Opinie

Commentaar: Blijven kijken in de richting van het Arabische oproer

Berichten over demonstraties en het gewelddadig neerslaan ervan zijn deze week niet van de lucht. Vanuit Libië, Jemen, Bahrein en Iran kwamen en komen de meest afschuwelijke staaltjes van hardhandig optreden van leger en politie.

18 February 2011 11:18Gewijzigd op 14 November 2020 13:45

Maar de aandacht van westerse media voor al dat geweld lijkt tanend. Er dreigt zo geleidelijk een schril contrast te ontstaan met de grote internationale aandacht voor wat er in Tunesië en in Egypte gebeurde. Wie zit er nog met ingehouden adem naar de protesten in de straten van Jemen of Bahrein te kijken?

Toch mag het niet zo zijn dat de regimes in landen als Libië, Jemen, Iran en Bahrein hun gang kunnen gaan bij het aftuigen van demonstranten. En dat vanwege de verveling onder westerse nieuwsconsumenten de media hun camera’s inpakken en politie en leger buiten het bereik van hun lenzen, burgers mogen aftuigen.

Juist nú, in het bruut neerslaan van onschuldige burgers, toont een man als Gaddafi zijn ware aard. En júíst nu hij en zijn collega-despoten op boosaardige wijze korte metten maken met betogers, is het zaak dat alles te blijven volgen. Uiterst geraffineerd is bijvoorbeeld de tactiek om agenten in burger onder de demonstranten te verspreiden om hen bijna onzichtbaar voor de media af te kunnen ranselen.

Even boosaardig is een andere vaak gebruikte methode: een volksopstand breken door hem om te vormen tot een kleine burgeroorlog. In jargon heet dat een verticaal conflict (gericht tegen het bewind) ombuigen tot een horizontaal conflict (gericht tegen volksgenoten).

Vooral onder militaire regimes is deze tactiek populair, omdat dan algauw het leger tussenbeide „moet komen” om de vrede te herstellen, en passant zijn „onmisbaarheid” bewijzend. Met behulp van oliedollars zijn met gemak complete bevolkingsgroepen op de been te krijgen die zo’n horizontaal conflict willen ontketenen.

Intussen doen westerse landen er goed aan om uit deze crises lessen te trekken. Bijvoorbeeld dat ze té gemakkelijk steun geven aan autoritaire regimes, omdat die „nu eenmaal” voor stabiliteit in de regio zorgen of radicale moslims buitenspel zetten. Ook orthodoxe christenen redeneren opvallend gemakkelijk vanuit een berekenend realisme dat de Bijbel vreemd is. Hoe vaak werd er niet in het Oude Testament door profeten gewaarschuwd tegen het uit opportunisme aanpappen met goddeloze heersers? Of we zoeken al te snel een religieuze ‘drive’ achter volkswoede die vóór alles te maken heeft met jarenlang onrecht, armoede en uitzichtloosheid. Opnieuw is er dan een Bijbelse correctie: hoe vaak ageerden de profeten niet in Naam van de Heere tegen onrecht?

Daarom zal steun aan dubieuze regimes op zijn minst een sterk voorwaardelijk karakter moeten hebben. Waarbij hervormingen worden afgedwongen op het terrein van corruptie, mensenrechten, rechtspraak, democratisch bestuur en verdeling van welvaart. Wie dat als westerse natie niet doet, die krijgt een keer de rekening gepresenteerd. In de vorm van antiwesterse volkswoede, waarmee de radicale islam als lachende derde pas echt goed raad weet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer