De gemeente eist van het ministerie van Binnenlandse Zaken een vergoeding van 70.000 euro. Ze stapt morgen naar de Raad van State, omdat het ministerie eerdere verzoeken afwees.

Volgens het Binnenlandse Zaken zou Kaag en Braassem te laat zijn geweest met het aanvragen van de vergoeding. De berging van de in 1944 neergestorte bommenwerper in Woubrugge was al begonnen toen het verzoek werd ontvangen, zo stelt het ministerie.

De Haagse rechtbank verklaarde vorig jaar een eerder beroep tegen de afwijzing ongegrond.