De bouw houdt nog eventjes de tanden op elkaar
APELDOORN – De bouw lijdt nog behoorlijk aan de economische crisis. Kan de sector volgend jaar weer opgelucht ademhalen?
De bouwsector is, zoals dat officieel heet, een laat-cyclische sector, een sector die vertraagd reageert op conjuncturele veranderingen.
Dat betekent dat nu de economische crisis over zijn hoogtepunt heen is, de bouw de wrange vruchten plukt van een stagnerende woningmarkt, huiverige banken, dure grondstoffen en een terughoudend beleid van de overheid, die geen ziekenhuizen en scholen meer laat bouwen.
Vorige week werd bekend dat de bouw nog kampt met een forse werkloosheid. Het aantal bouwvakkers zonder werk nam in januari ten opzichte van november 2010 toe met 33 procent, tot 17.161. Een opmerkelijke stijging, omdat het totaal aantal mensen in de WW juist daalde.
Het aantal faillissementen in de bouw blijft maar groeien. De oogst van de afgelopen twee weken: Heddes Bouwgroep uit Hoorn: 325 man personeel, failliet. Bouwbedrijf Midreth uit Mijdrecht: 160 man personeel, failliet. Bouwbedrijf Scholten uit Varsselder: zestig man personeel, failliet.
Gisteren werd overigens bekend dat VolkerWessels Bouw- en Vastgoedontwikkeling 35 medewerkers van het vorige week failliet gegane Midreth overneemt. De curator van de eveneens vorige week failliet gegane Heddes Bouwgroep laat begin volgende week weten of voor het bedrijf een doorstart mogelijk is.
Mortelbedrijf Mebin gaat reorganiseren en schrapt veertig arbeidsplaatsen, meldde FNV Bouw gistermiddag.
En dat zijn dan nog slechts bekende grote en middelgrote. Maar ook onder de relatief onbekenden zwiept de crisis met haar staart. Wie scrolt door de lijst op faillissementen.com ziet dat daar met grote regelmaat bouwbedrijven tussen staan. Een tegelzetter uit Rijssen, een voegersbedrijf uit Hoenderloo, een betonvlechter uit Heerlen: failliet, in één week.
Vaak blijkt het te gaan om bedrijven die veel werken als onderaannemer voor de groten – bouwbedrijf Scholten bijvoorbeeld.
Alles hangt met alles samen, weet Ria de Graaf, tot deze week projectadministrateur bij Heddes Bouwgroep (zie kader links). „Als de groten het moeilijk krijgen, gaan de onderaannemers dat onherroepelijk ook merken.” Ze hoort het om zich heen en anders dan het bericht van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) dat de crisis in de bouw de bodem heeft bereikt, denkt zij zelfs dat de grote dip nu pas begint.
Organisaties als FNV Bouw, Bouwend Nederland, CBS, UWV en EIB zijn het er allemaal over eens: de bouw gaat waarschijnlijk nog een zware tijd tegemoet.
Er zijn ook optimistischer geluiden voor de toekomst, zij het bescheiden. In zijn gisteren uitgekomen Bouwbalans voorspelt vakblad Cobouw dat de bouwsector dit jaar een voorzichtige groei van 1 procent in zijn productie mag verwachten. Dit cijfer moet nog wel worden afgezet tegen een productieniveau dat nog altijd 15 procent onder het niveau van vóór de crisis ligt.
Volgens de Bouwbalans zal de productie in de woningbouwsector met 5 procent toenemen. Het aantal voltooide woningen neemt in 2011 met 2000 toe, en mede dankzij de tijdelijke btw-verlaging tot 6 procent groeit het woningonderhoud met 1 procent.
Daartegenover staat dat de utiliteitsbouw –fabrieken, kantoren, winkels, ziekenhuizen, scholen– nog steeds krimpt, omdat die nu aan den lijve de bezuinigingen van de overheid ondervindt en omdat Nederland kampt met een enorme leegstand aan kantoren.
Vastgoedadviesbureau DTZ Zadelhoff meldde in januari dat er in Nederland niet minder dan 6,5 miljoen vierkante meter kantoorruimte leegstaat –zo’n 14 procent van het totaal– en leeg blijft staan, want doordat steeds meer werknemers gaan thuiswerken en steeds meer bedrijven overstappen op flexplekken, is er minder behoefte aan kantoorruimte, aldus het vastgoedadviesbureau.
De bouw kan vanaf 2012 gaan herstellen, voorspelt de Bouwbalans. Maar langzaam. En de productieniveaus van 2008 zullen over vijf jaar nog niet zijn teruggekeerd.
De werkgelegenheid zal in 2012 voor het eerst weer bescheiden toenemen – en die groei zal ook in de jaren daarna „zeer gering” zijn. De verwachting is dat het aandeel zzp’ers verder toeneemt.
„Volgens mij begint de dip pas net”
Ria de Graaf (63) uit Heiloo werkt als projectadministrateur bij Heddes Bouwgroep in Hoorn. Vorige week ging het bouwbedrijf met 325 man personeel failliet. De curator heeft goede hoop op een doorstart en is in gesprek met diverse investeerders. Waarschijnlijk horen de werknemers volgende week woensdag of ze mogen blijven.
„Ik mis net mijn 12,5-jarig jublieumfeestje. Het zure is dat wij wel werk hadden, maar geen geld. We hebben een orderportefeuille van 100 miljoen. Maar helaas, de bank durft niet garant te staan. Ik ben voorzitter van de ondernemingsraad en ik heb heftige jaren achter de rug, tropenjaren kun je wel zeggen.
De crisis in de markt is de grote veroorzaker. Kantoren staan leeg en worden niet meer bijgebouwd. Er waren altijd nog de scholen, maar daar gaat de overheid ook op bezuinigen.
Er zitten veel meer bedrijven in de problemen. Ik hoor het ook aan de lopende band om me heen. Hier twaalf man eruit, daar tien.
Het Economisch Instituut voor de Bouw zegt dat de bodem is bereikt, maar volgens mij begint de dip pas net. Als grote bedrijven zoals wij in de problemen komen, gaan de onderaannemers dat onherroepelijk ook merken.
Hopelijk is er voor ons volgende week meer duidelijkheid. Ik denk echt dat er een doorstart mogelijk is. Dat hopen de meesten hier. We moesten ons allemaal al wel melden bij UWV en allerlei formulieren invullen. Dat was erg heftig. De mensen hier willen niet weg, iedereen is loyaal aan het bedrijf.
De werkvoorbereiders krijgen sneller een andere baan dan de oudere bouwplaatsmedewerkers. Die hebben het echt moeilijk. En dat geldt dus voor minstens 25 tot 35 procent van de 325 man hier hè?
Ik ben 63, dus ik red het wel. Al moet ik nog wel twee jaar werken, want ik heb geen recht op vroegpensioen. Dus als ik een bouwbedrijf kan vinden dat mij wil hebben, dan ga ik daar graag aan de slag. Ik werk vanaf mijn veertiende jaar en ik vind het enorm leuk om te werken. Ik heb het hier zó ontzettend naar mijn zin gehad.”
„Ze kwamen zomaar nieuw gereedschap brengen”
Jan Mouw (31) uit Ederveen is zelfstandig timmerman zonder personeel. Hij merkt weinig van de crisis in de bouw.
„Ik werk nu ruim vier jaar voor mezelf. Daarvoor werkte ik voor verschillende bazen, vooral in timmerfabrieken. Ik doe van alles, vooral aftimmerwerk. Plafonds, lambriseringen, keukens maken en plaatsen. Ik heb een timmerschuur bij een boer, waar ik wel eens wat maak. En ik heb een bus. Per week maak ik ongeveer 40 tot 50 uur, soms meer, soms wat minder.
Het maakt me weinig uit wat ik doe. Nee, echt niet. Eigenlijk vind ik alles leuk. Als er werk is, is het goed. Tegenwoordig heb je het ook niet voor het kiezen, toch? Meestal laat ik me inhuren, soms doe ik een eigen klus, een keuken plaatsen bijvoorbeeld. Soms huur ik daar dan zelf ook iemand voor in.
Nee, ik heb geen last van de crisis. Er heeft wel eens een bedrijf afgebeld, maar dat komt weinig voor. Ik heb nu sowieso werk tot de bouwvak, dus ik maak me geen zorgen. Hoe het komt dat grotere bedrijven het moeilijk hebben? Ik weet dat niet precies hoor, maar ik denk dat ze niet flexibel genoeg zijn om kleine klussen te doen en als de grote projecten dan minder worden, redden ze het niet. Als zzp’er kun je alle kanten op. Vandaag werk ik in een timmerfabriek, morgen doe ik weer wat anders.
Ik zou niet meer voor een baas willen werken. Dan moet hij wel met een heel mooi aanbod komen. Al heeft dit werk soms z’n nadelen. Bij een baas word je als je een keer een dag ziek bent, gewoon doorbetaald. Ik niet. Mijn bus is in de nacht van 27 op 28 januari leeggeroofd. Alles weg. Accuboor, klopboor, schaaf, afkortzaag, alles. Ik heb de deur weer achter me dichtgetrokken en het bedrijf afgebeld waar ik die dag aan de slag zou gaan. Ik heb geen gereedschap, zei ik, ik kan niet zo veel. Verzekerd ben ik niet, maar een dag later had ik ruim de helft van het gereedschap weer, en na een paar dagen was ik compleet. Ik heb er echt niet om gevraagd, maar ik heb een goeie familie en goeie kennissen. Die kwamen zomaar nieuw gereedschap brengen. Zelfs anoniem kreeg ik allerlei dingen. Ja, daar word je wel stil van.”