Hij werkte aanvankelijk als journalist en was, eenmaal met pensioen, de laatste jaren altijd weer bereid de pers te woord te staan over staatsrechtelijke kwesties: snel maar helder.

Hij verruilde zijn journalistieke werk (Haagsche Courant, Algemeen Dagblad, NRC) in 1973 voor een studie rechten en belandde ook in de politiek. Jan Vis werd in de jaren zeventig lector en vervolgens hoogleraar staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. In de jaren tachtig en negentig was hij Eerste Kamerlid voor D66. In 1994 was hij mede-informateur van het eerste kabinet-Kok. Vis was lid van de Raad van State van 1 maart 1995 tot 1 november 2003.

D66-voorman in de Tweede Kamer Alexander Pechtold is erg geraakt door het heengaan van Vis: „Voor mij was Jan een belangrijk klankbord en een betrouwbare steunpilaar. In de vele gesprekken die ik tot op het laatste moment met hem had, waren zijn adviezen scherp en doorwrocht en altijd met een relativerende kwinkslag. Met Jan verliezen we een aimabel mens.”

Volgens Pechtold verliest Nederland met Vis een staatsrechtelijk geweten. „Jan roerde zich veelvuldig in het maatschappelijk debat. Hij viel op door zijn verstand van zaken en scherpe, jeugdige geest. Jan ging altijd met zijn tijd mee.”

Partijvoorzitter Ingrid van Engelshoven viel Pechtold bij in alle waardering: „Jan was al zolang ik betrokken ben bij D66 een stabiele factor. Onder alle omstandigheden bereid de partij met raad en daad terzijde te staan. Wij zijn hem veel verschuldigd.”