Opinie

Commentaar: Eenheid blijven zoeken

Het zoeken naar volledige institutionele eenheid van kerken is niet meer van deze tijd. Dat is de stelling die de Amsterdamse hoogleraar James Kennedy eind vorige week betrok in zijn oecumenelezing. In onze „ontkerkelijkte cultuur” heeft dat streven geen prioriteit meer. Mede dankzij internet en sociale media weten christenen elkaar over de kerkmuren heen prima te vinden.

24 January 2011 11:28Gewijzigd op 14 November 2020 13:24

Daar komt bij dat er een groeiende groep christenen is die zich liever verenigt in huiskerken dan in een gemeente die behoort tot een kerkverband. De regels die ‘van hogerhand’ worden vastgesteld, ervaren zij als knellend. Zij voelen meer voor een laagdrempelige samenkomst waarin de aanwezigen met elkaar beslissen hoe zij vormgeven aan het discipel-zijn van Jezus Christus.

Kennedy noemt deze ontwikkeling positief. Hij ziet daarin een antwoord op de vragen die aan de kerk worden gesteld nu zij in de marge van de samenleving is terechtgekomen. Door het gemeenteleven, de levensstijl van de leden en de afwijkende visie kan een gemeente zo een contrasterende gemeenschap zijn die tot voorbeeld is voor de rest van de samenleving.

Vooreerst moet worden vastgesteld dat er de achterliggende halve eeuw wel veel is gesproken over het streven naar eenheid, maar dat dit tot weinig resultaten heeft geleid. Weliswaar zijn er grote oecumenische conferenties gehouden, maar tot concrete vereniging van kerken heeft dit nauwelijks geleid. Zelfs de slotverklaringen van assemblees waren compromisteksten, waar letterknechten met grote vindingrijkheid en enorm doorzettingsvermogen aan werkten om de ver uiteenliggende standpunten toch op één noemer te brengen. Men sprak over eenheid, maar men hield vooral vast aan het eigen gelijk.

Ook bij kerken die trouw zijn aan de gereformeerde belijdenis, en die vaak geen deel uitmaken van oecumenische organisaties, wordt wel gesproken over „wenen vanwege de verdeeldheid” maar werden weinig zakdoeken door en door nat van tranen. Gewoon omdat het verlangen naar eenheid niet diep zit. Kortom, zo intens was het streven naar eenheid niet, bij de grote kerken niet, bij de kleinere gereformeerde kerken evenmin.

Daarmee is echter niet gezegd dat christenen het ideaal van eenheid mogen loslaten. Als Christus als Koning van de kerk bidt of Zijn volgelingen allen één mogen zijn, is dat een diep verlangen dat tot voorbeeld moet zijn voor allen die Zijn Naam belijden. Alleen al om die reden is het noodzakelijk te streven naar eenheid.

Kennedy constateert dat allerlei informele verbanden gemakkelijker leiden tot het elkaar zoeken over de kerkmuren heen, dan een streven naar samenwerken en samengaan vanuit de institutionele kerken. In de praktijk blijkt dat inderdaad zo te werken, ook binnen de gereformeerde gezindte. Een bekend voorbeeld is dat de reformatorische scholen, waar jongeren vanuit verschillende denominaties elkaar ontmoeten, de herkenning tussen mensen met een verschillende kerkelijke achtergrond hebben vergemakkelijkt. Dat kan positief geduid worden. Toch is het te mager als het daarbij blijft en er niet vanuit de kerken gezocht wordt naar toenadering.

Het oprichten van een zelfstandige gemeente is daarbij de gemakkelijkste weg. Daarmee verbrokkelt het kerkelijk erf nog meer. In een onafhankelijke gemeente kan men met elkaar weliswaar de meest gewenste vorm van gemeente-zijn kiezen, maar die verliest de formele relatie met andere gemeenten. Vrijblijvendheid is een ernstig gevaar voor een gezond kerkelijk leven. De geschiedenis heeft bovendien geleerd dat onafhankelijke gemeenten op den duur nogal eens ontspoorden. Elke gemeente heeft de andere gemeenten van een kerkverband nodig om op koers te blijven.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer