De computer als exegeet
AMSTERDAM – Veel poëtische teksten in het Oude Testament zijn moeilijk te doorgronden. Dr. Reinoud Oosting onderzocht volgens een nieuwe methode én met behulp van de computer enkele poëtische hoofdstukken uit het Bijbelboek Jesaja. Vrijdag promoveerde hij aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Veel gedeelten uit het Oude Testament zijn niet eenvoudig. Het gaat om teksten uit een andere tijd en cultuur dan de onze. Bovendien zijn ze geschreven in een taal, het Bijbels Hebreeuws, die nu niet meer wordt gesproken.
Om deze barrières te slechten, maken veel Bijbelonderzoekers gebruik van hulpmiddelen. Informatie uit bijvoorbeeld woordenboeken en handboeken –„gegevens die van buiten de tekst komen”– helpt het inzicht in de tekst te vergroten.
Oosting (37) pleit voor een andere aanpak. Een exegeet doet er volgens hem goed aan om eerst grondig alle taalkundige aanwijzingen ín de tekst te bestuderen voordat hij zich, met behulp van informatie van buiten de tekst, gaat verdiepen in de literaire opbouw en de theologische betekenis van het Bijbelgedeelte.
Het geïnspireerde karakter van de Bijbeltekst is geen belemmering voor taalkundig onderzoek, stelt Oosting. „Elke taal, dus ook het Bijbels Hebreeuws, kent grammaticale regels. De schrijvers van de Bijbel, hoe geïnspireerd ze ook waren, maakten gebruik van deze regels om hun boodschap over te brengen.”
De theoloog paste in zijn dissertatie de „nieuwe methodiek” toe op Jesaja 40-55. Hij onderwierp het gedeelte –„over het algemeen wordt aangenomen dat deze hoofdstukken een coherente tekst vormen”– aan een minutieus taalkundig onderzoek. Daarbij richtte hij zich specifiek op de ‘figuur’ Sion/Jeruzalem.
Voor zijn onderzoek maakte Oosting, onder meer docent Oude Testament aan het Nederlands Gereformeerd Seminarie te Amersfoort, veelvuldig gebruik van een elektronische database van het Oude Testament. Deze database maakt het mogelijk om in de Hebreeuwse Bijbel te zoeken naar vergelijkbare grammaticale constructies in verschillende teksten.
De afwijkende wijze van onderzoek stelde niet teleur. Het leverde „nieuwe inzichten” op over de rol die Sion en Jeruzalem spelen in Jesaja 40-55. „De belangrijkste vondst was dat de aanduidingen Sion en Jeruzalem in het Bijbelgedeelte niet samenvallen. Je kunt niet op elke plaats waar Sion staat Jeruzalem lezen en andersom.”
Oosting concludeerde verder dat de aanduidingen Sion en Jeruzalem direct gerelateerd zijn aan twee belangrijke thema’s in het Bijbelboek Jesaja. De naam Jeruzalem is verbonden met de herbouw van de stad Jeruzalem. De naam Sion is verbonden met de terugkeer van de ballingen uit Babel naar Sion.
Zijn derde vondst hield verband met de aanduidingen „kinderen van Sion” en „kinderen van Jeruzalem.” Dit betreft niet dezelfde groep, stelt de onderzoeker. „De aanduiding kinderen van Sion verwijst naar de Israëlieten die naar Babel zijn gevoerd. De aanduiding kinderen van Jeruzalem verwijst naar de Israëlieten die na de val van de stad Jeruzalem de wijk genomen hebben naar Egypte.
Op grond van mijn onderzoek kom ik tot de conclusie dat niet de herbouw van de tempel, maar de herbouw van de stad Jeruzalem een belangrijke rol speelt in Jesaja 40-55. Bij de herbouw van de stad worden de ballingen uit Babylon en de vluchtelingen uit Egypte opgeroepen zich te verenigen.”
De methodiek van Oosting is in de eerste plaats bedoeld voor exegeten en Bijbelvertalers die de grondtalen beheersen. Dat de aanpak daarmee niet is toe te passen door gewone Bijbellezers, vindt hij geen probleem. „De exegetische vondsten die we met behulp van deze methode en met de computer doen, zijn niet onmisbaar voor een christen. Er zijn al meer dan 2000 jaar christenen, terwijl de computer nog geen honderd jaar oud is. Geloven kan dus prima zonder computer en zonder wetenschappelijk kennis.”
Dat wil overigens niet zeggen dat wetenschappelijke bestudering van de Bijbel niet belangrijk is voor christenen, nuanceert Oosting. „Door de taalkundige regelmaat van oudtestamentische teksten te onderzoeken, ontdekte ik dingen die me bij de eerste lezing niet waren opgevallen. Deze manier is niet beter dan het ‘gewoon’ lezen van de Bijbel, maar voegt wel iets toe.
Vergelijk het met het kijken naar een mooi schilderij. Je kunt onder de indruk zijn van het kunstwerk zonder dat je weet wat de afbeelding precies voorstelt. Het kan helpen om met een andere blik naar het schilderij te kijken als je wat meer van de achtergrond weet. Dan ga je het schilderij, dat je op het eerste gezicht al aansprak, nog meer gaan waarderen.”