Kerk neemt schuchter plek op web in
Wat aarzelend begeven ze zich op het digitale pad, de kerken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Een deel laat internet tot dusver links liggen. Gemeenten mét site informeren daarmee vooral de eigen achterban. P. Dekker van de IKON, ds. K. F. W. Borsje uit Katwijk en H. Waterman van de gereformeerde gemeente in Boskoop geven hun visie op de (on)mogelijkheden van het web.
P. Dekker: Telefoonnummer dominee onvindbaar
De IKON, een omroep die media-activiteiten verzorgt voor een achttal kerken waaronder de Protestantse Kerk in Nederland, deed eind vorig jaar onderzoek naar de aanwezigheid van kerken op het web. „Een monnikenwerk was het”, zegt P. Dekker, hoofd nieuwe media van de IKON en voorzitter van de stichting Zinzoekers op het Web. Kerknieuwsredacteur Erik Jan Tillema van de IKON ging van 3000 plaatselijke kerken en geloofsgemeenschappen na of zij een eigen site hebben.
Uit de nog nooit eerder uitgevoerde screening bleek dat drie van de vier gemeenten zich op internet presenteren. Een kwart, enkele honderden gemeenten, houdt zich dus afzijdig. Een gemiste kans, vindt Dekker. Maar ook de gemeenten die wel online zijn zouden de digitale mogelijkheden naar zijn smaak beter kunnen benutten.
De meeste gemeenten gebruiken hun website alleen om hun achterban van vaste kerkgangers te informeren over wat er in de kerk gebeurt. „Ze zien over het hoofd dat ze ook moeite kunnen doen om zoekende mensen naar de kerk te krijgen. Kerken vermelden bijvoorbeeld dat de kerkdienst om 10.00 uur begint, zonder daarbij het adres van het kerkgebouw te noemen. Dat wordt als bekend verondersteld. Ik vind het vreemd dat zoiets eenvoudigs als het telefoonnummer van een dominee moeilijk of niet te vinden is. Zo is er geen communicatie mogelijk.” Wat ontbreekt, is doordacht beleid met betrekking tot de doelgroep van een website en de manier waarop de kerk deze groep wil bereiken.
Het ontwerpen en onderhouden van een website is meestal het werk van één persoon, doorgaans iemand met verstand van techniek en vormgeving. Volgens Dekker is het ondenkbaar dat iemand alle kwaliteiten in zich verenigt die nodig zijn om een goede site in de lucht te houden. Hij pleit daarom voor het formeren van een team waarin alle benodigde kennis en kunde vertegenwoordigd is. En voor samenwerking tussen kerkelijke gemeenten, die op dit moment vrijwel allemaal zelf het wiel uitvinden.
Plaatselijke gemeenten die tot een landelijke kerk behoren, zouden gebruik kunnen maken van hetzelfde format. Dat voorkomt rommelige sites en versterkt de uniformiteit.
Vrijwel geen kerk maakt volgens Dekker gebruik van internet als interactief medium waarmee kan worden gecommuniceerd met de doelgroep of dat een platform kan bieden aan mensen die contact of dialoog zoeken. Meedenken over een kerkdienst of discussiëren op een forum kán, maar blijft op het kerkelijke erf vooral theorie. In de praktijk is de kerkelijke communicatie op het web eenrichtingsverkeer. Reden waarom de interactie op andere plaatsen tot bloei komt.
Dekker beaamt dat het vaak veel tijd en moeite kost om de inhoud van een forum een beetje netjes te houden.„Inderdaad zijn wij daar continu mee bezig. Er zijn allerlei methodes voor. Zo kun je registratie verplichten en iemand na een misdraging ervan op de hoogte stellen dat hij niet volgens de regels heeft gehandeld. Wanneer gedrag niet verandert, blokkeer je de gebruiker. Op het forum van de IKON worden inmiddels meer dan negentig personen niet meer toegelaten. Toch hebben we dit ervoor over, omdat een forum veel discussie mogelijk maakt.”
Waterman: „Website digitaal visitekaartje van kerk”
De gereformeerde gemeente van Boskoop lanceert dit voorjaar een eigen website. Kerkenraadslid H. Waterman maakt deel uit van de werkgroep die de komst van de site voorbereidt. Daarnaast organiseert hij een bijeenkomst voor gemeenten in de classis Gouda die een website hebben of overwegen er een te ontwikkelen. Betrokkenen steken de hoofden bij elkaar om kennis te nemen van plaatselijke ontwikkelingen en om van elkaar te leren – overigens zonder dat de classis hiervoor de verantwoordelijkheid draagt.
Er zitten namelijk nogal wat haken en ogen aan het in de lucht houden van een eigen site, is de ervaring. Daar komt bij, zegt Waterman, dat er plaatselijk grote verschillen zijn in zienswijze en aanpak.
Na een principiële discussie en een grondige bezinning op kosten en beheersinspanning besloot de gereformeerde gemeente in Boskoop zich te gaan presenteren op het web. „We hebben tegen elkaar gezegd dat we niet voorop hoeven te lopen in deze ontwikkeling. In onze kringen is er een zekere beduchtheid voor internet. Die aarzeling is te begrijpen. Het gebruik van internet brengt gevaren, zoals internetverslaving, met zich mee. Die moeten we niet bagatelliseren. Tegelijk geldt dat dit een goed gebruik niet hoeft uit te sluiten. Internet is bovendien niet meer weg te denken uit onze gezinnen. Overigens zijn er ook gemeenten die gewoon geen behoefte hebben aan een website en daar uit praktische overwegingen niet aan beginnen.”
De werkgroep, bestaande uit kerkenraadsleden en gemeenteleden, stak haar licht op bij andere gemeenten en schreef vervolgens een plan van aanpak. De website moet aan vooraf gestelde doelen beantwoorden. De Boskoopse gemeente vindt het van belang dat zij zich met een helder profiel aan de samenleving presenteert en dat de website een evangeliserende functie heeft. Waterman: „Waarbij het motto is: kom ga met ons en doe als wij. Een website kan mensen bij onze gemeente bepalen.”
Boskoop beoogt met de website dan ook een digitaal visitekaartje af te geven. „Het gaat uiteindelijk om Gods Koninkrijk en de site moet dus de toets van de kritiek kunnen doorstaan. Een professionele presentatie ondersteunt de boodschap. We willen geen houtje-touwtjewebsite.”
De gestelde doelen zijn richtinggevend bij het bepalen van de inhoud. Vanwege de evangeliserende functie van de site zouden links naar andere christelijke websites het in de besluitvorming wel eens af kunnen leggen tegen, bijvoorbeeld, een interactieve Bijbelcursus.
De werkgroep kiest ook voor een intern gedeelte dat omwille van de privacy alleen toegankelijk is voor gemeenteleden en dient ter ondersteuning van het verenigingsleven. „Een bedrijf zet de activiteiten van de personeelsvereniging ook niet op het web”, licht Waterman deze keuze toe. „Niet alles wat zich in de gemeente afspeelt, hoeft zichtbaar te zijn.”
Op termijn kunnen gemeenteleden via het interne gedeelte van de website ook vergaderingen plannen of kijken welke ruimte er voor een bijeenkomst beschikbaar is.
Ds. Borsje: Hyves hoort beetje bij mij
In ruim twee jaar tijd maakte ds. K. F. W. Borsje, hervormd predikant in Katwijk, 320 vrienden. Hyvesvrienden. Een groot deel is afkomstig uit zijn huidige gemeente en uit de vorige gemeenten waar hij als predikant diende. Zijn catechisanten brachten hem op het idee om een eigen Hyvespagina te beginnen, compleet met familiefoto’s en blogs. „Ik dacht: Gunst, als ik eens iets wil laten weten, is Hyves misschien een aardig medium. Dus ik ging een beetje oefenen, een beetje rommelen en ja hoor, ik had een eigen hyve. En wat bleek? Een heleboel van die gasten meldden zich meteen aan als vriend.” Het bleef niet bij jongeren. Ook oudere gemeenteleden weten ds. Borsje op het web te vinden.
Zijn presentie op internet verlaagt de drempel voor mensen die met de predikant in contact willen komen maar dat „niet zo gemakkelijk doen of durven.” Omgekeerd stuurt ds. Borsje regelmatig een felicitatie als hij de melding krijgt dat er iemand jarig is. Het is dan een „kleine moeite” om ook even belangstelling te tonen voor die persoon met een gebroken arm.
Wanneer hij via zijn hyve verneemt dat er ernstige dingen aan de hand zijn, stuurt hij een persoonlijk berichtje. „Hyves is een leuk medium, maar je moet oppassen dat privacygevoelige informatie niet op straat komt te liggen.”
Ondanks een enkele foto van hemzelf of van een familielid –„dat doe ik om de boel een beetje levendig te houden”– is zijn pagina geen privéhyve. „Mijn www’s (wiewatwaar, EH-vS) gaan bijna altijd over iets kerkelijks: een aardige activiteit of de tijd van het jaar. Ik hoed mij ervoor om de pagina te uitbundig te maken. Hij dient een doel. Als zulke eenvoudige dingen zoals een hyve bijdragen aan meer toegankelijkheid voor de Woordverkondiging, wil ik wel –in alle bescheidenheid– iets van mezelf laten zien.”
Zou hij collega’s aanraden om digitaal te gaan? „Ik weet het niet. Door een teruglopend aantal kerkgangers kan er wel eens de neiging zijn om een veelheid aan veelbelovende initiatieven na te volgen. Maar dat loopt vaak op niets uit. Laat iedere predikant doen wat bij hem past. Blijkbaar hoort Hyves een beetje bij mij.”