De voorganger uit Sarajevo was de afgelopen dagen in Nederland. Hij sprak onder meer zaterdag op de nieuwjaarsbijeenkomst van Stichting Hulp Oost-Europa (HOE). Dobutovic vertelde de vrijwilligers van de hulpverleningsorganisatie dat „er door de genade van God dingen gaande zijn in Bosnië. Er is geen sprake van grote veranderingen, maar er worden nieuwe kerken geopend en ook moslims komen tot Christus.”

Moslims die zich bekeren tot het christendom hebben het zwaar. „Negentig procent van de Bosniërs is moslim. Als een moslim christen wordt, geeft dat onmin in de familie. Soms komt het na enige tijd weer goed, maar vaak blijft het moeilijk. Ook binnen gezinnen kan zo’n keuze spanningen geven. De situatie is niet zo erg dat de familie de bekeerling zal vermoorden, maar de druk is groot.”

Christenen hebben het ook vanwege historische aspecten moeilijk in Bosnië-Herzegovina. De oorlog die Joegoslavië in de jaren negentig trof en tot het ontstaan van Bosnië leidde, trekt in dat opzicht nog diepe sporen, zegt Dobutovic, zelf Kroaat. „Onder de Bosniërs leeft sterk het beeld dat zij, moslims, drie jaar door christenen zijn omsingeld en dat hun volk door hen is uitgemoord. Zij hebben daardoor geen positief beeld van de christelijke kerken. De Balkanoorlog wordt als een religieuze strijd gezien.”

Daar komt bij dat de Rooms-Katholieke Kerk, orthodoxe kerken en de joodse gemeenschap wel in beeld zijn bij de overheid, maar kleine groepen als de baptisten niet. Die worden als verlengstuk van het Westen gezien.

Van officiële zijde wordt de kerk van Dobutovic niets in de weg gelegd. „De wet op religie van 2004 biedt voldoende ruimte en laat kerken vrij. Maar als het om steun aan kerken gaat, zijn alleen de Rooms-Katholieke Kerk en de orthodoxe kerken in beeld. Men is toch bang dat door onze activiteiten te veel moslims over zullen stappen.”

De laatste jaren ziet de predikant voorzichtig een beweging ten goede. „De baptisten worden erkend als volwaardige groep.” De officiële viering van Hervormingsdag heeft daaraan bijgedragen. „Wij nodigen die dag vertegenwoordigers van de overheid en allerlei kerken uit. Ze weten nu dat we er zijn en wie we zijn.” Ook de deelname van Dobutovic aan een populair televisiedebat heeft positief bijgedragen aan de positie van de baptisten, stelt hij.

De zendingsdrang van moslims is ondertussen groot. „Religie als zodanig is populair. Onder het communistische regime was iedereen socialist. Daarna was men vrij om te kiezen. De meeste Bosniërs werden toen actief moslim. Dat wordt gestimuleerd vanuit de Arabische wereld. Sinds de oorlog zijn alleen in Sarajevo zeker honderd nieuwe moskeeën geopend. Rond het vrijdagmiddaggebed is het in de stad een luidruchtige bedoening als de oproep tot gebed klinkt”, zegt de voorganger met een glimlach.

De gemeente van Dobutovic doet veel aan straatevangelisatie. Regelmatig komt het tot een gesprek. „De meeste ingang hebben wij bij gemengde gezinnen, waar de man christen is en de vrouw moslim, of andersom.” De gemeente van Dobutovic –circa honderd man– telt ook dergelijke gezinnen.

Veel tijd besteedt de kerk aan jongeren. Die hebben het moeilijk zegt de predikant. „Tachtig procent van de jeugd geeft aan het land uit te willen, omdat ze hier geen werk kunnen vinden. De regering heeft daar geen goed beleid voor ontwikkeld. Wij spelen erop in door cursussen Engels aan te bieden. Dat trekt.”

Dobutovic geeft naast zijn werk als voorganger, kerkplanter en hulpverlener –vooral tijdens de winter– ook leiding aan een Bijbelinstituut in Sarajevo, waar voorgangers en ambtsdragers uit een groot deel van Bosnië –„sommigen reizen vijf uur”– vorming krijgen.

Het instituut wordt gesteund door Hulp Oost-Europa. Veel Bosniërs zijn te arm om een studie te betalen. De protestantse kerken hebben nu vooral lekenpredikers. Kadervorming voor de kerken in Bosnië is echter belangrijk, vindt de organisatie.

Het instituut kent twee soorten opleidingen, zegt Dobutovic. „Een voor voorgangers. Zij komen één week per maand naar het instituut, waar zij een intensief programma volgen. Het andere programma is gericht op ouderlingen, diakenen en vrijwilligers. Zij komen eens per twee maanden een vrijdagmiddag en een zaterdag”, aldus de predikant, die zelf een masterstudie theologie volgt.

De directeur van de Bijbelschool ervaart zegen op het werk. „Ja, de kerk in Bosnië groeit.”