Gebeurtenissen in Egypte in het licht van de Bijbel
De profeet Jesaja schreef al dat het hart van de Egyptenaren zal smelten; dat God hen zal verwarren; dat broeder tegen naaste zal strijden; stad tegen stad en koninkrijk tegen koninkrijk; (Jes. 19:2-3). Wat betekenen de huidige ontwikkelingen in het Midden-Oosten in Bijbels licht?
Het is een groot wonder dat het al dertig jaar zo goed gaat tussen de buurlanden Israël en Egypte. In de Jom Kipoeroorlog van 1973 vallen Egypte en Syrië samen Israël binnen in een gemene verrassingsaanval. Veel christenen hebben het gevoel dat de eindtijd is aangebroken. De geschiedenis neemt echter een verrassende wending. Een reden om voorzichtig te zijn met al te snelle conclusies over de vervulling van Bijbelse profetieën.
In september 1978 tekenen president Sadat van Egypte en premier Begin van Israël het Camp Davidakkoord. Egypte erkent het bestaansrecht van Israël en krijgt de Sinaïwoestijn terug. De akkoorden hebben ruim drie decennia van rust en stabiliteit gebracht.
Deze vrede kost Egypte het lidmaatschap van de Arabische Liga. In het land zelf is er de voortdurende druk van de radicale islam. Leden van de Egyptische Islamitische Jihad vermoorden in 1981 Anwar Sadat in Caïro. Hosni Mubarak volgt hem op. Sindsdien is Egypte voor Israël een stabiel buurland. Het principe ”land voor vrede” werpt vruchten af.
Intussen betaalt het Egyptische volk wel een prijs voor de vrede. Er is al jaren een militaire dictatuur, weliswaar in een milde variant, maar toch een dictatuur. Om de stabiliteit in de regio te borgen, steunen de Verenigde Staten het regime en financieren zij het leger. Nu is Mubarak onder druk van de bevolking afgetreden. Het leger heeft de macht. De wereld wacht in spanning op de ontknoping.
Christenen bidden voor Israël om Gods bescherming en voor de volken om vrede en gerechtigheid. Daarbij zijn zij met het Egyptische volk dankbaar als er meer vrijheid komt, vooral vrijheid voor christenen om hun geloof te belijden. In dat perspectief is de opportunistische steun van Amerika en het Westen aan het dictatoriale militaire regime niet echt koosjer. Veiligheid is belangrijk, maar vrijheid is ook een groot goed.
Het zou naïef zijn om te denken dat Egypte op korte termijn een volwaardige democratie wordt. Het leger regeert achter de schermen. Dat is voorlopig misschien ook wel de beste oplossing, omdat het niet ondenkbaar is dat radicale moslims van de democratie gebruikmaken om via de sympathie van een meerderheid van het volk de democratie meteen weer om zeep te helpen.
Gebroken rietstengel
Egypte staat in de Bijbel onder een dubbel voorteken. Het is niet alleen een vijand en verdrukker, maar ook een vriend en beschermer van Israël. Natuurlijk is het Bijbelse Egypte niet gelijk te stellen met de moderne staat. In de Bijbel is Egypte samen met Assyrië en Babel symbool voor de wereldmachten van het oude Oosten. Het Egypte van nu stelt op het wereldtoneel weinig voor. Toch is het goed om wel naar die Bijbelse lijnen te kijken.
Egypte is in de Bijbel na Israël het meest genoemde land. De naam komt voor het eerst voor in de lijst met nakomelingen van Cham (Genesis 10). Een van zijn zonen draagt de naam Mitsraïm, Hebreeuws voor Egypte. Op de opsomming van Noachs zonen volgt de beschrijving van de torenbouw van Babel en de spraakverwarring.
Het noemen van Egypte in de catalogus van volken is een geloofsbelijdenis die zegt dat dit machtige wereldrijk valt onder de heerschappij van de God van Israël. Wat er ook gebeurt in de geschiedenis, de Heere regeert.
De profeten waarschuwen Israël tegen het steunen op Egypte. Dat is verleidelijk als klein en kwetsbaar landje te midden van de grootmachten. Als je van rechts bedreigd wordt, ligt het voor de hand om links steun te zoeken. Maar het is een valstrik. Israël moet leren om op God en niet op een geknakte rietstengel te leunen. Voor je het weet, priemt die als een mes dwars door je hand.
In die dubbelheid schuilt de belangrijkste les voor de actualiteit. De God van Israël schakelt overheden en machthebbers van deze wereld in Zijn heilsplan in. Het is een zegen van Hem als er orde en rust in de samenleving is en vrede tussen de volken. Toch is het niet verstandig om al te veel vertrouwen te stellen in de machthebbers van deze wereld. Voor je het weet, slaat vrede om in strijd en vrijheid in vervolging en verdrukking.
Iran
In apocalyptische duidingen van de gebeurtenissen in het Midden-Oosten speelt de angst voor een islamitische machtsovername een grote rol. Het is een ramp als er naast Israël een islamitische staat komt, naar het voorbeeld van Iran. De moslimbroederschap heeft banden met islamitisch extremisme.
Het is wel de vraag of de angst voor een fundamentalistisch Egypte reëel is. De invloed van de moslimbroederschap lijkt numeriek beperkt. Veel Egyptenaren zien in het fundamentalisme een bedreiging van het toerisme. De demonstraties op het Tahrirplein zijn met moderne sociale media geleid door jonge en goed opgeleide Egyptenaren en niet door in tulbanden gehulde taliban.
Toch zijn er ook redenen tot zorg, vooral op langere termijn. De onrust slaat van Egypte over op andere Arabische landen. Daarmee wordt het hele Midden-Oosten instabiel. In zo’n situatie kunnen extremisten soms snel aanhang winnen.
Bovendien is de opstand het gevolg van voedselschaarste en hoge prijzen. De machtsgreep door het leger neemt de oorzaak daarvan niet weg, zodat de onvrede blijft. Die onvrede kan een voedingsbodem zijn voor verdere radicalisering van de Arabische volken. Zelfs als Egypte een seculiere staat wordt, is dat nog geen garantie tegen radicalisering. Ook het seculiere Turkije wordt steeds islamitischer.
Vluchtheuvel
Christenen in Egypte hopen op een verbetering van hun positie, op meer vrijheid om kerken te bouwen en publiek uit te komen voor hun geloof. In de ontbonden grondwet staat dat de islamitische sharia een bron is voor de wetgeving in Egypte. Christenen hopen op een seculiere grondwet, die de neutraliteit van de staat tot uitdrukking brengt.
Maar het ligt niet in de lijn van de verwachting dat de nieuwe grondwet minder islamitisch zal zijn. Het leger belooft nu eerlijke verkiezingen. Een commissie werkt de komende dagen aan een voorstel voor een nieuwe grondwet; het volk mag zich in een referendum daarover uitspreken. Het is opmerkelijk dat de kopten niet zijn uitgenodigd, terwijl de moslimbroederschap wel een vertegenwoordiger in deze commissie heeft.
Egypte is in de Bijbel niet alleen een grootmacht die soms bescherming biedt en soms een bedreiging vormt. De dubbelheid zit dieper. Egypte is het land van de toevlucht en het land van de slavernij, een vluchtheuvel en een gevangenis. Op een of ander manier hangen die twee samen.
Abraham vlucht vanwege de hongersnood naar Egypte (Genesis 12). God bewaart Saraï voor de ellendige gevolgen van Abrahams leugen. Zij nemen –waarschijnlijk op deze reis– Hagar mee als slavin. Na verloop van tijd gaan het dienstmeisje en haar zoon het gezin terroriseren. God beveelt de aartsvader om ze weg te sturen. Toch ziet Hij in ontferming op deze Egyptische moeder neer en hoort Hij het gebed van Ismaël.
Later vertrekt Jakob met zijn zeventigtal naar Egypte, op uitnodiging van Jozef. God gebruikt de supermacht om Zijn volk in stand te houden. Jozefs slavernij wordt de redding van zijn familie. Na zijn dood slaat de redding echter weer om in slavernij. God gebruikt Egypte niet alleen om Zijn volk te beschermen, maar ook om het te leren alleen op Hem te vertrouwen. Als zij in de benauwdheid tot God roepen, geeft Hij uitkomst en redding. De grootmachten van deze wereld moeten zwichten voor de God van Israël. Hij is Israëls Redder, Die het volk uit Egypteland uit het diensthuis uitgeleid heeft.
Uit Egypte geroepen
Als een refrein komt dat telkens terug. De psalmen zingen ervan en de profeten herinneren eraan. De uittocht uit Egypte laat zien wie God voor Israël wil zijn. Daarin openbaart Hij Zijn Vaderhart. Laat Mijn volk, Mijn Zoon gaan.
In het Nieuwe Testament is Egypte een veilige haven voor het Kind Jezus, Dat met Zijn ouders vlucht voor Herodes. Koptische christenen beroepen zich op deze Bijbelse geschiedenis om aan te geven dat het fundament voor hun kerk door Christus is gelegd. De website van de koptische kerk in Nederland verwijst naar de profetie uit Jesaja 19:19, waar staat dat er in Egypte een altaar en aan de grens een opgericht teken zal zijn voor de Heere. „Het lijkt alsof Jezus Christus in Zijn kinderjaren naar Egypte is gekomen om de eerste steen van Zijn Kerk te leggen.”
De evangelist Mattheüs ziet een verband met de uittocht uit Egypte. Hij verwijst naar de profetie van Hosea. „Ik heb Mijn Zoon uit Egypte geroepen.” Strikt genomen verwijst die tekst terug naar de vaderlijke liefde van God voor Israël bij de exodus. Toch is de Messiaanse toepassing geen losse allegorische interpretatie. Christus is gekomen om de wet en de profeten te vervullen. De lijdende Slaaf des Heeren drukt de voetstappen van Israël. De weg van het volk is de weg van de Borg; verzoenend.
Dat verzoeningswerk plaatst Egypte en alle andere heidense volken in een ander licht. Er is hoop voor Egypte. Op de pinksterdag wordt Egypte uit de catalogus van de spraakverwarring geplaatst in de rij van volken die de grote werken van God in hun eigen taal horen.
Er zijn in de Schrift nog onvervulde beloften voor Israël. Als Israël de Messias erkent, zal dat tot zegen zijn voor de volken. Dan gaat ook Jesaja 19 in vervulling. Israël zal samen met Egypte en Assyrië de Heere dienen. De Heere zal hen zegenen en zeggen: „Gezegend zij Mijn volk, de Egyptenaars, en de Assyriërs, het werk van Mijn handen, en Israël, Mijn erfdeel!” (Jes. 19:25)
Het oudtestamentische paasfeest is al in vervulling gegaan met de dood en opstanding van Christus. Het Wekenfeest, het feest van de eerstelingen, is in vervulling gegaan met de uitstorting van de Heilige Geest.
Er blijft nog een feest over: het Loofhuttenfeest, dat volgt op de Grote Verzoendag. Als de gordijnen van het heilige der heiligen openschuiven en de Hogepriester tevoorschijn treedt om Zijn volk te zegenen, dan zal opnieuw het Loofhuttenfeest aanbreken. Niet alleen voor Israël, maar voor al de volken, ook voor Egypte: „Egypte zal met Morenland tot God verheffen hart en hand, den God van onze vaad’ren” (Ps. 68:15).