Groen & duurzaamheid

Dode vogels rapen op internet

Apocalyptische taferelen waren het vorige week: vogels die massaal dood uit de lucht vielen in Amerika en Zweden. Het lijkt erop dat alle ophef hierover ontstond uit de wonderlijke samenwerking tussen moderne techniek en primitief menselijk bijgeloof.

14 January 2011 15:16Gewijzigd op 14 November 2020 13:17
De pestvogel, brenger van een slechte boodschap in vroeger tijden. Foto Wikimedia
De pestvogel, brenger van een slechte boodschap in vroeger tijden. Foto Wikimedia

Rond oud en nieuw vielen bij het plaatsje Beebe in de Amerikaanse staat Arkansas 5000 epauletspreeuwen dood uit de lucht. Enkele dagen later ‘regende’ het bij het plaatsje Pointe Coupee Parish, in de naburige staat Louisiana, ook spreeuwen: zo’n 500 kwamen daar dood op de grond terecht.

Consternatie alom: wat was híér gebeurd? Toen eind vorige week vanuit Zweden het bericht kwam dat bij de plaats Falköping zo’n honderd dode kauwen waren aangetroffen, nam de verwarring verder toe. Een dag later deden de Italiaanse media er nog een schep bovenop. Bij het Italiaanse stadje Faenza waren „honderden dode duiven” gevonden.

Was hier sprake van een wereldwijd fenomeen met één en dezelfde oorzaak? Of ging het om op zichzelf staande incidenten, elk weer met een andere verklaring? Kees Moeliker, conservator bij het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, was vorige week helder in zijn uitleg.

Hij denkt dat er bij de Amerikaans en de Zweedse vogels sprake was van massale desoriëntatie in de lucht. Hij wijst erop dat de spreeuwen in Amerika en de kauwtjes in Zweden de gewoonte hebben om in grote groepen rond te trekken. Ook slapen doen ze gezamenlijk. Worden ze opgeschrikt, door vuurwerk bijvoorbeeld, dan gaan ze massaal op de wieken en er hoeft vervolgens maar iets te gebeuren dat hun richtingsgevoel verstoort –zoals nog meer vuurwerk– of ze knallen bij bosjes tegen auto’s, tegen het wegdek, of tegen gebouwen. Overigens zijn de Italiaanse duiven mogelijk een ander verhaal, zij zouden door vergiftiging zijn doodgegaan.

Direct nadat de dode vogels in de VS, Zweden en Italië waren gevonden, werd er in de media al gesproken over „wereldwijde massale sterfte”, alsof we naar een apocalyptisch geladen fenomeen keken: een signaal uit de natuur van aanbrekend van heil of onheil.

Het mechanisme dat hierbij in ons menselijk brein aan het werk is, heeft zowel oeroude als supermoderne wortels. Wat dat laatste betreft: dankzij internet zijn afzonderlijke gevallen van sterfte in de natuur razendsnel bekend en aan elkaar te koppelen tot een mondiaal verschijnsel. Wat gelijktijdig gebeurt, krijgt dan al snel een gelijkluidende oorzaak én betekenis.

Daar komt bij dat menselijk ‘getover’ met wilde vogels oude papieren heeft. Zo mag de uitdrukking ”onder auspiciën van” ons overbekend in de oren klinken, de oorsprong ervan ligt in heidens bijgeloof. In de term zit het woord avis, vogel, opgesloten en daarmee verwijst het naar de praktijk in de Griekse en de Romeinse oudheid om in het waarnemen van vogels in de lucht (of op de grond) de auspicia, de wil van de goden, te leren kennen.

In later tijden, in de middeleeuwen, bleef de vlucht van wilde vogels belangrijk. Niet voor niets heet een van de mooiste vogels van Noord-Europa pestvogel. Die kon (en kan) in Nederland zomaar in groten getale als wintergast binnenvallen. Hun plotselinge aanwezigheid had iets onheilspellend als het samenviel met de uitbraak van de pest. En viel het daarmee niet samen, dan zou de komst van de vogels er vast een voorbode van zijn…

Middeleeuwers wisten zich met meer neerstrijkende vogels geen raad. Met ganzen bijvoorbeeld, die ineens in herfst en winter opdoken. De Engelse naam voor de brandgans (barnacle goose) en de Latijnse naam voor de rotgans (Branta bernicla) verraden de denktrant van de middeleeuwse mens. Barnacle is immers ook de Engelse naam voor de eendenmossel. Men was er vast van overtuigd dat ganzen in het najaar massaal uit de schelpen van deze mossel kropen. Een andere verklaring voor hun plotselinge aanwezigheid (zoals wintertrek) kon men niet bedenken.

Het klinkt de mens van nú primitief in de oren. Maar de ophef die de spreeuwen vorige week veroorzaakten, noopt hem tot bescheidenheid. Supermoderne internetverbindingen én paniekerig bijgeloof blijken heel goed samen te gaan.


Kamikazevlucht

De oudste melding van vallende dode vogels dateert uit 1917. In zijn studie ”Showers of Organic Matters” maakt de Amerikaanse bioloog Waldo L. McAtee melding van uit de lucht vallende honing, insecten, wormen, kikkers, vissen en…vogels.

Van recentere datum en dichter bij huis is de melding op 1 januari 2009 dat er in Gorinchem zo’n 600 spreeuwen dood waren gevonden.

In oktober 2003 stortten op een zondagmiddag in de Duitse stad Stuttgart ongeveer honderd spreeuwen neer. Een ooggetuige sprak van „een kamikazeduikvlucht”, vrijwel loodrecht naar beneden, waarbij de diertjes tegen het wegdek te pletter vlogen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer