Van Middelburg naar Vietnam

„Vietnam is chaos, maar wel ontzettend leuk.” Arie en Carien Midavaine uit Middelburg bivakkeerden enkele jaren in het Aziatische land. Hun relatie leed niet onder het buitenlandse verblijf. „We hadden het er rustiger dan hier.”

20 January 2011 09:11Gewijzigd op 14 November 2020 13:21Leestijd 8 minuten
Louise en Olivier Midavaine. Foto Arie Midavaine.
Louise en Olivier Midavaine. Foto Arie Midavaine.

Azië bruist en dat ligt ons wel, constateert Midavaine. „Alles hoeft niet tot in de puntjes geregeld te zijn.”

Arie Midavaine (37) en Carien Midavaine-van der Kraan (37) en hun kinderen Louise (10) en Olivier (8) woonden ruim drie jaar in Vietnam. Daniël (1) werd er geboren. Sinds juli zijn ze terug in Middelburg. Midavaine werkt bij het scheepsbouwbedrijf Damen Shipyards Gorinchem. Voor zijn vertrek naar Vietnam verbleef hij al regelmatig in het buitenland. „Eerst in Polen, daarna op een Roemeense werf. Aanvankelijk 40 dagen per jaar, maar dat werden er uiteindelijk 180.”

Toen in 2005 de functie van projectmanager op een Vietnamese werf vrijkwam, bood de Middelburger zichzelf aan. „Tien dagen later zaten Carien en ik in het vliegtuig voor een oriëntatiereis. Carien was enthousiast over Vietnam, maar ik trapte op de rem. Volgens mij was er voor haar te weinig te doen om het vol te houden. Ik vertrok november 2005 in mijn eentje. Ik ben dus vijf jaar in Vietnam geweest.”

Midavaine begeleidde op de werf in het Noord-Vietnamese Haiphong de bouw van sleep- en werkboten voor Damen Shipyards. Hij verbleef afwisselend drie weken in Azië en twee weken in Nederland. In eigen land was de manager zo druk dat hij zijn vrouw en kinderen nauwelijks zag. Carien: „Dat werd me te gortig. Ook de fysieke afstand vond ik niet prettig. Daarom zijn de kinderen en ik in januari 2007 naar Vietnam verhuisd. Arie was elke week van maandag tot en met donderdag van huis en werkte vrijdags thuis. Dat voelde –ook mentaal– een stuk beter, want hij zat maar 120 kilometer verderop.”

Hanoi vormde de thuisbasis van het gezin, omdat de Vietnamese hoofdstad over voorzieningen voor buitenlanders beschikt. „Scholen, kerken, maar ook winkeltjes die brie en wijn verkopen.”

Dagelijks reizen tussen de scheepswerf en Hanoi bleek geen optie. „Mijn chauffeur deed in totaal vier uur over de onrustige rit heen en terug vanwege de motoren, fietsers, wandelaars en het vee die allemaal dezelfde weg gebruiken. Vietnamezen kijken alleen maar vooruit en als automobilist word je geacht overal voor te remmen.”

U zegde uw baan op voor het werk van uw man. Was dat zuur?

Carien: „Arie en ik wilden de kans om naar het buitenland te gaan, grijpen. Ik vond het dus niet moeilijk mijn baan als projectbegeleider bij Rijkswaterstaat op te zeggen.”

Ondanks de kans dat u in Vietnam geen werk zou kunnen vinden?

„Ik ben direct gaan zoeken, want de hele week thuiszitten is niets voor mij. Het eerste jaar deed ik vrijwilligerswerk op school en voor de internationale vrouwenclub. Daarna werkte ik vijf ochtenden als leidinggevende van een internationale kleuterschool.”

U was al vertrouwd met Vietnam. Zat u erover in of uw vrouw zich zou kunnen aanpassen?

Arie: „Absoluut niet. Carien is flexibel en weet goed met tegenslagen om te gaan. Ook als ik er niet ben. Voor zo’n onderneming moet je met stress kunnen omgaan. En als je alleen naar het buitenland gaat om een hoop geld te verdienen, kun je beter thuisblijven.”

„Datzelfde geldt voor mensen die erg aan huisje, boompje, beestje hechten”, vult Carien aan. „Je bent niet op vakantie, maar leeft. Inclusief alle minpunten.”

Zoals?

„Het gemis van de contacten met familie en vrienden in Nederland. Elke week viel in Hanoi de stroom een paar keer uit. Op dat moment is er vaak onvoldoende water. De wintermaanden zijn in het noorden vochtig en soms koud. Omdat verwarming ontbreekt en kozijnen slecht sluiten, is het buiten even koud als binnen. En dankzij een luchtvochtigheid van 90 procent loopt het water van de muur en beschimmelen kleren en tassen.”

Nog een dip gehad?

„We hebben het onwijs naar onze zin gehad, maar na een jaar waren we het ineens goed zat”, herinnert Midavaine zich. „Vietnamezen werken hard en glimlachen altijd. Toch was ik hen even spuugzat, alleen al omdat ik hen drie keer per dag hetzelfde moest vertellen. Ik ging er af en toe tussenuit om mij weer op te laden.”

„Vinden we dit nog leuk, vroegen we ons af”, vult Carien aan. „Hanoi gonst overdag van de geluiden van toeterende brommers en schreeuwende straatverkopers. Je krijgt geen moment rust. De kinderen hebben het fijn gehad, maar zelfstandig een boodschapje doen of naar vriendjes gaan was vanwege het chaotische verkeer niet mogelijk.”

Waarom bleef u toch in Vietnam?

Carien: „We verhuisden naar een fijner huis en de kinderen kregen het beter naar hun zin op school. Verder namen Arie en ik meer tijd om dingen samen te doen.”

Hoe belangrijk zijn sociale contacten in het buitenland?

Carien: „Toen we in Hanoi neerstreken, kenden we niemand. Al snel ontmoetten we Nederlanders die een week eerder waren aangekomen. Dat was een strohalm. Een kleine groep mensen op wie je dag en nacht kunt terugvallen, is enorm belangrijk. Ik heb in Vietnam vriendinnen gevonden met wie ik intens contact onderhield. Het klikte snel, omdat iedereen dezelfde instelling had: we zijn hier voor ons werk en we gaan er het beste van maken.”

Arie: „Vriendschappen hebben in het buitenland een beperkte houdbaarheid. Elk halfjaar werd de helft van deze contacten ververst, omdat mensen weer vertrokken.”

Hoe is het u kerkelijk vergaan?

Arie: „In Middelburg zijn we lid van de PKN. In Hanoi bezochten we de diensten van de Hanoi International Fellowship. We keken naar de zondag uit, omdat de Bijbelse boodschap voluit klonk en we er de gemeenschap der heiligen ervoeren met mensen uit allerlei landen.”

Wat betekende het leven in Vietnam voor uw huwelijk?

Arie: „Dat heeft geen averij opgelopen. We stuitten niet op nieuwe dingen in onze relatie en het leven was er rustiger dan hier. Ik ervoer het als een zegen om in tegenstelling tot het eerste jaar van vrijdag tot zondag in mijn gezin te kunnen zijn.”

Is zo’n buitenlandse trip voor herhaling vatbaar?

„We zijn uit Vietnam vertrokken omdat ik als hoofd projecten sleep- en werkboten in Gorinchem aan de slag kon. Eerlijk gezegd hebben we best heimwee naar het buitenland.”


In het buitenland wonen voor het werk kan een relatie onder druk zetten. Wat expats en hun partners meemaken, is vergelijkbaar met het krijgen van een eerste kind. Dat stelt Kim van Erp naar aanleiding van onderzoek waarop zij vandaag aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveerde. Een expat is iemand die tijdelijk in een land met een andere cultuur woont dan die waarin hij of zij opgroeide. Meestal is de expat door de werkgever uitgezonden.

De onderzoeker legde ruim honderd koppels een vragenlijst voor. „Bij iedereen woog de mate van aanpassing van de meereizende partner zwaar. Er verandert ook veel. In Nederland hebben man en vrouw meestal beiden een baan en delen ze de zorg voor het huishouden en de kinderen. In den vreemde heeft hij of zij werk en daarmee direct een sociaal netwerk. Zijn nieuwe baan vergt meer tijd dan voorheen en hij krijgt kans zijn carrière verder uit te bouwen. De partner moet inleveren; vindt geen baan of uiteindelijk werk dat minder bevredigend blijkt en wordt financieel afhankelijker van de ander.”

Die situatie is volgens Van Erp vergelijkbaar met het krijgen van een eerste kind. „Het betreft een nieuwe levensfase, waarin rollen veranderen en gevoelens van onrechtvaardigheid kunnen ontstaan.”

Ook het dagelijkse leven –school, boodschappen, ontspanning en sociale contacten– ziet er in het buitenland anders uit. Aanvankelijk levert dat geen problemen op. „De eerste weken zijn geweldig, het eten smaakt heerlijk en het vakantiegevoel overheerst. Wennen aan de nieuwe situatie lijkt prima te verlopen.” Uit een tweede vragenlijst die ruim veertig koppels een jaar na de eerste enquête invulden, bleek dat de mate van aanpassing afnam. „Mensen gaan nadelen ontdekken. Niet alles regel je even vlot als in Nederland en buitenlanders gaan anders om met gemaakte afspraken.”

De uitkomsten van Van Erps studie zijn niet extreem. „De aanpassing verloopt redelijk goed. In cijfers uitgedrukt eerder een 7 dan een 5. Uit mijn onderzoek komt naar voren dat partners elkaar in het buitenland eveneens beïnvloeden: als het met de een slecht gaat, gaat het met de ander ook niet goed. Nog meer dan dit in Nederland het geval was, vermoed ik, omdat men meer op elkaar aangewezen is.”

Expats en werkgevers realiseren zich dat nog onvoldoende. „De nadruk ligt te veel op de werknemer en op de veranderingen buiten het koppel. Ook wijzigingen die na uitzending binnen de relatie plaatsvinden, moeten echter op de agenda staan.”

Opmerkelijk genoeg concludeert Van Erp dat een stel –anders dan in Nederland– niet alle problemen te lijf hoeft te gaan. „Natuurlijk is het vervelend als de meereizende partner geen passende baan kan vinden en carrièrekansen mist. Hier geen stennis over maken, werkt als een beschermingsmechanisme en voorkomt onnodige schade binnen de relatie. Vaak lost zo’n probleem zich bij thuiskomst vanzelf op.”

Dit is het eerste deel van een tweeluik waarin echtparen vertellen over hun verblijf in het buitenland. Volgende week donderdag deel 2.

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer