„Werkloosheid heeft neiging zich te herhalen”
DEN HAAG (ANP) – Tijdelijk werk kan mensen helpen een vaste baan te vinden, maar de effecten ervan op de bestrijding van werkloosheid moeten niet worden overschat. Het blijkt ook vaak geen opstap naar vast werk. Mensen met een tijdelijke baan hebben een grotere kans werkloos te worden dan vaste krachten. Bovendien is de duur van de werkloosheid na een tijdelijke baan niet korter dan na een vast contract.
Dat staat in de woensdag verschenen publicatie Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt van het Centraal Bureau voor de Statistiek en onderzoeksbureau TNO. Het rapport focust met name op kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt.
Van de mensen met een flexcontract stroomt per jaar ongeveer een kwart door naar vast werk, zegt Roland Dekker, die als arbeidseconoom aan Universiteit Tilburg is verbonden en aan de publicatie heeft meegewerkt. „Driekwart doet dat dus niet.”
Een tijdelijke baan verkleint voor de individuele werknemer wellicht de kans langdurig werkloos te raken. Maar daar staat tegenover dat iemand met een tijdelijke baan meer risico loop werkloos te worden. „Dat is inherent aan tijdelijk werk”, aldus Dekker. „En werkloosheid heeft de neiging zichzelf te herhalen.” Herhaalde perioden van werkloosheid zijn slecht voor de individuele werknemer.
„Tijdelijk werk is niet per definitie slecht”, aldus Dekker. Hij vindt het dan ook goed dat op de Werkpleinen van uitkeringsinstantie UWV ook uitzendbureaus zijn gevestigd om werklozen te helpen een baan te vinden „Die hebben veel nadrukkelijker contact met werkgevers en benaderen bedrijven actiever dan het UWV.”
Tijdelijke contracten kunnen worden gebruik om kwetsbare groepen aan het werk te helpen. Zo kunnen uitzendbureaus oudere werklozen die moeilijk aan de bak komen perspectief bieden. Door hen als uitzendkracht te plaatsen, kan de weerstand die werkgevers vaak hebben tegenover ouderen worden omzeild. De oudere kan laten zien dat hij niet is vastgeroest en het werk aan kan.
Ook uitzendkoepel ABU wijst er nadrukkelijk op dat uitzendbureaus kansen kunnen bieden, ook aan mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Jaarlijks gaan ongeveer 700.000 uitzendkrachten aan het werk. Een derde vindt op termijn een vast baan, bleek eind 2009 uit onderzoek van bureau Ecorys. Ongeveer een kwart van de 700.000 uitzendkrachten de jaarlijks instromen, behoort tot een groep die minder makkelijk aan het werk komt, zoals langdurig werklozen, mensen met een arbeidshandicap, ouderen en etnische minderheden.
Ook uit een onderzoek van CWI, het oude arbeidsbureau dat inmiddels is opgegaan in UWV, blijkt dat uitzendwerk voor veel werklozen een goede opstap is naar vast werk.
Werkgevers zijn wel terughoudend bij het aanbieden van vaste contracten, constateert Dekker. Hij pleit ervoor goed in de gaten te houden hoe werkgevers hiermee omgaan. Bieden zij tijdelijke krachten na verloop van tijd geen vaste baan aan, maar nemen zij voor hetzelfde werk steeds weer nieuwe flexkrachten aan, dan zouden zij bijvoorbeeld een hogere WW-premie moeten betalen, stelt Dekker voor.