„Kinderen zijn een groot goed geworden”
Terwijl de gereformeerde gezindte er met een schok achter komt dat de werkende vrouw haar intrede heeft gedaan, zijn de beleidsmakers weer een stap verder.
De wil van de vrouw om vrij te zijn, botst met het streven naar een gelukkig gezinsleven. Bovendien wíl de vrouw helemaal niet zo vrij zijn. Een halve baan is vaak het maximum en de meeste zorg komt nog altijd op haar neer.
Donderdag was het de Dag van het Gezin. Zoals die dag geruisloos voorbijging, zo was ook jaren het gezin onzichtbaar in het Haagse beleid. Met de instelling van een bewindspersoon voor emancipatie en familiezaken vorig jaar lijkt daaraan een einde te zijn gekomen.
Daarbij is duidelijk geworden dat het emancipatiestreven botst met familiebeleid. „De logistieke lasten van de combinatie van arbeid en zorg berusten altijd weer bij de moeders. De vrouw levert oplossingen aan. Haar beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt staat onder druk”, constateerde voorzitter Olga Fles van de Nederlandse Gezinsraad gistermiddag spijtig. Ze zei dit tijdens een debat over ”Emancipatie en gezin: Op weg naar een goed huwelijk?”
Nederland heeft de gelijkwaardigheid van man en vrouw allang geaccepteerd, zegt Fles. „De burgers zitten absoluut niet te wachten op terugkeer van het kostwinnersmodel. Wel op een model waarbij ze arbeid en zorg kunnen combineren.”
Dat het kostwinnersmodel grotendeels achterhaald is, illustreerde staatssecretaris Phoa van Emancipatie en Familiezaken, die een soort afscheidsspeech hield. Van het bruto nationaal product dat 460 miljard euro bedraagt, wordt 130 miljard geproduceerd door vrouwen. „Decennia geleden was dat nog 0.”
Phoa bepleitte dat ouders hun eigen kinderen „zo veel mogelijk” zelf opvoeden. „Ze moeten zo veel mogelijk tijd voor elkaar hebben, want het leven is zo voorbij.” Daarom vindt hij dat ouders -ook mannen- meer in deeltijd moeten gaan werken, flexibeler werktijden moeten hanteren, en natuurlijk moet er meer worden geïnvesteerd in kinderopvang.
Onvoldoende mogelijkheden om de zorg voor het gezin en het werk elders te combineren zijn er volgens hem namelijk een oorzaak van dat 130.000 verpleegkundigen en 30.000 onderwijzers niet in hun vak werken.
Emancipatie heeft een moeizame relatie met het gezin, constateerde directeur Erna Hooghiemstra van de Nederlandse Gezinsraad. Zij constateerde teleurgesteld dat de inkomens van mannen en vrouwen nog steeds ongelijk zijn en dat de laatsten genoegen nemen met deeltijdbanen. „Hoe is het mogelijk dat vrouwen tevreden zijn met afhankelijkheid? Nu er belemmeringen zoals beperkte kinderopvang zijn, blijken vrouwen geen behoefte meer te hebben aan economische zelfstandigheid en een gelijke positie. Het is droevig gesteld met de emancipatie van vrouwen met kinderen.”
„Kinderen hebben ook rechten”, reageerde een medewerkster van de Kinderbescherming. „Zij zijn geen objecten die mij hinderen in de emancipatie.” Haar bezwaren werden snel gesust. „Dat kinderen meetellen, vind ik de winst van deze tijd”, aldus Christien Brinkgreve, hoogleraar sociale wetenschappen van de Universiteit Utrecht. „Kinderen zijn een groot goed geworden”, reageerde Tanja van der Lippe, hoogleraar sociologie aan dezelfde universiteit.
Toch moet de kinderbijslag worden afgeschaft, althans, inkomensafhankelijk worden gemaakt, zo gooide Kees de Hoog, hoogleraar gezinssociologie aan de Wageningen Universiteit, de knuppel in het hoenderhok. „Mensen die twee- of driemaal modaal verdienen, zoals in deze zaal, hebben die niet nodig. Bijstandsmoeders wel.” Hij gispte het kabinetsvoorstel om bijstandsmoeders met kinderen onder de 5 jaar de arbeidsmarkt op te jagen. „Zestig procent is onbemiddelbaar.” De Hoog stelde ook voor een zorgloon voor mantelzorgers en vrijwilligerswerkers in te voeren dat hoger is dan de bijstandsuitkering.
De kloof tussen politiek en wetenschap bleek duidelijk toen Gijs Beets van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut pleitte voor een „vergrijzingseffectrapportage.” De kamerleden Stuurman (PvdA), Tonkens (GL) en Ferrier (CDA) schudden driftig het hoofd, vertrokken snel naar „de Haagse kaasstolp”, waarna Beets ’verklapte’ dat de formatie tussen CDA en PvdA is afgeknapt op de negatieve berekeningen van het Centraal Planbureau, dat enkele „vergrijzingselementen in zijn modellen heeft die politici nooit hadden bedacht.”