Geen herhaling ‘Bagdad’ in Egyptisch Museum
RIJSWIJK (ANP) – Even leek het er afgelopen weekeinde op dat het Egyptisch Museum in Caïro hetzelfde lot zou ondergaan als het Nationaal Museum in Irak in 2003. Net als tijdens de Amerikaanse inval in Bagdad, zagen opportunisten in Egypte vrijdag hun kans schoon tijdens de protesten tegen president Hosni Mubarak. Gebruikmakend van de chaos sloegen her en der mensen aan het plunderen.
Zahi Hawass, de bekendste archeoloog en Egyptoloog van het land en sinds maandag minister van Oudheden, meldde dat in het Egyptisch Museum ongeveer zeventig objecten beschadigd zijn geraakt. Ze vallen volgens hem te repareren. In Qantara, waar archeologische vondsten waren gestolen uit opslagruimten, zouden inmiddels 288 objecten zijn teruggebracht. Een onbekend aantal wordt nog vermist. Tegen de New York Times zei de archeoloog dinsdag dat de grote meerderheid van musea en archeologische plaatsen in Egypte „goed beveiligd is”.
Voor zijn benoeming tot minister beschreef Hawass op zijn website hoe vrijdag „ongeveer duizend mensen over de muur begonnen te springen” aan de oostzijde van het museum. In het gebouw is onder meer de volledige grafboedel van farao Toetanchamon gehuisvest. Op een steenworp afstand stond op dat moment het kantoor van Mubaraks Nationaal Democratische Partij in brand.
De meeste plunderaars in Caïro kwamen volgens de archeoloog niet verder dan de souvenirwinkel, die grotendeels werd leeggeroofd. Er lagen sieraden van enige waarde, maar geen oudheidkundige schatten. „Ze dachten dat de winkel het museum was”, schreef Hawass opgelucht.
In hun zoektocht naar kostbaarheden beschadigden plunderaars wel twee duizenden jaren oude mummies. Verder moest onder meer een standbeeld van farao Toetanchamon, gezeten op een panter, het ontgelden. Op andere plaatsen werden pakhuizen met historische vondsten opengebroken, onder meer nabij de piramides van Saqqara en Abu Sir, maar daar is volgens Hawass niets meegenomen.
De taferelen in Caïro deden menigeen denken aan de plundering van het Nationaal Museum in Irak. Daar verdwenen in 2003, na de inval van het Amerikaanse leger, tienduizenden voorwerpen uit de oudheid. Een gedeelte daarvan dook later weer op in onder meer de VS, Japan, Libanon, Zwitserland en op veilingwebsites. Veel kostbaarheden, zoals de schatten uit de oude Assyrische stad Nimrud, werden teruggevonden, maar nog altijd worden duizenden artefacten vermist.
Het doemscenario van erfgoedbeschermers werd in Egypte niet bewaarheid. Het leger greep in om erger te voorkomen, geassisteerd door gewone burgers die een menselijke ketting rond het museum vormden om de kunstschatten van Toetanchamon en Ramses II te beschermen. „Leger heeft Egyptisch Museum onder controle. Geen herhaling van Bagdad, alsjeblieft”, twitterde CNN-correspondent Ben Wedeman daarop opgelucht.
Archeoloog en kersvers minister Hawass benadrukt dat de diefstal van oudheden een actie van enkelingen was. „Het Egyptische volk roept om vrijheid, niet om vernietiging”, schrijft hij op zijn site. Hoewel Hawass begrip toont voor de betogers, zegt hij in de New York Times dat Mubarak tot de verkiezingen in september moet aanblijven omwille van de stabiliteit van het land.