkeling in plaats van grootschalige omzetting van landbouwgronden in natuurgebied. Ook het beleid van het huidige kabinet is daar sterk op gericht.
Omdat er relatief weinig bomen staan in Nederland, worden de Nederlandse bosgebieden in vergelijking met grotere Europese landen drukbezocht. Veel cijfers zijn er niet, omdat er nu eenmaal geen toegangspoortjes staan waar mensen worden geregistreerd. Natuurmonumenten weet te melden dat Nationaal Park Veluwezoom ruim 2 miljoen bezoekers per jaar trekt. Nationaal Park Drents-Friese Wold doet het met 1 miljoen bezoekers en het Nationaal Park Zuid-Kennemerland met 1,2 miljoen bezoekers ook goed.
Beleidsmedewerker Harm Piek van Natuurmonumenten deed voor deze krant een kleine enquête om erachter te komen welke bosgebieden favoriet zijn. Nederlanders blijken vooral van gevarieerde bossen te houden, dus met naaldbomen en loofbomen. Wouden met enig reliëf zoals in Limburg, op de Veluwe en in de duinen, doen het ook goed.
Hetzelfde beeld laat een inventarisatie van Staatsbosbeheer zien. Duingebieden met bomen zoals de Schoorlse Duinen, Westerschouwen in Zeeland en de bossen op Terschelling en Texel zijn in trek. Heuvelachtige wouden zoals De Meinweg in Limburg, het Speulder- en Sprielderbos op de Veluwe en de Sallandse Heuvelrug bij Holten zijn ook populair.
Opvallend is dat er ook Nederlanders zijn die het bos mijden. Er zijn honderden mensen die er geen stap durven te zetten omdat ze bang zijn door een teek gebeten te worden. Een tekenbeet kan de ziekte van Lyme veroorzaken, is dan de veelgehoorde klacht. Echt steekhoudend is dat niet, want een grondige inspectiebeurt na afloop van een boswandeling kan veel leed voorkomen.
Vooral kinderen zijn bang voor de donkere dennenbossen. Het zou er wel eens kunnen spoken. Of er lopen enge kerels rond, is de gedachte. Ouders kunnen zulke kinderen ook de mooie kanten van het bos laten zien. Een hut bouwen of een speurtocht door het bos uitzetten, kan kinderen over hun angst helpen.
Bepaalde stukken bos worden ook wel gemeden omdat het homo-ontmoetingsplaatsen zijn. Als voorbeeld noemt Edmond Staal van Stichting het Limburgs Landschap een bosperceel van Landgoed Exaten bij Baexem. „Het gaat hier maar om een klein stukje. De rest van die gebieden is wel populair.”
Hoog tijd om straks de krant opzij te leggen en het bos op te zoeken. Want er zijn veel meer redenen om van het bos te genieten dan het te mijden.
Woensdag in Puntkomma deel 2: Van stam tot plank.
Eekhoorn
Het troeteldier van het bos is de eekhoorn. Wie niet al te veel lawaai maakt, kan het sierlijke beestje met zijn prachtige pluimstaart in de bomen ontdekken. Het beste tijdstip om de eekhoorn te spotten, is ’s morgens vroeg. Ook vlak voor zonsondergang is hij vaak actief.
De eekhoorn is een echte klauteraar. Met zijn lange, gekromde klauwen kan hij gemakkelijk in bomen klimmen en van tak naar tak springen. Tijdens een sprong spreidt hij zijn ledematen, waarbij de losse huid op de flanken het dier helpt in de lucht te blijven. De pluimstaart dient als roer.
Dagelijks eet de eekhoorn 5 procent van zijn lichaamsgewicht aan voedsel. Het gaat dan om bijvoorbeeld beukennootjes en zaden van sparren. Zijn grootste vijand is de boommarter.
Uw favoriete bos
Loopt u graag in het bos? Heeft u een favoriete plek waar u graag komt? In het onlinemagazine ”Bos van het jaar” zijn foto’s en video’s van 44 favoriete Nederlandse bossen te bewonderen. Staat uw bos er niet bij? Meld het dan voor 15 maart aan door een beschrijving van het bos en maximaal drie foto’s te mailen naar natuur@refdag.nl. Uw favoriete bos wordt dan toegevoegd aan de webspecial. De redactie gaat met enkele inzenders op pad in het bos van hun keuze. Na 15 maart wordt het Bos van het Jaar gekozen.