Geen daling aantal werkzoekenden CWI
Het aantal niet-werkende werkzoekenden bij de Centra voor Werk en Inkomen (CWI) is in april gelijk gebleven. In voorgaande jaren nam het aantal in april nog sterk af.
De Centra voor Werk en Inkomen hebben dat maandag gemeld. De bureaus noteerden meer werkzoekende vrouwen, etnische minderheden en veertigplussers. Daarentegen lieten vooral seizoensgebonden bouwvakkers en landbouwmedewerkers zich uitschrijven. Ook de jeugdwerkloosheid nam iets af.
In de registers stonden per 1 mei 590.000 niet-werkenden ingeschreven voor een baan. Dat is 7,8 procent van de beroepsbevolking. Daarnaast zoeken nog circa 80.000 werkenden via het CWI een andere baan. De meeste werkzoekenden hadden voorheen een baan als productiemedewerker. Ook administratief medewerkers en transportpersoneel stonden in april in de topdrie van de werkzoekenden.
De Rotterdamse regio heeft het hoogste percentage niet-werkende werkzoekenden van Nederland (11,6 procent), gevolgd door Groningen/Noord-Drenthe (10,9 procent) en Zuid-Limburg (9,9 procent). Het laagste percentage is te vinden in de regio Rijn-Gouwe rond Gouda (4,2 procent).
De CWI signaleren de laatste maanden een flinke toestroom van werkzoekenden, ook van mensen die al een baan hebben. Het aantal is de afgelopen vier maanden met 42.965 toegenomen. Vergeleken met een jaar eerder zijn er circa 20 procent meer inschrijvingen voor een baan.
De centra hebben de werkzoekenden echter een afnemend aantal vacatures te bieden. In de eerste vier maanden van 2003 werden 63.000 vacatures ingediend bij de centra: 3 procent minder dan in dezelfde periode in 2002. De banen waarvoor nog mensen worden gezocht, zijn vooral te vinden in de zakelijke dienstverlening en de landbouw.