Commentaar: Niet wijs van Welten
Onverstandig, ontijdig en ongepast. Dat valt er te zeggen over de uitspraak van de Amsterdamse korpschef Welten die hij dinsdag deed in een televisie-interview. De vooraanstaande politieman liet weten niet van plan te zijn draagsters van een boerka te laten arresteren als er straks eventueel een boerkaverbod komt.
In ieder geval kan men zeggen dat Welten daarmee een helder standpunt inneemt. Althans zo leek het dinsdagavond en gistermorgen. Toen echter in de loop van de dag bleek dat politici de uitspraken van de politiechef niet pikten, kwam er een verklaring dat het allemaal genuanceerder lag dan het was overgekomen. Zo gaat dat meestal. Maar het kwaad was geschied, de commotie was groot.
Welten zou er goed aan doen tien tellen langer na te denken voordat hij iets zegt. Ferme uitspraken leiden in het algemeen nogal eens tot forse problemen. Zeker als ze worden gedaan door mensen in een vooraanstaande functie. Bovendien kon Welten weten dat juist het boerkaverbod een politiek beladen onderwerp is, waarover de meningen zeer verdeeld zijn. Gewild of ongewild werd Welten de politieke discussie ingetrokken. Partijen die tegen een boerkaverbod zijn nemen het voor hem op. De coalitiepartners die zo’n verbod willen, zijn verbolgen. Al met al dus niet verstandig van Welten om deze uitspraken te doen.
Zijn opmerkingen zijn ook ontijdig. Het gaat om een als-dan-situatie. De coalitiepartners hebben immers wel aangekondigd dat ze met een wetsvoorstel komen waarin ze „gelaatsbedekkende kleding zoals boerka’s” willen verbieden. Maar niemand weet nog hoe deze wet er precies uit zal zien. Gaat het alleen om boerka’s, of worden ook andere vormen van gelaatsbedekking verboden? En komt die wet er wel? Krijgt de coalitie hem door zowel de Tweede als de Eerste Kamer? Kortom, Welten is behoorlijk voorbarig geweest met zijn mededeling een draagster van een boerka niet te zullen aanhouden.
Ten slotte zijn de uitlatingen van de Amsterdamse politiechef ongepast. Het is zijn taak de wet uit te voeren, ook als een wettelijke bepaling hem niet welgezind is. Het kan niet zo zijn dat een politiefunctionaris zegt: „Ik handhaaf alleen die wetsartikelen waar ik het mee eens ben.” Bovendien is Welten niet de eerste de beste politieman, maar hij is leidinggevende van een groot politieapparaat. En als hij dan zegt soms burgerlijk ongehoorzaam te zijn, schaadt dat de geloofwaardigheid van de politie.
Natuurlijk mag ook een politiefunctionaris een eigen mening hebben. Inderdaad moet hij ook in zijn werk zijn gezond verstand gebruiken. Dagelijks moet de politie prioriteiten stellen. Daarin heeft allemaal Welten gelijk. Maar dat mag er niet toe leiden dat hij een groter of kleiner deel van de wet categorisch negeert.
Misschien dat Welten toch nog eens moet nalezen wat de wijze koning Salomo in het boek Prediker zegt: „Wie het gebod onderhoudt, zal niets kwaads geworden; het hart van een wijze zal tijd en wijze weten.” Heel eenvoudig betekent dit: de wet uitvoeren, en als er iets gezegd moet worden dat op het juiste moment in de juiste woorden doen.