De Kamer vroeg daarom gisteren in een Kamerdebat over de aanpak van Q-koorts aan minister Schippers (Volksgezondheid) en staatssecretaris Bleker (Landbouw) explicieter weer te geven hoe de aanbevelingen van de commissie worden uitgewerkt.

Van Dijk stelde onder meer voor om het ministerie van Volksgezondheid de leiding te geven bij een ziekteuitbraak als die van Q-koorts, waarbij ook de volksgezondheid in het geding is. Schippers en Bleker vinden het niet nodig om iets te veranderen aan de huidige taakverdeling tussen beide departementen. Volksgezondheid neemt in dergelijke situaties altijd al het voortouw, stelden ze.

Ook de regeringspartijen CDA en VVD vinden een andere taakverdeling niet nodig. Wel zeiden ze dat de communicatie tussen de betrokken ministeries moet verbeteren.

Schippers is het met hen eens dat samenwerking cruciaal is. Alle beschikbare kennis moet volgens haar bij elkaar worden gebracht. Volgens de minister wordt informatie nu al beter uitgewisseld. Lokale GGD’s moeten nu ook worden geïnformeerd als er een besmettelijke dierziekte zoals de Q-koorts is. De overheid gaat de bevolking daarnaast eerder informeren, „ook als er onzekerheden zijn en we het niet weten.”

Staatsssecretaris Bleker betoogde dat economische belangen nooit leidend zijn geweest bij de bestrijding van Q-koorts, zoals de Stichting voor mensen met Q-koorts en enkele politieke partijen zeiden na verschijning van het rapport van Van Dijk. De volksgezondheid heeft volgens hem altijd vooropgestaan.

Zowel Bleker als Schippers erkende wel dat er fouten zijn gemaakt bij de bestrijding van Q-koorts. Fractievoorzitter Thieme van de Partij voor de Dieren vond dat ze onvoldoende afstand namen van het door hun voorgangers gevoerde beleid. Ze kondigde daarom een motie van treurnis aan tegen beide bewindslieden.

Thieme verweet het kabinet opnieuw dood door schuld. Ze vindt dat het kabinet verwijtbaar heeft gehandeld door besmettingshaarden van Q-koorts niet bekend te maken. Schippers verwierp die aantijging met kracht.