Opinie

Gevaar van islamisten in Egypte overschat

Het gevaar van de islamisten in Egypte wordt overschat, vindt Kees Hulsman. Maar voor hoe de situatie zich verder zal ontwikkelen, zijn de komende dagen bepalend.

14 February 2011 10:34Gewijzigd op 14 November 2020 13:41
Militairen probeerden zaterdag het verkeer op het Tahrirplein in Caïro weer op gang te brengen.Foto EPA
Militairen probeerden zaterdag het verkeer op het Tahrirplein in Caïro weer op gang te brengen.Foto EPA

Er heerst een enorme euforie in Egypte. Voor het eerst in Egyptes moderne geschiedenis heeft het volk een leider tot aftreden weten te dwingen. De Egyptenaren zijn daar trots op. Het betekent dat Egypte nu indringend moet gaan veranderen. De huidige militaire machthebbers moeten rekening houden met de wens om democratisering die breed onder de bevolking leeft.

Veel Egyptenaren schilderen Hosni Mubarak nu af als een bruut. Dat is echter beslist geen eerlijk beeld van iemand die veel voor Egypte heeft betekend, maar helaas in de loop der jaren is gaan geloven dat hij onmisbaar was. Na de moord op president Sadat in 1981 was het nodig dat de noodtoestand werd uitgeroepen. Maar Mubarak liet die dertig jaar voortduren. Zijn argument was dat dit nodig was omdat islamisten de macht in Egypte zouden willen grijpen. De noodtoestand gaf de veiligheidsdiensten wel erg vergaande bevoegdheden om mensen op te pakken en vaak gewelddadig te verhoren. Heel veel Egyptenaren hebben het Mubarak bijzonder kwalijk genomen dat hij het jarenlange verzet hiertegen systematisch naast zich neerlegde.

Mubarak heeft geprobeerd Egypte naar het model van China te ontwikkelen: een autoritair regime met economische ontwikkeling. Die ontwikkeling is er beslist geweest, maar de arme onderlaag van de bevolking heeft daar nauwelijks of niet van geprofiteerd. De verschillen tussen rijk en arm zijn daardoor enorm toegenomen. De koptische kunstenaar Farid Fadel schat dat 80 procent van de bevolking in behoeftige omstandigheden leeft, terwijl ongeveer 20 procent een redelijk of zeer hoog inkomen heeft.

Bij deze ongelijke verdeling in de welvaart zijn er nauwelijks verschillen tussen moslims en christenen. Een deel van de jongeren uit armere gezinnen heeft wel kans gezien om een overheidsopleiding te volgen, al is deze vaak van mindere kwaliteit dan het privéonderwijs. Ze hebben daarmee echter geen goede banen kunnen verwerven. Dat steekt.

In de afgelopen maanden en jaren heb ik veel jongeren gesproken die vinden dat de overheid hen maar als afval behandelde. Ze klaagden over systematische vernederingen, door de politie en door overheidsinstanties die hen niet zagen staan. Ze vroegen om werk, minimumsalarissen, transparantie en persvrijheid. Ze weten nu ook hoe ze door massale aanhoudende protesten een regime in moeilijkheden kunnen brengen. Het leger zal daar dus rekening mee moeten houden.

Er wordt nog steeds gedemonstreerd op het Tahrirplein, nu tegen de noodtoestand. Mubarak heeft deze dertig jaar lang niet willen intrekken onder het mom van de dreiging van goed georganiseerde islamisten. Zal het leger dit argument gaan overnemen? Tot nog toe zijn er geen legeruitspraken gedaan in deze richting.

Mahmud Khayal, gepensioneerd hoogleraar aan de islamitische Azharuniversiteit en verklaard tegenstander van de islamisten, is van mening dat zij op dit moment niet sterk genoeg zijn om het initiatief van de demonstrerende jongeren over te nemen. Tijdens de demonstraties, waarin ook Khayal participeerde, bleek veel weerstand tegen deze islamisten. Maar Khayal meent ook dat hun gevaar niet onderschat mag worden. „Hun denken is erg machiavellistisch. Ze zullen dankbaar gebruikmaken van de hun geboden democratische kansen, maar als ze eenmaal aan de macht zijn zullen ze die niet makkelijk weer opgeven.”

Amin Makram Ebeid, een bekende koptische intellectueel in Egypte, is het met Khayal eens. De kansen dat islamisten nu de macht zullen proberen te grijpen zijn niet groot, denkt hij. „De demonstraties werden niet door hen maar door democratiseringsactivisten geleid.”

Mubarak heeft de angst voor de islamisten jarenlang uitgebuit. Het is de vraag of die angst terecht is. Hun aandeel in de demonstraties rechtvaardigt die angst niet en de legertop is seculier. Er wordt al vele jaren zorg voor gedragen dat officiers met sympathieën voor islamisten niet de top bereiken.

Gaat de legertop door met het creëren van angst voor islamisten om daarmee de uitgebreide bevoegdheden te behouden? Vooralsnog lijkt het er naar uit te zien dat het leger geen veranderingen wil tot aan de verkiezingen in september. Wel heeft het een terugkeer naar het normale leven geëist en beloofd de noodtoestand in te trekken „zodra de situatie zich heeft genormaliseerd.”

De komende dagen moet blijken of de democratiseringsactivisten daarmee genoegen nemen. Er gaan stemmen op dat nu wel genoeg is bereikt. Het is belangrijk om weer aan het werk te gaan. Anderen zijn het hiermee niet eens en willen het verzet tegen de noodtoestand voortzetten. De eerste groep lijkt in omvang te groeien. Hoe zal het leger reageren op de groep die het verzet wil voortzetten? De komende dagen zullen daarvoor bepalend zijn.

De auteur is eindredacteur van Arab-West Report en woonde in totaal bijna twintig jaar in Egypte.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer