Onderzoek: Protestantse Kerk presenteert zich te bescheiden
UTRECHT – De presentatie van de Protestantse Kerk is te bescheiden, concludeert bureau Motivaction, dat onderzocht in hoeverre de kerk aansluiting vindt bij verschillende doelgroepen. Het onderzoek wees uit dat de kerk maar twee „mentaliteitsgroepen” in de samenleving bereikt, de traditionele burgerij en de postmaterialisten.
Motivaction voerde het onderzoek uit in opdracht van de Protestantse Kerk in verband met de eerste missionaire ronde van de kerk. Daarbij bezochten ds. Hans van Ark en drs. Nynke Dijkstra-Algra van het team Missionair Werk en Kerkgroei in totaal tachtig gemeenten.
Het is de bedoeling dat het tweetal die gemeenten weer langsgaat, maar dan in twee jaar in plaats van een, zo deelde ds. Van Ark donderdag tijdens een persbijeenkomst in Utrecht mee. Gedurende de tweede ronde zal de vraag aan de orde komen hoe de plaatselijke gemeenten meer naar buiten kunnen treden en hoe ze een missionaire houding kunnen ontwikkelen. De nieuwe ronde gaat volgende week in Doetinchem van start onder het motto ”De wind steekt weer op”. Daarbij zullen de onderzoeksresultaten van Motivaction gebruikt worden.
Het onderzoek brengt aan het licht dat de Protestantse Kerk bij slechts twee van de acht „mentaliteitsgroepen” in Nederland aansluiting vindt: de traditionele burgerij en de postmaterialisten, zo lichtte onderzoeker drs. Peter Jobsen toe. De traditionele burgerij heeft de kerkgang van de ouders meegekregen en is betrokken bij de mensen rondom haar. De postmaterialisten zijn bewust bezig met zingeving en zijn begaan met de wereld dichtbij en ver weg.
Het lukt de kerk echter veel minder om de „nieuwe conservatieven, de moderne burgerij, de gemaksgeoriënteerden, de opwaarts mobielen, de kosmopolieten en de postmoderne hedonisten te bereiken, die over het algemeen meer individualistisch zijn ingesteld.”
Jobsen wees erop dat van de drie hoofdgroepen –conservatieven, modernen en postmodernen– vooral de modernen en in mindere mate de postmodernen het laten afweten. De kerk zou beter bij hen kunnen aansluiten door zich meer in het gedachteleven van deze richtingen te verplaatsen, zei hij. Om de moderne richting, die vaak maar een kleine familie- en vriendenkring heeft, te raken, is het goed dat de kerk aanwezig is en meeleeft op moeilijke momenten. Voor de modernen zijn informele ontmoetingen en een warme omgeving belangrijk. De kerk kan inspelen op de gevoelens van postmodernen door hen te leren ontdekken wie ze zelf zijn en door het bieden van diepgang en een zoektocht naar het hogere, vindt Jobsen.
Wil de Protestantse Kerk weer terug naar het hart van de Nederlandse samenleving, dan is het belangrijk om aandacht te hebben voor het dagelijks leven en de dagelijkse gevoelens van de niet-bereikte groepen Nederlanders, zei de onderzoeker. „Jezus stond ook dicht bij de mensen en kende hun concrete noden. De kerk heeft een duidelijk verhaal en moet geen twijfel uitstralen, maar dat gebeurt wel als ze zegt het ook niet te weten. De kerk is sterk in het bieden van troost, kracht en richting. De presentatie van de kerk is te bescheiden. Een ingetogen stijl sluit niet aan bij de houding van de meeste Nederlanders van dit moment.”
Ds. Van Ark: „Bescheidenheid is een deugd, maar de presentatie van de kerk naar buiten vraagt om een niet-bescheiden presentatie, bijvoorbeeld wat betreft de inrichting van de website van de plaatselijke kerk en van het kerkblad.”
„We moeten bescheidenheid en vrijmoedigheid combineren”, voegde Dijkstra-Algra eraan toe.
Ze vond het recente Jacobidebat in Utrecht waarbij Kluun en Bodar met elkaar in gesprek gingen, een van de geslaagde initiatieven van de kerk om nieuwe groepen te bereiken. Verder noemde ze kerkelijke retraites, de Taizé-viering in Rotterdam en culturele cursussen als middelen om de postmoderne mens te bereiken. Voor het trekken van mensen van de moderne richting denkt ze aan gespreksavonden rond kind en dood, relatieondersteuning en opvoedingsondersteuning.
Het doel van de missionaire rondes is, aldus ds. Van Ark, in de eerste plaats het beperken van de uitstroom uit de Protestantse Kerk, met nu 2,1 miljoen personen, die nog steeds doorgaat, zij het in afgezwakte vorm. Hij vindt het voor iedere plaatselijke predikant belangrijk om de context van eigen dorp of stad te kennen. De bijeenkomsten tijdens de tweede missionaire ronde geven daarvoor handvatten, onder meer met behulp van een placemat met de acht mentaliteitsgroepen. „Als de predikanten weten op welke groepen ze zich in de eigen plaats moeten richten, kunnen ze concrete acties ondernemen.”