Kerk & religie

Hervormde Van Rijswijk maakte 45 jaar deel uit van kerkenraad

WAARDENBURG – Had hij eenmaal afscheid genomen als kerkenraadslid van de hervormde gemeente Waardenburg-Neerijnen, dan duurde het niet lang voor er opnieuw een benoeming volgde. A. D. (Bram) van Rijswijk begon in 1966 als diaken en vertrok op 18 januari als scriba. Mét een lintje.

1 February 2011 10:05Gewijzigd op 14 November 2020 13:31Leestijd 4 minuten
A. D. van Rijswijk nam onlangs na 45 jaar afscheid als kerkenraadslid van de hervormde gemeente Waardenburg-Neerijnen. „Bij de meeste buitenkerkelijken kom ik aan de deur. Dan kan ik wel eens in mijn hart bidden dat ze veranderd mogen worden.”  Foto RD, A
A. D. van Rijswijk nam onlangs na 45 jaar afscheid als kerkenraadslid van de hervormde gemeente Waardenburg-Neerijnen. „Bij de meeste buitenkerkelijken kom ik aan de deur. Dan kan ik wel eens in mijn hart bidden dat ze veranderd mogen worden.” Foto RD, A

Bij het huis van Van Rijswijk in Waardenburg is het even zoeken naar de voordeur. Zo ongeveer elke buitenmuur van het voormalige boerderijtje heeft een ingang. „Ons huis staat altijd open”, verklaren hij en zijn vrouw Nel. Vandaar dus.

Bram –in het dorp noemt niemand hem bij zijn achternaam– kwam voor het eerst in de kerkenraad toen hervormd Waardenburg het nog zonder Neerijnen deed.

In de buurgemeente raakten de kerkbanken echter leeg. Nieuwe inwoners van Neerijnen waren vaak niet kerkelijk meelevend. Begin jaren zeventig vormden Neerijnen en Waardenburg daarom één gemeente. Beide kerkgebouwen bleven in gebruik. Op dit moment kerken er zo’n 120 mensen. In de afgelopen jaren veranderde de plaatselijke kerk in een streekgemeente, vertelt Van Rijswijk, die tot zijn pensionering elektromonteur was.

De afgelopen 45 jaar maakte hij deel uit van de kerkenraad. De kerkorde verplichtte hem te stoppen als zijn ambtstermijn van maximaal twaalf jaar erop zat. Maar het duurde nooit lang voordat hij opnieuw werd gevraagd.

Was het zo lastig om ambtsdragers te krijgen? „Dat is het wel eens geweest, ja”, zegt hij, rustig pratend en met het verse lintje voor de gelegenheid op zijn pak gespeld. „Soms dacht je: We krijgen het niet rond. Dan bleef er een vacature staan.”

Het aantal ‘dienstjaren’ dat Van Rijswijk er al op had zitten, was voor hem geen belemmering om opnieuw het ambt te aanvaarden. Overtuigd: „Ik heb het met grote liefde gedaan. Voor de gemeente en voor de Heere God. Hij heeft mij altijd gesteund. Als er moeilijke dingen waren, keek ik er niet zo tegenop. Door Gods nabijheid. Ja, ik deed het werk met plezier. En ik heb er niets voor hoeven laten.” Hij kijkt even naar zijn vrouw. „Toch?”

„Het hoorde er een beetje bij”, zegt zij. „Ook onze kinderen vonden dat. O ja, pa, die doet dat. Toen ik in het verleden de zondagsschool deed, kwamen Bram en ik elkaar op het kerkplein tegen. Hij verliet de consistorie en ik ging naar de kerk. Zo ging dat.”

Het echtpaar vindt het belangrijk om trouw te zijn. „Tijdens de kerkdiensten hebben we zo veel geleerd. We gaan altijd met vreugde op.”

Preekbeurten

Van Rijswijk regelt graag de preekbeurten, dus dat blijft hij voorlopig nog doen. Het is bijzonder dat je iedere zondag opnieuw de prediking hoort, vindt hij. „We beluisteren iedere richting eigenlijk. Het is toch goed dat je niet één richting uitstuurt? Dan ga je zeggen hoe het moet.”

Iedere twee weken brengt hij het kerkblad rond. Onder de abonnees bevinden zich niet alleen hervormden, zelfs niet alleen kerkelijken. „Sommige buitenkerkelijken zeggen: Wij willen het blad lezen omdat dat thuis ook altijd gebeurde. Deze mensen voelen zich toch bij de kerk betrokken.”

Wat heeft hij met hen? Direct: „Ik voel heel veel voor hen. Bij de meesten kom ik aan de deur. Dan kan ik wel eens in mijn hart bidden dat ze veranderd mogen worden.”

Is hij de man van het praatje op de hoek? Van Rijswijk weifelt even. Zijn vrouw: „Eigenlijk meer het luisterend oor hier thuis.”

Van Rijswijk vindt het verstandig dat de synode van de Protestantse Kerk de ambtstermijn onlangs verruimde van maximaal acht naar maximaal twaalf jaar. „Twaalf jaar aanhouden, is handiger. Omdat je anders zo moeilijk ambtsdragers kunt krijgen.”

In het verleden liep de kerkenraadsvergadering nog wel eens uit tot twaalf uur, halfeen. Ook daar had hij „geen last van.” Zijn vrouw: „Bram vindt altijd alles goed.”

Tijdens een gemeenteavond op 18 januari nam hij afscheid als scriba. Tot zijn verrassing werd hij daarbij benoemd tot lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Een oud-predikant van de gemeente merkte op dat hij tijdens de preek vaak een traan op het gezicht van de ouderling zag. Geroerd is de voormalige scriba ook door het recente overlijden van een oud-kerkenraadslid. De man had de onderscheiding voor Van Rijswijk aangevraagd, maar overleed twee dagen voor de uitreiking ervan.

Het echtpaar Van Rijswijk kreeg iedere dag zo’n vijftien telefoontjes. En veel aanloop. Dat laatste zal wel zo blijven, vermoeden ze. Erg is het niet. De deur blijft altijd openstaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer