Studerenden GG denken na over vraag van het lijden
GOUDA – „Laten we eraan vasthouden dat de Heere zowel almachtig als goed is. De Bijbel is er duidelijk over.” Dat zei ds. A. Schreuder vrijdagavond tijdens de jaarlijkse winterconferentie voor studerenden van de Gereformeerde Gemeenten.
De predikant van de gereformeerde gemeente van Rijssen-Zuid sprak in het gebouw van Driestar Hogeschool in Gouda over ”De vraag van het lijden”.
Hij stelde dat de geschiedenis van de mensheid een geschiedenis van lijden is, waarin onophoudelijk de waaromvraag klinkt. Het is opvallend dat veel mensen van deze tijd het antwoord niet meer accepteren dat God het lijden zendt, terwijl dat vroeger wel gebeurde, aldus de predikant. „Ze vragen zich af hoe het mogelijk is dat een almachtige en een goede God het lijden kan toelaten in de wereld. Als Hij almachtig is, kan Hij er toch voor zorgen dat er geen lijden komt?”
Ds. Schreuder noemde als basis voor deze kritische vragen een aantal oorzaken: ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog, bijvoorbeeld in de concentratiekampen; het feit dat de wereldomvattendheid van het lijden door de moderne media direct zichtbaar is; het postmoderne denken, waarin geen plaats is voor het bovennatuurlijke; de ontwikkeling van de moderne techniek die een maakbare wereld belooft; het toenemende besef van het belang van het aardse leven en de toegenomen mondigheid van de mens van deze tijd die God ter verantwoording durft te roepen.
De Bijbel is niet onduidelijk over Gods almacht, aldus ds. Schreuder. Hij verwees daarbij onder andere naar de schepping en naar het feit dat de satan Job kwaad mocht doen. „Het zeggen dat God doet wat Hij wil, is geen leerstuk, maar een geloofsbelijdenis. Het lijden is de straf op de zonde. De mens heeft het lijden over zichzelf afgeroepen. We krijgen echter geen antwoord op de vraag waarom God de zonde heeft toegelaten. God werkt de zonde niet, maar bestuurt de zonde wel. God bestuurt alles. Dat houdt meer in dan dat God de zonde toelaat.”
Over Gods goedheid is de Bijbel ook helder, zei ds. Schreuder. „God heeft de mens goed geschapen, maar de mens heeft zich van deze gave beroofd. De zonde is een daad. Als men het kwaad toeschrijft aan machten buiten God stel je Gods goedheid veilig, maar dan komt Gods almacht onder druk te staan.”
Oplossingen
In de loop van de laatste eeuw zijn er veel oplossingen voor het probleem van het lijden bedacht. Ds. Schreuder noemde er vijf. De eerste is die van Karl Barth, die zei dat God de gans Andere is, Die zo groot is dat de mensen niets over Hem kunnen zeggen. God openbaarde Zich in Christus, Die afrekende met de zonde, het lijden en het kwaad, volgens Barth.
Prof. dr. A. van de Beek stelt dat God veranderlijk is en Zich op het ene moment heel anders openbaart dan het andere moment. Mensen kunnen de openbaring van Gods goedheid en almacht slechts uit het moment van de geschiedenis afleiden.
Harold Kushner zegt dat God wel goed is, maar niet almachtig. Ds. Schreuder vindt dat die visie alleen maar troost geeft voor dit leven en geen eeuwigheidperspectief biedt. Anderen, zoals Eli Wiesel, zweren het geloof in God af door het lijden dat ze meemaken. Wiesel moest in een concentratiekamp aanwezig zijn bij de ophanging van een jongen. „Waar is God?” riep toen iemand. „Die is opgehangen”, was Wiesels antwoord.
Ds. Schreuder zei dat in de Bijbel Gods almacht en Zijn goedheid niet ter discussie staan. „De Bijbel gaat daarvan uit.” De predikant ging dieper in op de geschiedenis van Job, die met een ontzaglijk lijden te maken kreeg. Eerst loofde hij God, maar daarna vervloekte hij zijn geboortedag. Ds. Schreuder: „Job was toen een verbijsterd en ontredderd mens. De Heere geeft ruimte voor ontreddering en ontzetting. In gesprekken met mensen die lijden, moet je hen niet te snel corrigeren en zeggen wat de goede antwoorden zijn. Het is beter om je in te leven in wat het lijden is, de ander aan te horen en niet bang te zijn voor een wanhoopskreet. Je hoeft het niet met de ander eens te zijn. Iemand begrijpen is niet hetzelfde als het met iemand eens zijn.”
De predikant gaf aan dat God Zijn majesteit liet zien met het doel om Job op zijn plaats te zetten. „De Heere gaf hem geen inzicht in de zin van het lijden. Hij verbrak het stilzwijgen, maar bleef de Verborgene. Toen Job zich aan Hem onderwierp, nam God het voor hem op.”
Ook de Heidelbergse Catechismus en de Nederlandse Geloofsbelijdenis spreken uitdrukkelijk over God Die almachtig en goed is, aldus ds. Schreuder. „Guido de Brès komt ook terecht bij Jezus Christus, maar door een heel andere weg dan Karl Barth.”