De inkomsten bedroegen 7 miljard euro, 5,5 procent meer dan in dezelfde periode een jaar eerder tegen constante wisselkoersen. Ook is het percentage aangepast ten opzichte van de extra week die 2009 telde. In heel 2010 kochten consumenten voor 29,5 miljard euro aan boodschappen bij de grutter.

De Amerikaanse supermarktketens (Stop&Shop, Giant Carlisle, Giant Landover) waren goed voor een omzet van 5,6 miljard dollar, 2 procent minder in vergelijking met de vierdekwartaalcijfers over 2009. Wanneer de extra week uit 2009 niet wordt meegerekend, was er sprake van een omzetgroei van 6 procent. De identieke omzetgroei -de groei van de verkopen in eenzelfde aantal winkels en tegen constante wisselkoersen- kwam uit op 1,9 procent en 0,9 procent zonder de verkoop van benzine mee te rekenen.

De Nederlandse ketens, naast supermarkt Albert Heijn zijn dat ook drogisterij Etos en slijterij Gall&Gall, brachten 2,4 miljard euro in het laatje, 3,5 procent minder dan in 2009. Na aanpassing van de cijfers aan de extra week in 2009 steeg de omzet met 5,2 procent. De identieke omzetgroei bedroeg 4 procent.

De Centraal-Europese activiteiten waren goed voor een omzet van 428 miljoen euro tegenover 431 miljoen euro een jaar eerder. De identieke omzetgroei kwam uit op 4 procent.

Ahold zelf sprak van „sterke omzetresultaten in alle markten”. Het bedrijf wijst nog steeds op de aanblijvende, uitdagende omstandigheden. Consumenten willen waar voor hun geld en letten sterk op prijsacties, met name in de Verenigde Staten, aldus Ahold.