Schippers reageren gelaten op stremming in de Rijn
MAINZ – De sfeer onder de schippers bij de stremming op de Rijn in Duitsland is gelaten. Gezellig ook. „Misschien wat merkwaardig voor hardwerkende schippers.”
Op de Rijn bij de Lorelei, tussen Mainz en Koblenz, ligt een file van zo’n 200 schepen. Dik driekwart is Nederlands. De Duitse Rijkswaterstaat laat alleen stroomopwaarts wat schepen passeren. Onder begeleiding. De berging van het donderdag 13 januari gezonken schip duurt langer dan gedacht.
Cornelis Bernouw uit Dinteloord ligt al elf dagen met de Prinsenland aan wal. De schipper is met 1500 ton cokes onderweg naar Gent. „We zijn de sigaar.” De schipper kan niet terug naar Nederland.
De problemen nemen toe. Het hoge water zakt, de zwaarder geladen schepen dreigen aan de grond te lopen. „Als het waterpeil verder daalt, moeten we een oplossing zoeken”, verklaart de schipper van de Prinsenland. „Misschien moeten we een deel van de lading lossen.”
De schipper ziet af en toe schepen van de opvaart langskomen. Voor de afvaart, dicht langs het wrak, geldt een absoluut vaarverbod. „Het begint te knagen.” Volgens de Dinteloorder durft niemand het aan toestemming te geven. De ervaren schipper ziet niet zo veel problemen. „De risico’s zijn niet verzonnen, maar als we voorzichtig zijn moeten het kunnen. Als ze ons echter laten passeren, dan moeten ze ook Polen en Roemenen laten gaan.” Overdag voert de schipper wat achterstallig onderhoud uit. Bernouw vaart sinds vorig jaar zonder matroos. „Zonder personeel blijft er al snel wat onderhoud liggen. Ik sta nu lekker de machinekamer te soppen.” Lastiger is het halen en brengen van de kinderen naar het internaat in Krimpen. „Op vrijdag en maandag vierenhalf uur heen én vierenhalf uur terug.” Vandaag biedt schoonvader z’n diensten aan. „We rijden beiden naar Venlo. We verdelen de pijn.”
De financiële schade door de ‘filevorming’ loopt in de miljoenen. Ook Bernouw ziet z’n inkomsten fors kelderen. Normaal komt er zo’n 1000 euro per dag binnen, de verzekering dekt slechts 400 euro per dag, een kwartje per ton. Daarvan moet hij hypotheek, verzekering en vaarkosten betalen. „De exacte schade is moeilijk te berekenen. We mogen niet klagen. Ik lig nog niet failliet te gaan.”