Koning Willem II hield van Tilburg
Het is alsof een reuzenhand wat gebouwen uit verschillende tijdvakken bij elkaar heeft gezet. Die indruk roept het centrum van Tilburg op. Te midden van deze mengelmoes staat een soort kasteeltje: het voormalige paleis van koning Willem II, waar nooit een vorst heeft gewoond.
Ondanks dat Tilburg nog maar 200 jaar stadsrechten heeft, is het wat inwonertal betreft de zesde stad van Nederland. De Brabantse plaats bestond aanvankelijk uit elf vrij kleine gehuchten, die in de negentiende eeuw door de zich snel ontwikkelende textielindustrie aan elkaar groeiden. Dat is de oorzaak dat de stad niet net als bijvoorbeeld Amsterdam een groot historisch centrum heeft. Enkele kerken en huizen vormen de belangrijkste monumenten. Verder staan er veel panden uit de negentiende eeuw, het begin van de twintigste eeuw en moderne gebouwen.
In het hart van Tilburg staat het stadhuis, met aan de voet ervan het paleis, dat nu vooral dienstdoet als vergader- en trouwlocatie. Het paleis werd gebouwd in opdracht van koning Willem II (1792-1849). Hij werd aan het begin van de negentiende eeuw, toen hij nog prins was, naar het zuiden gestuurd om de opstand van de Belgen te bedwingen. België scheidde zich ondanks alle inzet af van Nederland.
Om de situatie in de gaten te houden, woonde Willem II in een herenhuis in Tilburg, dat overigens inmiddels is afgebroken. Ook nadat hij in 1840 koning werd, verbleef hij er veel. Om gerieflijker te kunnen wonen, liet hij een paleisje bouwen in de neogotische stijl. Wim Franken is een van de twee stadsgidsen die rondleidingen mogen geven in het paleis. „De koning hield van Tilburg. En de Tilburgers hielden van de koning. Hij stond tussen het volk. Hij had altijd de gordijnen van zijn koets open, zodat hij naar de mensen kon zwaaien.”
Het paleis werd op een steenworp afstand van de woning van de vorst gebouwd. Het kreeg vier torens en zo’n dertig kleine salons. „Willem II heeft er nooit gewoond. Een paar weken voordat het paleis werd opgeleverd, overleed hij.” In maart 1849 ging de vorst ziek van Den Haag naar Tilburg. Zijn vrouw, de van oorsprong Russische Anna Paulowna, werd vervolgens vanuit Den Haag gehaald omdat het niet goed ging met haar man. „Toen ze in Tilburg kwam, werd ze niet bij haar man toegelaten, zogenaamd omdat ze moe zou zijn van de reis. Die dag overleed de koning. Ze is dus niet bij zijn sterven geweest.” Na zijn dood op 17 maart 1849 werd de vorst opgebaard in de hal van het nieuwe paleis en later begraven in Delft.
Zo’n vijftien jaar werd er niets met het gebouw gedaan. Daarna kwam er een hbs in. „Een van de eerste leerlingen was Vincent van Gogh.” Momenteel is er nog een nagebouwd tekenlokaal te zien. In 1936 nam Tilburg het pand in gebruik als gemeentehuis. Het interieur werd volledig gesloopt en herbouwd in art-decostijl. Het maakt nu deel uit van het moderne stadhuis. „In het pand is geen vloer waar de koning ooit op heeft gestaan.”
In Tilburg herinnert nog veel aan Willem II. Een gedenknaald bij het paleis, een kazerne, een bank in de vroegere hervormde kerk en de naam van voetbalclub Willem II. Rondleidingen in het paleis zijn alleen op zondag. „Doordeweeks zijn er wel stadswandelingen waarbij over Willem II wordt verteld.”
Dit is de vierde aflevering in een serie over minder bekende plaatsen in Nederland waar de Oranjes hun sporen nalieten. Volgende week: Leeuwarden.