Buitenland

Vrije media overspoelen Irak

In een straat in Bagdad probeert een krantenverkoper klanten te trekken met een uitroep waar hij een paar maanden geleden nog voor gearresteerd zou zijn: „Lees alles over Saddams dubbelganger!”

Bassem Mroue (AP)
21 May 2003 10:57Gewijzigd op 14 November 2020 00:19

Een vrouw stopt haar auto bij de kiosk en vraagt naar Assaah (Het Uur), een van de eerste onafhankelijke kranten die na de val van Saddam Hussein zijn opgericht.

Irak heeft nog nooit zo’n grote mate van persvrijheid gekend als nu. Onder Saddam Hussein waren buitenlandse kranten en schotelantennes verboden. Kabeltelevisie was zo duur dat geen gewone Irakees het kon betalen. Er waren alleen vijf staatskranten. De enige min of meer objectieve berichtgeving die Irak bereikte, was afkomstig van westerse radiozenders, waarnaar de Irakezen alleen illegaal konden luisteren.

Nu Saddam is verdwenen, schieten kranten en televisie- en radiozenders als paddestoelen uit de grond. Zowel Arabische als Koerdische, linkse als rechtse groeperingen hebben in korte tijd hun eigen media opgericht. Er zijn ineens twaalf verschillende kranten verkrijgbaar in Bagdad. Overal zijn schotelantennes te koop en Irakezen kunnen zonder hun leven in gevaar te brengen naar een groot scala aan radiostations luisteren, waarop Saddam Hussein een corrupte en meedogenloze dictator wordt genoemd.

De plotselinge vloed van nieuwe pers kwam meteen op na het wegvallen van de staatsmedia. De eerste kranten, zoals al-Itihad (Unie) en Nidaa al Mustaqbal (Signaal voor de Toekomst), verschenen in de Noord-Iraakse gebieden onder Koerdisch bestuur en waren al snel in Bagdad te koop. Kort daarop kwam ook de eerste buitenlandse kranten, de in Londen gevestigde al-Hayat en Az-Zaman, naar Irak. Drie onafhankelijke radiozenders en een aantal lokale tv-stations volgden.

De nieuwe nieuwsmedia hebben ieder hun eigen boodschappen. De krant Assaah haalt graag uit naar Saddam: „De dictator is weg en met hem zijn corrupte systeem.” Fajr Bagdad (Bagdads Dageraad) bericht meer over de alledaagse moeilijkheden in de stad, zoals het gebrek aan brandstof en elektriciteit en de onveiligheid op straat.

De Amerikaans-Britse bezettingsmacht runt twee radiostations. De ene zender biedt nieuws, Arabische muziek en soms ook westerse muziek. Het andere station, gerund door ex-medewerkers van het ministerie van Informatie, roept veelvuldig op het verleden te vergeten en naar de toekomst te kijken.

In de sjiitische heilige stad Karbala begon een lokaal tv-station al enkele dagen na de val van Saddam uit te zenden. De meeste programma’s gaan over de wederopbouw van het land. De zender wordt gerund door tien vrijwilligers, die apparatuur van de voormalige staatsomroep gebruiken. Inmiddels zijn er ook in andere steden lokale televisiestations.

Niet alle Iraakse journalisten zijn even positief over de snelle opkomst van de vrije pers. „Het is nog te vroeg om van persvrijheid te spreken”, zegt bijvoorbeeld redacteur Ali Abdel-Amir van Nidaa al-Mustaqbal, een krant van de ballingenbeweging Iraaks Nationaal Akkoord. „Er heerst nu anarchie. Veel van de mensen die in de pers werken, zijn onprofessioneel en niet objectief.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer