Onbesuisd
Openbaring 2:17
„Ik zal hem geven een witte keursteen…”
Ach, hoe weinig mensen zijn er die aandachtig opletten en de tekenen der tijden behoorlijk in acht nemen. Hoe velen blijven ongelovig, net als Thomas, en kunnen niet geloven dat Babel eens zal vallen. Hoe weinig mensen geloven dat Joden en heidenen bekeerd zullen worden en de aarde één herder en één kudde worden zal, hoe duidelijk de Heilige Geest ons dat ook in Zijn Woord geopenbaard heeft.
Wij gaan slechts bij vlees en bloed te rade, niet wetende dat bij God geen ding onmogelijk is en dat eerder hemel en aarde vergaan zullen dan dat de minste jota van des Heeren Woord onvervuld zal blijven. Anderen geloven wel in zo’n toekomende heerlijke staat van de kerk en wensen ook wel met Bileam: Och, wie zal leven als God dat doen zal? Maar daar blijft het bij en niemand zoekt met raad en daad om te helpen middelen en wegen uit te denken om dat grote werk van Christus’ toekomst te bevorderen. Er is veel over te zeggen, maar de wereld wil het niet verstaan. Men is er zo ver van weg dat men zich behoorlijk zou schikken en voorbereiden op de komst van ’s mensen Zoon, dat velen in ongebondenheid, overdaad, wellust en afgoderij gezonken liggen.
Coenraad Mel, predikant te Hersfeld (”Voorboden naar het laatste oordeel”, 1731)