„Prijs eieren en kip moet omhoog”
Als de pluimveehouderij wil overleven, met gezonde dieren en gezonde bedrijven, dan moet de sector de komende jaren omschakelen van massaproductie naar kwaliteitsproductie. De prijs van kippenvlees en eieren zal dan wel flink omhoog moeten. De consument moet dat er maar voor over hebben.
Dat zei W. van de Giessen, directeur van de Dierenbescherming, donderdag voordat zijn organisatie het rapport ”Pluimveehouderij in 2030” aanbood aan minister Veerman van Landbouw.
In het rapport staat onder andere dat er over 25 jaar de helft minder kippen moet worden gehouden en dat de dieren uitloop naar buiten moeten hebben. In 2030 moet pluimvee bovendien worden ingeënt tegen pseudo- en klassieke vogelpest.
De Dierenbescherming benadrukt dat de adviezen van de commissie-Alders, die in 1999 de toekomst van de pluimveehouderij onderzocht, moeten worden uitgevoerd. Dat zou betekenen dat in 2010 de helft van alle leghennen mag scharrelen. De commissie berekende dat voor het uitvoeren van haar plannen ruim 41 miljoen euro nodig is. Volgens Van de Giessen is sinds het verschijnen van dat advies „een dikke laag stof neergedwarreld”, en „rechtvaardigt de ellende van de vogelpest het doorbreken van de radiostilte.”
De Dierenbescherming ziet een belangrijke rol weggelegd voor de overheid bij de herstructurering van de sector. „De problemen zijn enorm. Niet alleen op het gebied van dierenwelzijn, voedselveiligheid en mestoverschotten. De vogelpestcrisis zoals we die nu meemaken, maakt opnieuw op een pijnlijke manier duidelijk dat de intensieve veehouderij in Nederland volledig is ontspoord en geen toekomst heeft”, aldus Van der Giessen.
De bestrijding van de recente rampen in de veehouderij en pluimveehouderij kosten de maatschappij ongekende bedragen en zorgt voor enorm veel dierenleed, aldus de directeur. „Zelfs bij dieren die gehouden worden als gezelschapsdier of ”hobbydier” zoals dat tegenwoordig heet. Het niet-vaccineren, en dus opofferen van deze hobbydieren aan handelsbelangen, zorgt voor veel maatschappelijke onrust.” Daarom doet de Dierenbescherming een beroep op minister Veerman om in Brussel te pleiten voor vaccinatie van het pluimvee tegen pseudo- en klassieke vogelpest.
Ook volgens de minister kan het zo niet langer, zei hij in een reactie. „Dat is ook niet in het belang van de pluimveehouders. De overheid heeft de plicht om zo snel mogelijk kaders voor de toekomst te schetsen, zodat de pluimveehouders die zijn getroffen door de vogelpest op basis daarvan kunnen kiezen of ze verder gaan of niet.” Veerman wil nog voor de zomervakantie een notitie naar de Tweede Kamer sturen over gewenste veranderingen in de pluimveesector.
De bewindsman benadrukte nog eens dat de intensieve veehouderij niet alleen bestaat door de veehouders. „De consument heeft altijd geprofiteerd van de intensieve veehouderij. Het systeem wordt door onszelf, de consumenten, in stand gehouden, de pluimveehouder is een onderdeel in dit mechaniek.”
De bewindsman wijst op de verantwoordelijkheid van zowel de pluimveesector, de overheid als de consument om de intensieve veehouderij te veranderen. Mochten consumenten niet bereid zijn duurdere, diervriendelijker producten te kopen, dan ziet hij wel iets in een systeem van heffingen.
In een reactie op het rapport van de Dierenbescherming zegt J. Wolleswinkel, voorzitter van de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders (NOP), dat het niet reëel is om nu naar het jaar 2030 te kijken. „De ontwikkelingen gaan zo snel, en met de toetreding van nieuwe landen tot de EU kunnen we maar zo’n vijf tot tien jaar vooruitkijken.” De NOP vindt de adviezen van de commissie-Alders een goed uitgangspunt om te praten over de toekomst van de sector. Het inenten van pluimvee wil de organisatie alleen in Europees verband.
Het rapport ”Pluimveehouderij in 2030” is een verdere uitwerking van de toekomstvisie ”Veehouderij in 2030”, die de Dierenbescherming direct na de mkz-crisis van 2001 opstelde. Diverse crises en nu de vogelpestepidemie maken duidelijk dat ingrijpen noodzakelijk is, aldus de organisatie. „Twee jaar geleden omarmde de regering nog enthousiast een advies van de commissie-Wijffels, die een diervriendelijke en duurzame veehouderij bepleitte. Net als in andere sectoren is er echter in pluimveeland nauwelijks iets veranderd. Sterker nog: het aantal kippen nam in de afgelopen jaren nog met bijna 10 miljoen toe tot ruim 100 miljoen nu.”