Eric van den Berg: Predikant moet vaker op Facebook of Twitter
DEN HAAG – Predikanten moeten vaker op Facebook of op Twitter zitten, vindt Eric van den Berg. „Dat zijn de sociale media waarop jongeren actief zijn. Met je boodschap heb je dan direct contact met honderden jongeren.” Zijn ”Handboek kerk en internet” werd maandag gepresenteerd.
Drs. Eric van den Berg (41) is informatiewetenschapper en initiatiefnemer van diverse religieuze nieuwssites, de blog internetspiritualiteit.nl, bidden op Twitter en een iPhoneapplicatie met gebeden. Zijn website isidorusweb.nl noemde hij naar de kerkvader Isidorus van Sevilla (560-636), de eerste samensteller van een encyclopedie en uitgeroepen tot „beschermheilige van internet.”
Vanaf de achttiende etage van zijn woontoren kijkt Van den Berg uit over Den Haag. Zijn appartement getuigt niet alleen van digitale belangstelling, maar bevat ook volle boekenkasten. Hij leest momenteel ”Alone Together” (alleen samen) van de Amerikaanse psychologe Sherry Turkle, waarin zij ingaat op de effecten van computerverslaving en sociale uitsluiting door sociale media.
In de inleiding op zijn handboek (uitg. Abdij van Berne, Heeswijk) stelt Van den Berg de vraag: Gaan de eeuwenoude christelijke kerk en het uiterst jonge internet wel samen?
Ja, zegt hij. „De kerk heeft een missionaire roeping om het Evangelie, de goede boodschap, te verkondigen. Dat deed ze met de boekdrukkunst, door middel van papier. Waarom nu niet door gebruik te maken van internet? Dat is laagdrempeliger en je kunt veel meer mensen bereiken. Gaat uit tot de einden der aarde, zo roept Jezus de discipelen op. Een digitaal continent is erbij gekomen. Negentig procent van de Nederlanders is online. Het is eigenlijk vreemd dat dit boek pas nu verschijnt en niet tien jaar geleden.”
„Leeftijd speelt hier vaak een rol”, vermoedt Van den Berg. „De traditionele kerkganger is boven de vijftig en nog onbekend met de kracht van het medium. De kerk kenmerkt zich door gemeenschap, ingetogenheid, terwijl de doorsneegebruiker van de sociale media juist ik-gericht is, weergeeft wat hij zélf allemaal vindt. Maar je kunt niet zeggen dat internet daarom per definitie oppervlakkig is. Dat hangt af van de manier waarop je het medium gebruikt.”
Er valt nog veel te verbeteren aan de presentatie van de kerk op internet, constateert Van den Berg. „Veel websites van gemeenten zijn weinig creatief en geven slechts informatie, zonder de mogelijkheid van interactie.”
Maar hij wil niet negatief insteken. „Ik ben optimistisch gestemd. Er zijn inmiddels ook twitterdiensten, podcastende priesters en christelijke gemeenschappen die via LinkedIn tot stand komen.”
Is internet wel geschikt om elkaar –anoniem– te ontmoeten, in plaats van lijfelijk in een kerkgebouw?
„Er is een verschuiving gaande van de echte naar de digitale wereld, maar ook van de digitale naar de echte wereld. Mensen die elkaar treffen via Facebook of Twitter zoeken elkaar regelmatig op. Het beleven van de sacramenten bijvoorbeeld vraagt om een fysieke gemeenschap. Neem de twitterdienst, afgelopen september, waar ik zelf ook bij was. Een indrukwekkende bijeenkomst, waar mensen elkaar zagen die met elkaar getwitterd hadden.”
Van den Berg publiceerde vorig jaar een prikkelende stelling over de predikant: „U steekt meer tijd in uw wekelijkse preek dan dat u actief op Twitter en Facebook praat met zinzoekers. Daarmee verzaakt u uw bruidsschat. Dat is zonde.” Hij geeft toe dat dit scherp overkomt. „Maar het gaat uit van het gegeven dat jongeren continu online zijn. Wil je hen interesseren voor de boodschap van Christus, dan moet je daar naartoe waar zij zich bevinden.”
Predikanten, voorgangers en priesters hebben alle vrijheid in het gebruik van het medium. „De een begint met een voorbeeld van alledag en komt zo tot wezenlijke zaken, de ander gaat in op de betekenis van het geloof. In de discussie met de lezers volgt vanzelf de verdieping. Daarvoor ben je zelf verantwoordelijk. Als kerken negatief reageren, laten ze iets liggen wat er gewoon is. Jezus bezocht met Zijn apostelen mensen en bracht hen in contact met de boodschap. Hij zou denk ik zeker gebruikgemaakt hebben van Twitter om Zijn boodschap te verkondigen. „Waar twee of drie in Mijn Naam bijeen zijn, ben Ik in het midden van hen.” Waarom zou dat niet voor internet gelden?”