In Praalgraf Ouderkerk liggen nazaten bastaardkinderen prins Maurits
Elke familiegeschiedenis kent zwarte bladzijden. Zo ook die van de Oranjes. Een groot praalgraf in de Dorpskerk van Ouderkerk aan den IJssel laat zien dat prins Maurits (1567-1625) zijn buitenechtelijke kinderen accepteerde en hun eer en aanzien gaf.
Prins Maurits is vooral bekend als de zoon van Willem van Oranje die duidelijk voor de aanhangers van de theoloog Gomarus koos en daarmee de remonstranten de deur wees. Maurits is echter ook de prins die bij zes vrouwen acht erkende kinderen verwekte.
Hij stopte die kinderen niet weg. „Ze groeiden op aan het hof en kregen dezelfde vorming als prinsen”, vertelt Nico Holdermans uit Ouderkerk aan den IJssel. Hij is kenner van de geschiedenis van de Dorpskerk. In de kerk liggen nazaten van een van de bastaardkinderen van Maurits begraven.
Dat het graf zich in Ouderkerk bevindt, valt te verklaren, vertelt Holdermans. „Toen Maurits ouder werd, ging de erfeniskwestie spelen. Maurits’ kinderen –allemaal buitenechtelijk– konden geen wettige erfgenamen zijn en konden daardoor niet delen in de erfenis. Maurits kon hun tijdens zijn leven wel goederen geven. Daarom gaf hij aan zijn bastaardzoon Willem (ca. 1601-1627) de Heerlijkheid van de Lek. Na diens dood kwam het gebied in handen van Maurits’ andere zoon Lodewijk van Nassau (1602-1665). Toen diens vrouw in 1664 stierf, werd zij in een kleine grafkelder in deze kerk bijgezet. Die kelder ligt direct achter de preekstoel. Een jaar later werd Lodewijk zelf in deze kelder bijgezet. Een nazaat gaf in 1753 opdracht voor het realiseren van het huidige praalgraf.”
Het 6 meter brede en 7 meter hoge monument mag er zijn. Het rijk versierde praalgraf vult een groot deel van het koor van de kerk. „En de kelder is ook diep: 3,6 meter.”
Holdermans heeft veel onderzoek gedaan naar de inhoud van de kelder, die nu vol water staat. „Er zijn 35 mensen bijgezet. Onder hen vijf kinderen. Vooral de kist van Willem Maurits, heer van Ouderkerk en Woudenberg, met een harnas erop, is erg mooi”, vertelt de enthousiaste gids, die al veel bezoekers „uit binnen- en buitenland” de geschiedenis van het bijzondere graf heeft verteld.
Boven de grafkelder rijst tegen de achterwand van het koor het grafmonument op. „In het midden is het wapen van de familie Nassau Lalecq –de naam die de familie aannam– aangebracht. In de linkerbovenhoek van het wapenschild is het wapen van de Nassaus te zien, zoals ook koningin Beatrix dat voert. Opmerkelijk is dat de schuine balk, die aangeeft dat het om bastaardkinderen gaat, ontbreekt.”
Daar is veel strijd om geweest, zegt Holdermans. „Omdat enkele leden van deze familie in 1697 door de Duitse keizer tot ”burggraven van het Heilige Roomse Rijk” waren verheven, vonden zij het niet nodig de balk toe te voegen. Stadhouder Willem III heeft dat bestreden.”
Koningin Beatrix en haar familie tonen geen directe bemoeienis met het graf, maar het hof moet wel toestemming geven voor onderzoek en restauratie, vertelt Holdermans. „Over bastaardkinderen werd vroeger niet zo vaak gesproken, maar ik denk dat prins Willem-Alexander er geen moeite mee zou hebben om hier eens een kijkje te nemen.”
Dit is de zevende aflevering in een serie artikelen over minder bekende plaatsen in Nederland waar de Oranjes hun sporen nalieten. Volgende week het slot: Renkum.