Wellink heeft wel oren naar topbaan bij ECB
AMSTERDAM – Campagne voeren, daar doet hij naar eigen zeggen niet aan. Desondanks heeft DNB-president Nout Wellink gisteren luid en duidelijk gezegd dat hij best oren heeft naar het voorzitterschap van de Europese Centrale Bank (ECB).
Als hij ervoor gevraagd zou worden is Wellink best bereid eens „goed na te denken” over het ECB-presidentschap, zo hield de huidige voorman van De Nederlandsche Bank (DNB) gisteren een groep studenten voor tijdens een discussie aan de Universiteit van Amsterdam.
In een interview met The Wall Street Journal, dat ongeveer gelijktijdig verscheen, schuift Wellink –die dit jaar vertrekt bij DNB– zichzelf echter nog flink wat nadrukkelijker naar voren als uiterst capabel voor de prestigieuze baan in Frankfurt, ondanks dat zijn positie in eigen land is verzwakt door affaires rond ABN AMRO, Icesave en DSB. „Ik loop al 28 jaar mee in dit vak. Ben al 14 jaar president van de Nederlandse centrale bank, was ooit al voorzitter van de Bank voor Internationale Betalingen en ik ben voorzitter van het Bazels Comité voor Bankentoezicht. Ik heb al heel wat gezien”, aldus Wellink tegenover de Amerikaanse zakenkrant.
De termijn van de huidige ECB-president Jean-Claude Trichet loopt per 1 november af en nu de meest kansrijke kandidaat, president Axel Weber van de Duitse Bundesbank, zich deze maand onverwacht heeft teruggetrokken, ligt de opvolgingsstrijd weer volledig open.
Wellink geldt daarbij niet bepaald als topfavoriet. De president van de Italiaanse centrale bank Mario Draghi wordt op dit moment beschouwd als de meest waarschijnlijke opvolger van Trichet. Ook Wellinks Finse collega Erkki Liikanen worden goede kansen toegedicht.
In Duitsland zal het bericht dat ook Wellink in de race is hoogstwaarschijnlijk wel worden toegejuicht, na het wegvallen van de Duitse favoriet Weber. Draghi is als Italiaan in de ogen van veel Duitsers bij voorbaat al ongeschikt omdat zijn land niet bepaald bekend staat om zijn solide financiële beleid en prijsstabiliteit.
In The Wall Street Journal lonkt Wellink daarom openlijk naar de Duitsers door te stellen „dankbaar” te zijn dat Duitsland het economisch gezien zo goed doet. Ook stelt hij bereid te zijn het officiële rentetarief in de eurozone te verhogen om oververhitting van de economie te voorkomen. Verder geeft Wellink aan niets te zien in vergaande financiële steun van economisch sterke landen in de eurozone richting schuldenlanden zoals Griekenland, Ierland en Portugal.
Stuk voor stuk punten die veel Duitsers als muziek in de oren zullen klinken. In de ogen van de oosterburen heeft Nederland monetair gezien sowieso al een goede naam, niet in de laatste plaats omdat ons land de gulden decennialang heeft vastgeklonken aan de Duitse mark.
Ondanks zijn leeftijd, Wellink is 67, geeft hij aan zichzelf nog „jong genoeg” te vinden voor de ECB-topjob. Mocht hij worden gekozen, dan zou hij bij het volledig uitzitten van zijn termijn echter wel 76 jaar zijn.
Dat hij in de ogen van minister De Jager van Financiën geen logische kandidaat is, omdat de voorganger van Trichet, Wim Duisenberg (ECB-topman van 1998 tot 2003) ook al een Nederlander was, weerlegde Wellink gisteren. Volgens de DNB-president moet „niet worden vergeten dat Duisenberg niet zijn hele termijn heeft uitgezeten. Dat is relevant.”
Analisten zien in die uitspraak de optie dat Wellink als eventuele ECB-bestuurder ook slechts een deel van zijn termijn zou dienen, wat Duitsland de mogelijkheid biedt over enkele jaren met een topkandidaat op de proppen te komen.