Behoedzaam koorddansen in Eerste Kamer
DEN HAAG – Wat wordt straks de rol van de nieuwe Eerste Kamer? Dat bleek maandag, in het lijsttrekkersdebat van de NOS, een lastige vraag. Zowel voor de voor- als voor de tegenstanders van het kabinet-Rutte.
Koorddansen is een kunst. Voetje voor voetje schuifelen over het dunne touw. Eén stapje naar links en je ligt er naast. Eén stapje naar rechts en je maakt eveneens een tuimeling.
In het tv-debat van de NOS, maandagavond gehouden en uitgezonden, hadden alle Eerste Kamerlijsttrekkers af en toe die koorddanservaring. PVV-lijstaanvoerder De Graaf toonde zich, natuurlijk, voorstander van een hoofddoekjesverbod voor alle overheidsfunctionarissen. ChristenUnielijsttrekker Kuiper nam een genuanceerder standpunt in: in kantoren is het geen probleem, maar achter balies wel. En trouwens, argumenteerde Kuiper, straks zouden ook de „rokjes op de Veluwe” en in andere refobolwerken onder vuur komen te liggen. Dat zou toch te gek voor woorden zijn?
Inderdaad, beaamde De Graaf, want die twee zaken hebben niets met elkaar uit te staan. Hoofddoekjes staan voor onderdrukking, rokken niet. En was Kuiper het soms niet met hem eens dat het christendom als religie „duizend keer boven de islam” staat? Oei, dat werd koorddansen voor de CU-lijsttrekker. Natuurlijk is de islam „heel anders” dan het christendom, betoogde hij. „Moslims hebben geen weet van de liefde van God die tot mensen komt door de Verlosser Jezus Christus.” Maar dat neemt niet weg, aldus Kuiper, dat beide hun religieuze symbolen hebben en dat het niet aan een overheid is die zomaar te verbieden.
Ook voor CDA-lijstaanvoerder Brinkman was het soms op eieren lopen. Het is toch onaanvaardbaar, zo viel Kuiper hem aan, dat dit kabinet kerken en eerbare burgers strafbaar stelt wanneer zij uitgeprocedeerde asielzoekers onderdak bieden? Lastige vraag voor een CDA’er die kerken niet tegen zich in het harnas wil jagen. „Er zijn hier geen razzia’s”, probeerde Brinkman dempend. „Hulpverleners worden niet van hun bed gelicht. Maar dit kabinet wil illegaliteit wel voor de rechter kunnen brengen.”
Koorddansen werd het voor álle lijsttrekkers toen de debatleiders de rol van de toekomstige Eerste Kamer ter sprake brachten. De vraag of dit kabinet kan doorregeren als het op 2 maart geen meerderheid behaalt in de Senaat, bleek voor zowel de coalitie als de oppositie een lastige.
Dat dit niet kan, wilde VVD-lijsttrekker Hermans natuurlijk niet in het openbaar gezegd hebben. Dat zou betekenen dat dit kabinet na een ongunstige verkiezingsuitslag, over twee weken meteen zijn biezen kan pakken. Anderzijds wilde hij de druk op rechtse kiezers om naar de stembus te gaan, maximaal opvoeren. Hermans’ oplossing: doorregeren zonder meerderheid in de Senaat is „moeilijk, héél moeilijk.”
Voor een vergelijkbaar probleem stond maandag PvdA-lijsttrekker Barth. Is Rutte meteen uitgeregeerd als de coalitiepartijen de verkiezingen van 2 maart verliezen? Zo cru wilde zij het net niet stellen. Die stelling immers zou de Eerste Kamer, in politiek Den Haag algemeen beschouwd als een bezadigd orgaan dat niet de taak heeft kabinetten naar huis te sturen, tot een volstrekt politiek orgaan verheffen?
De stelling dat doorregeren zonder steun in de Senaat niet kan, is dus ook de PvdA te gortig. „Maar we gaan het dit kabinet wel moeilijk, héél moeilijk maken”, aldus Barth. „En als deze coalitie dan besluit zichzelf uit haar lijden te verlossen, zullen wij dat niet tegenhouden.” SP-leider Kox formuleerde het al even ‘verwachtingsvol’: „Dit kabinet kan best doorregeren. Het kan alleen niet met dít beleid doorregeren.”