Kerk & religie

Brochure Gereformeerde Bond en waarom Maartje niet mag scheiden

Haar man veranderde na een ernstig ongeval in een ander mens. Maartje vond het ontzettend moeilijk. Als ze een andere man ontmoet, besluit ze te scheiden en met haar nieuwe vriend te trouwen. Kan het huwelijk kerkelijk bevestigd worden?

4 February 2011 10:19Gewijzigd op 16 March 2023 15:51
Ds. J. Belder. Foto RD, Anton Dommerholt
Ds. J. Belder. Foto RD, Anton Dommerholt

Ds. J. Belder, hervormd emeritus predikant in Dordrecht en opsteller van de brochure ”Echtscheiding en hertrouwen” die twee weken geleden door de Gereformeerde Bond is uitgegeven, is resoluut. „Dat kan niet en mag niet op grond van de Schrift.”

Tijdens zijn predikantsperiode kreeg ds. Belder enkele keren het verzoek iemand te trouwen die gescheiden was. In 2004 wijdde hij een serie artikelen in De Waarheidsvriend, orgaan van de Gereformeerde Bond, aan het onderwerp. De huidige brochure is een samenvatting en verdere uitwerking van die artikelen.

Aanleiding voor het opstellen van de brochure is het toenemende aantal huwelijksproblemen in de gereformeerde gezindte. Ds. Belder: „Eerst was er een hausse aan echtscheidingen. De laatste jaren krijgen kerkenraden te maken met verzoeken tot kerkelijke herbevestiging. De Gereformeerde Bond wil daar een Bijbels gefundeerd, maar ook pastoraal empathisch antwoord op geven.”

Er zijn meerdere oorzaken voor de stijging van het aantal echtscheidingen in kerkelijke kring, denkt ds. Belder. „Onder invloed van de tijdgeest stellen mensen hoge verwachtingen aan individueel geluk. Eigen ontwikkeling en ontplooiing zijn belangrijk; in veel gezinnen werken beide ouders. Daarbij komt dat echtscheiding steeds meer uit de taboesfeer verdwijnt. Legitimatie voor een scheiding wordt in toenemende mate gezocht in de eigen gevoelens, meer dan in de Schrift.”

Volgens de Bijbel is het huwelijk onontbindbaar, tenzij een derde het binnendringt en bij verlating omwille van het geloof (vijandschap tegen het Evangelie), schrijft ds. Belder in de brochure.

Nadere reformatoren interpreteerden de reden verlating omwille van het geloof breder en zagen ook in kwaadwillige verlating een grond om te scheiden en te hertrouwen. De emeritus predikant is hier voorzichtiger in. „Ik ben huiverig voor de analogiemethode, waarbij je als het ware 1 Korinthe 7 parafraseert. Heel gemakkelijk rek je de grenzen op. Het zoeken naar uitzonderingen op een basisregel wordt al gauw een valkuil van farizese casuïstiek. Tegelijkertijd stel ik me terughoudend op. Ik wil niet heersen over de gewetens van anderen.”

Sommige kerkenraden zien niet alleen in het zevende gebod grond voor echtscheiding, maar ook het zesde, als het gaat om psychische mishandeling. De emeritus predikant wijst deze redenering van de hand. „Ik zeg niet dat echtparen bij elkaar moeten blijven totdat er bloed vloeit. Soms is het onverantwoord om verder te gaan. Ik pleit dan voor een scheiding van tafel en bed. Het uitgangspunt is echter ”Gij zult niet echtbreken”. Dat betekent –en ik noem het met schroom– dat een echtpaar soms moet kruisdragen. Dat is de gebrokenheid van het leven.”

Het formuleren van deze uitgangspunten betekent niet dat de kerk geen oog heeft voor de nood en pijn die een scheiding meebrengt, zegt ds. Belder. Ambtsdragers mogen zich echter in deze problematiek niet laten leiden door emotie. „Heel snel zijn onze gevoelens van medelijden doorslaggevend. Er zijn schrijnende situaties, zoals huwelijken waarin partners lijden aan een psychische ziekte. Maar speelde dit niet al voor het huwelijk? Wie zich laat leiden door gevoel en emotie, loopt het gevaar echtscheidingsgronden op te rekken en met 1 Korinthe 7 in de hand te vervallen in situationeel bepaalde uitzonderingsgevallen, waar weer een sterke precedentwerking van kan uitgaan.”

Om zich te hoeden voor emotie doen kerkenraadsleden er goed aan zich te verdiepen in de psychische problematiek en met invoeling en nuchterheid te werk te gaan. Oudere broeders in de kerkenraad zijn van belang, stelt ds. Belder. „Zij nemen –als het goed is– een dosis levenswijsheid en ervaring mee. Dat betekent niet dat jonge broeders geestelijke inzichten missen.”

Ds. Belder adviseert kerkenraden vast te houden aan hun standpunten en tegelijk ook pastoraal om te gaan met een echtpaar dat wil scheiden. „Ze moeten niet alleen hun visie duidelijk maken, maar ook trachten het huwelijk te behouden door het inschakelen van professionele hulp.”

Mocht deze weg op niets uitlopen, dan is het nodig dat een kerkenraad de huwelijkspartners verzoekt af te zien van deelname aan het heilig avondmaal, aldus de emeritus predikant. Voor hoe lang? „Daar is geen algemene norm voor te geven. Bij sommigen geldt dit al jaar en dag en ze lijken er tevreden mee te zijn. Dat is niet de bedoeling. Het gaat in de tucht om genezing, om terugkeer tot een Bijbels genormeerd leven.”

Ds. Belder ziet het vaak gebeuren dat een of beide echtelieden in een scheidingsprocedure zich onttrekken aan hun kerkelijke gemeente en zich elders aansluiten. „Mensen zijn autonoom en mondig en laten zich steeds minder door een kerkenraad corrigeren of beperkingen opleggen. De eigen mening is dan doorslaggevend. Ik vind dat steeds weer pijnlijk en confronterend.”

Dat gemeenteleden vervolgens hun huwelijk bij een andere denominatie uit de gereformeerde gezindte kunnen laten inzegenen, steekt ds. Belder. „Ik zie nogal eens dat men in theorie wel dezelfde uitgangspunten hanteert, maar te lui of te gemakzuchtig is om zich te verdiepen in de reden waarom een eerder huwelijk stukging.”

Sommige kerkenraden komen het bruidspaar tegemoet door het een niet-ambtelijke ceremonie aan te bieden. Wat vindt ds. Belder daarvan? „Een lastige kwestie. Persoonlijk heb ik dat nooit gedaan. Als het Bijbels gezien mogelijk is, kan het ten volle, als het niet mogelijk is, moeten we geen verstoppertje spelen. Maar ik besef tegelijkertijd dat de kerk het burgerlijk huwelijk steeds heeft erkend. Vanuit dien hoofde begrijp ik het zoeken naar mogelijkheden om als kerk het Woord toch te laten klinken.”

Met de brochure hoopt de Gereformeerde Bond kerkenraden bouwstenen aan te reiken voor het gesprek over echtscheiding en hertrouwen. De ophef die er over de brochure is ontstaan binnen de Protestantse Kerk in Nederland (zie artikel op pag. 2.) verbijstert ds. Belder. „Men snapt ons standpunt niet meer of wil het niet begrijpen. De mens wil =geen strobreed in de weg gelegd worden. Zo komen we als orthodoxe christenen steeds dieper in het isolement.”


„Brochure over scheiding beknopt, maar Bijbels”

Ds. W. Silfhout, predikant van de gereformeerde gemeente in Capelle aan den IJssel, is blij met de brochure van de Gereformeerde Bond. „De inhoud ervan sluit nauw aan bij het rapport dat de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten in het voorjaar van 2008 heeft aanvaard.”

In dat rapport ”De heilige huwelijkse staat. Een Bijbelse visie op trouwen en scheiden” –dat 91 pagina’s telt– wordt geconcludeerd dat overspel de enige Bijbelse grond is voor echtscheiding. Alleen zij die op grond van overspel van hun partner zijn gescheiden, mogen hertrouwen. Kwaadwillige verlating op grond van godsdienstige redenen kan alleen een geoorloofde grond voor scheiding zijn als er sprake is van een situatie zoals in 1 Korinthe 7.

Ds. Silfhout had graag gezien dat er in de brochure van de Gereformeerde Bond uitgebreider werd ingegaan op het verbondskarakter van het huwelijk en de pijlers daarvan. „Ik begrijp echter dat je je in een brochure van vier pagina’s moet beperken.”

Het rapport van de Gereformeerde Gemeenten heeft binnen het kerkverband bijgedragen aan de bewustwording van het belang van het huwelijk, stelt ds. Silfhout. „In meerdere gemeenten wordt nu huwelijkscatechese gegeven. Dat voorziet in een grote behoefte. Jongeren horen dingen die ze niet wisten.”

Ook ds. P. D. J. Buijs, christelijk gereformeerd predikant in Harderwijk, is positief over de brochure van de Gereformeerde Bond. „Er is eerbiedig naar de Schrift geluisterd, ook al leidt dit tot een standpunt dat haaks staat op de tijdgeest. De beknoptheid ervan zie ik als een sterk punt. In het kort wordt het meest wezenlijke gezegd.”

In artikel 70 van de kerkorde van de Christelijke Gereformeerde Kerken staat een uitgebreide visie over het onderwerp echtscheiding en hertrouwen. Deze opvatting is vrijwel gelijk aan die van de Gereformeerde Bond, stelt ds. Buijs. De tekst is afkomstig uit een rapport uit 1959, toen een synodecommissie onderzoek deed naar het thema. Een update van dit rapport is wenselijk, stelt de Harderwijkse predikant, „mits deze binnen dezelfde Bijbelse lijnen wordt geformuleerd.”

Om zich te hoeden voor emotie doet een kerkenraad er volgens ds. Silfhout goed aan een subcommissie van wijze mensen te vormen die in gesprek gaat met het echtpaar dat wil scheiden. „Dat bevordert de objectiviteit. Bovendien is het prettig voor het echtpaar om steeds met dezelfde personen te spreken.”

Ds. Buijs kan zich in deze opvatting vinden. Echter: „De eventuele tuchtoefening moet een beslissing van de gehele kerkenraad zijn.” Ondanks de geformuleerde Bijbelse uitgangspunten zal er altijd een grijs gebied blijven, verwacht de Harderwijkse predikant. „Een kerkenraad moet zich middels zijn afgevaardigden grondig verdiepen in wat er is gebeurd. Ambtsdragers kunnen niet altijd controleren of in alle opzichten de waarheid wordt gesproken. Ze zijn er niet bij geweest. Dat moet leiden tot grote voorzichtigheid.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer