Waarschuwing
Openbaring 2:17
„Ik zal hem geven een witte keursteen…” Wees altijd wakker met de ogen van uw gemoed en zeg met de bruid: Ik sliep, maar mijn hart waakte. Volg niet het voorbeeld van de dwaze, maar dat van de wijze maagden, die hun lampen versierd en gevuld hadden met de olie van het allerheiligste geloof, dat door de liefde werkzaam is. U moet schijnen als lichten in deze tegenwoordige wereld.
Denk niet meer mee met de wereld die zegt: De Heere vertoeft en komt nog lang niet en als Hij komt, zal toch de Rechter niet zo schrikwekkend zijn. Zijn gerechtigheid zal niet zo streng, het oordeel niet zo scherp, de duivel niet zo zwart en de hel niet zo heet zijn als dat men ons voorstelt.
O, mens, is het dan niet verschrikkelijk genoeg als het alles met donder en bliksem komt? Is die eeuwige straf niet erg genoeg waarin van elk onnut woord rekenschap moet worden afgelegd? Is het niet zwart genoeg wat in de eeuwig rokende afgrond ligt? Is het niet heet genoeg waar ziel en lichaam met onuitblusselijke vlammen gepijnigd worden? Is het niet afgrijselijk genoeg de stem van de wachter niet meer te horen, geen straaltje, ja geen vonkje hoop meer te zien? Daar waar de verdoemden roepen zullen: Wachter, is de nacht voorbij? En tot een antwoord krijgen: Ofschoon de dag komt, zal het nochtans nacht zijn.
Coenraad Mel, predikant te Hersfeld
(”Voorboden naar het laatste oordeel”, 1731)