Commentaar: België vestigt wereldrecord formeren
De Belgische formatie krijgt veel weg van een olifantendracht. Vandaag hebben onze zuiderburen het wereldrecord formeren gevestigd. Na 249 dagen is er nog geen regering. En er schemert ook nog geen licht aan de horizon.
Nederlanders willen nog wel eens cynisch doen over het politiek gekrakeel in België. Toch past hen enige bescheidenheid. Want ook Hollanders kunnen eindeloos touwtrekken bij kabinetsformaties. Van de zestien langste formaties in Europa na de Tweede Wereldoorlog hadden er liefst zes in Nederland plaats. Jarenlang was ons land recordhouder formeren. In 1977 kreeg ons land na 208 dagen onderhandelen een kabinet van CDA en VVD. Pas vorig jaar moest Nederland zijn wereldtitel afstaan aan Irak. Nu neemt België de eerste plaats in.
Ondertussen is wel de vraag hoe lang het formatieoverleg in België nog voortduurt. Duidelijk is dat het land diep verdeeld is. De onderhandelingen zitten muurvast en er lijkt geen breekijzer gesmeed te kunnen worden dat een opening creëert.
Inmiddels heeft Bart De Wever, de leider van de Nieuw-Vlaamse Alliantie die in juni vorig jaar de federale verkiezingen won, gezegd dat er wellicht nieuwe verkiezingen moeten komen. „Als het na acht maanden niet lukt, is het op. In een democratie zijn verkiezingen het uiteindelijke redmiddel.” Toch klonk er in zijn verklaring twijfel door of een nieuwe stembusronde een oplossing zou brengen,
Het fundamentele probleem van België is het ontbreken van vertrouwen. Daar mankeert het aan. Naarmate de coalitieonderhandelingen voortduren, lijken de tegenstellingen zich alleen maar te verharden. Zo gaan Vlaamse nationalisten steeds meer op hun strepen staan. Het wij-zijdenken schiet steeds dieper wortel. Sommigen vrezen –of hopen– zelfs dat het land zich zal opsplitsen in een Vlaams en een Waals deel.
Intussen is het merkwaardige dat allerlei bestuurstaken gewoon worden uitgevoerd. Er zijn zelfs waarnemers die beweren dat veel staatszaken nu beter lopen dan voorheen. Zo kunnen ministers per maand maar een twaalfde van hun budget uitgeven. Er is immers geen goedgekeurde jaarbegroting. Dat levert een forse besparing op zonder ingewikkeld politiek debat. Die kostenreductie is in deze economisch moeilijke tijd zeer welkom. Ambtenaren krijgen nu de kans om zich op hun kerntaken te richten, omdat ze zich niet behoeven te vermoeien met politieke hobby’s van ministers. Kortom, het land draait gewoon door en het bestuurswerk wordt niet gehinderd door allerlei politieke discussies tussen regering en oppositie.
Natuurlijk kleven er ook grote bezwaren aan het afwezig zijn van een regering. Allerlei beleidsbeslissingen wachten op de definitieve hamerslag. Benoemingen kunnen niet worden gedaan. Dat is heel lastig.
Per saldo moet worden gesteld dat de langdurige formatie België geen goed doet. Zeker in deze tijd moet er een ministersploeg zijn die verantwoordelijk is. Ook al ligt België niet op apegapen, de politieke twist vergroot bepaald niet het vertrouwen in de politiek. Op termijn is dat gevaarlijk omdat er dan een antipolitieke stemming onder de bevolking ontstaat.