Vier bomaanslagen schrokken vrijdagavond het centrum van Casablanca op. Veertien daders, zoals de autoriteiten zaterdag bekendmaakten, bliezen zich op bij het Casa de Espana, een hotel, een Joodse begraafplaats en een door Joden beheerd Italiaans restaurant. Zeker 41 mensen zijn om het leven gekomen, onder wie dertien daders, en tientallen mensen zijn gewond geraakt. De meeste slachtoffers zijn Marokkanen, maar zaterdag werd ook bekend dat twee Spanjaarden, twee Fransen en een Italiaan bij de aanslagen zijn omgekomen.

„We hadden net paella gekregen, en ze begonnen de nummers om te roepen. Toen, ’”boem”, een eerste knal. Het leek wel een onweerslag”, zegt Mohammed Zerrouki, die met wat vrienden in het Casa de Espana was. Om zijn hoofd zit een wit verband gewikkeld. Overal heeft hij pijn, zegt hij, van de bomsplinters die in zijn vlees priemen.

Na de aanslagen haasten honderden mensen zich naar het Casa de Espana. Sommigen zoeken wanhopig naar dierbaren, anderen slaan vol ongeloof het resultaat van de vernietigende explosie gade. Ambulances rijden af en aan om gewonden te vervoeren die het uitgillen van de pijn en wier kleren aan stukken zijn gescheurd. Overal steken ledematen uit het puin, en tussen de rommel op straat ligt het afgerukte hoofd van een man.

„Ik hoorde de bommen en toen begon alles te branden”, zegt Rafael Bermudez, de eigenaar van het Spaanse restaurant. „Iedereen lag op de grond en overal was bloed. Het was afschuwelijk.”

De aanslagen hebben de Marokkanen volledig verrast en zijn een grote domper op de feestvreugde over de recente geboorte van een troonopvolger voor koning Mohammed VI. Het was negen jaar geleden dat voor het laatst een terreuraanslag werd gepleegd in het Noord-Afrikaanse land, dat bekendstaat als een veilig gebied voor toeristen. De koning bracht zaterdag een bezoek aan Casablanca.