Binnenland

„Hoogwater toont noodzaak verruiming rivieren”

Nederland kampt dezer dagen met overvolle rivieren. Het hoogwater toont aan dat de verruiming van rivieren geen overbodige luxe is, zegt ir. Ingwer de Boer, directeur van het project Ruimte voor de Rivier.

J. Visscher
14 January 2011 22:11Gewijzigd op 14 November 2020 13:18
Beeld RD, André Dorst
Beeld RD, André Dorst

Wie dezer dagen bewoners langs bijvoorbeeld de Maas en Waal over hoogwater spreekt, hoort vast en zeker het jaartal 1995 vallen. Het water kwam toen zo hoog dat 250.000 burgers moesten worden geëvacueerd. Een ongekende operatie.

Sinds die watercrisis nam de overheid tal van maatregelen om te voorkomen dat delen van Nederland onder water komen te staan. Zo zijn de afgelopen jaren onder meer diverse dijken versterkt, bijvoorbeeld langs de Maas in Limburg.

Ook startte in 2007 het overheidsproject Ruimte voor de Rivier. Doel is dat rivieren via aanpassingen op 39 plekken (zie kaart en graphics) meer ruimte krijgen. Dat is nodig, onder meer omdat het „steeds vaker regent en de laatste veertig jaar het aantal zware overstromingen wereldwijd stijgt”, aldus de zeventien partners achter Ruimte voor de Rivier, een samenwerkingsverband van Rijkswaterstaat, waterschappen, provincies en gemeenten.

Kan de Rijn bij Lobith nu 15 miljoen liter per seconde water aan, in 2015 moet als gevolg van de ingrepen de afvoercapaciteit 16 miljoen liter per seconde zijn.

Wetenschappers zijn verdeeld over de vraag hoe ver het rivierwater de komende halve eeuw zal stijgen. Mogelijk zijn ook na 2015 verdere maatregelen nodig om droge voeten te houden.

Het huidige hoogwater bepaalt ons bij de „grilligheid” van de natuur, zegt ir. Ingwer de Boer, directeur van het project Ruimte voor de Rivier. „Gelukkig kennen we hier nu geen Australische toestanden, maar het huidige hoogwater in Nederland leert ons dat we ons lage land goed moeten beschermen. Er leven hier zo’n 4 miljoen mensen onder de zeespiegel. Onder meer bij Deventer krijgt de IJssel meer ruimte. Nu stroomde er deze week in Deventer nog alleen een kade onder. Maar we willen niet dat, zoals in 1926, in de toekomst mensen na een overstroming in bootjes in de binnenstad moeten rondvaren.”

Een enkel project, zoals een dijkverlegging in het gebied Hondsbroeksche Pleij nabij Arnhem, is inmiddels (vrijwel) voltooid. In de meeste andere gevallen moet de komende jaren nog de schop de grond in. In 2015 zouden alle 39 operaties, waar in totaal meer dan 2 miljard euro mee is gemoeid, moeten zijn afgerond. Sommige projecten zijn de afgelopen jaren aangepast. Zo achten de autoriteiten bij nader inzien versterking van sommige dijkvakken langs de Nederrijn/Lek niet nodig.

De aanpassingen aan de rivieren gaan lang niet altijd zonder slag of stoot, beaamt De Boer. Meer dan eens moeten burgers verkassen. „Mensen zien meestal wel het nut in van maatregelen die rampen door hoogwater moeten voorkomen. Maar ze willen niet dat er bij hen in de achtertuin iets verandert.”

Zo stuit de aanleg van een hoogwatergeul bij Veessen/Wapenveld op verzet. „Het bedrijf van sommige boeren op die plek moet weg. Ze kunnen een vervangend bedrijf krijgen elders in het land. Inmiddels hebben we overeenkomsten met zes boeren gesloten.”

Ook de ontpoldering van de langs de Bergsche Maas gelegen Overdiepse Polder, ten westen van Waalwijk, had heel wat voeten in de aarde. Uiteindelijk veegde de Raad van State protesten van bezwaarmakers van tafel en kon eind vorig jaar de schop ter hand worden genomen. „Van de achttien boerderijen moesten er negen verdwijnen. De overgebleven bedrijven krijgen twee keer zo veel ruimte. De boerderijen komen op terpen te liggen. Leuk is dat twee boeren die bij het project zijn betrokken, vorig jaar een koninklijke onderscheiding voor hun inspanningen kregen.”

Het water in de rivieren komt voor een belangrijk deel via België en Duitsland het land binnen. Hebben de buren hun zaakjes op orde? „Duitsland legt langs de Rijn spaarbekkens aan om de rivier bij hoogwater te ontlasten. Daar hebben wij ook profijt van. Verder maken ze in Duitsland hogere kades, bijvoorbeeld in steden als Keulen, Mainz en Frankfurt. Aan die maatregelen heeft Nederland niets.

In België worden vooralsnog geen maatregelen getroffen. Als het hard regent, voeren zijrivieren als de Ourthe en Lesse hun water af in de Maas. Dat komt dan weer onze kant op. Probleem is dat in het Maasdal in de Belgische Ardennen weinig ruimte is voor extra geulen. Mogelijk kan een groot stuwmeer ergens in België de Maas ontlasten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer