Politie breidt onderzoek naar cybercrime flink uit
DEN HAAG – De politie gaat meer werk maken van de aanpak van criminelen die met de computer hun slag willen slaan. Het team ”hightechcrime” wil het aantal onderzoekacties verviervoudigen.
Dat staat in een strategie voor ”cybersecurity” die minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het gaat om grote zaken die zo ingewikkeld zijn dat er veel mankracht nodig is om ze op te lossen.
Hieronder zeven vragen over de aanpak van ”cybercrime”.
Wat is cybercrime?
Bij cybercrime of hightechcrime gebruiken criminelen de computer om hun misdaad uit te voeren. Er bestaan twee soorten cybercrime: cybercriminaliteit en computercriminaliteit.
Cybercriminaliteit betreft misdrijven die ook zonder computer kunnen plaatshebben, zoals stalking en oplichting.
Computercriminaliteit heeft plaats wanneer de computer onmisbaar is voor het misdrijf. Ict is dan middel en doel. Voorbeelden zijn verspreiding van spam, inbreken in een computernetwerk –”hacken”– en het onbereikbaar maken van een website door er extreem grote hoeveelheden gegevens naartoe te sturen, zoals vorige week de Rabobank overkwam.
Welke vormen van cybercrime zijn er?
Internetcriminelen richten zich op eigendommen, personen, organisaties, elektronische communicatienetwerken en informatiesystemen. Het gaat voornamelijk om internetfraude, kinderporno, discriminatie en terrorisme.
Wat is internetfraude?
Internetfraude betreft vooral misbruik van bankgegevens, voorschot-, erfenis- of identiteitsfraude. Van identiteitsfraude is sprake wanneer criminelen persoonlijke gegevens van derden misbruiken of wanneer ze internetgebruikers digitaal oplichten. Ze vragen bijvoorbeeld via een vervalste website of e-mail om persoonlijke gegevens. Dit verschijnsel heet ”phishing”.
Wat is kinderporno?
Bij kinderporno is sprake van seksueel getinte afbeeldingen van kinderen onder de 18 jaar. Dit kan op internet zijn maar ook op een dvd. Achter kinderporno schuilt altijd seksueel misbruik. Het maken, verspreiden, tentoonstellen, invoeren, doorvoeren, uitvoeren of in voorraad hebben van kinderporno is strafbaar.
Een verschijnsel dat raakvlakken met kinderporno heeft, is ”grooming”. Veel kinderlokkers gebruiken internet om in contact te komen met kinderen, om die seksueel te misbruiken. Groomers benaderen hun slachtoffers vaak via chatboxen.
Is de omvang van cybercrime in Nederland bekend?
Nee. Hoewel politie en justitie cybercrime al jaren als speerpunt zien en daar gespecialiseerde rechercheurs en aanklagers voor hebben, wordt cybercrime niet geregistreerd. Enkele schattingen zijn er echter wel.
Zo registreerde de digitale beveiligingsdienst van de overheid Govcert in 2008 156 incidenten van cybercrime, 19 procent meer dan in 2007.
Uit een onderzoek van TNO blijkt verder dat in de periode tussen januari 2009 en zomer 2010 waarschijnlijk tussen de 450.000 en de 900.000 en mogelijk meer computers in Nederland waren besmet met wormvirussen. Daarmee wordt een computer ongemerkt onderdeel van een netwerk aan computers, een zogenaamd ”botnet”.
Wat doet de overheid eraan?
De overheid heeft samen met onder meer politie en OM een speerpunt gemaakt van cybercrime. Zo maakte minister Opstelten van Veiligheid dinsdag bekend dat er een Nationaal Cyber Security Centrum komt, waarin kennis over veiligheid op ict-gebied bijeen wordt gebracht. Het centrum moet trendrapportages opstellen, incidenten afhandelen en helpen met besluitvorming als er zich een crisissituatie voordoet.
Ook komt er een Cyber Security Raad, waarin overheid en bedrijfsleven zitting hebben.
Wat kan ik ertegen doen?
Op de websites waarschuwingsdienst.nl, nederlandveilig.nl en mijndigitalewereld.nl staat informatie over veilig internetten en de gevaren van cybercrime. Op de site meldpuntcybercrime.nl kunnen internetgebruikers aangifte doen van cybercrime.