In 2010 nam vooral in moslimlanden de verdrukking van christenen toe. De top van de lijst bestaat voor het grootste deel uit islamitische landen. Iran, Afghanistan, Saudi-Arabië en Somalië bezetten de plaatsen twee tot en met vijf. In 24 van de eerste 30 landen op de ranglijst is islamitisch extremisme de oorzaak van christenvervolging.

Afghanistan steeg van de zesde plaats naar de top drie. Televisiebeelden van ex-moslims die zich lieten dopen, ontketenden volgens Open Doors zware vervolging van de kleine groep gelovigen.

De sterkste stijger op de ranglijst is Irak. Het land ging van de zeventiende naar de achtste plaats. Tientallen christenen vonden het afgelopen jaar de dood bij bomaanslagen en een gijzelingsdrama in een kerk in de hoofdstad Bagdad. Duizenden christenen sloegen op de vlucht, waardoor de kerk in Irak krimpt.

Ook Nigeria en Pakistan zijn voorbeelden van landen waar moslimextremisme steeds zwaardere vervolging teweegbrengt. Rivaliteit tussen stammen in combinatie met religieuze spanningen tussen moslims en christenen kostten vorig jaar aan zeker 2000 christenen in Noord-Nigeria het leven. In Pakistan is de wet tegen de godslastering een bedreiging voor gelovigen. „Moslimextremisten ontzien niets en niemand in hun strijd om christenen uit de weg te ruimen als ze zich niet willen bekeren tot de islam”, aldus een woordvoerder van Open Doors.

De grootste christenvervolger ter wereld blijft Noord-Korea. De staat arresteerde vorig jaar honderden christenen. Velen van hen kwamen om het leven. In totaal tienduizenden christenen leven en sterven in concentratiekampen. Zij die een Bijbel bezitten, lopen het risico geëxecuteerd of gedeporteerd te worden.

Noord-Korea krijgt in het onderzoek van Open Doors 90,5 van de maximaal 100 punten. Dat het hoogste aantal niet gehaald wordt, komt door de grondwet. Officieel kent het land vrijheid van godsdienst.

Volgens Open Doors hebben de 400.000 christenen die in het communistische land wonen geen enkel bestaansrecht. Noord-Korea doet er alles aan om hen op te sporen. Het regime beschouwt hen als landverraders omdat ze een Amerikaanse godsdienst zouden aanhangen. Daarnaast houdt Kim Jong Il christenen verantwoordelijk voor de val van het communisme in Oost-Europa.

Niet in alle landen op de ranglijst gaat het slechter. In Mauritanië hadden vorig jaar minder arrestaties en mishandelingen plaats dan in 2009. Ook China zakte een paar plaatsen. De Chinese overheid laat sinds de Olympische Spelen in 2008 de teugels vieren. Volgens Open Doors zijn er echter zowel in Mauritanië als in China lokaal nog steeds uitwassen.

Open Doors brengt christenvervolging in kaart met behulp van vijftig onderzoeksvragen. De organisatie kijkt daarbij naar onder meer de wetgeving in een land, de vrijheid van de kerk, de houding van de maatschappij ten opzichte van christenen en het aantal christenen dat wordt gediscrimineerd, gemarteld en vermoord.

Open Doors: 2010 was bloedig jaar voor de kerk

ERMELO – Hoewel Noord- Korea de koppositie inneemt, domineren moslimlanden de ranglijst christenvervolging van Open Doors.

De organisatie, die opkomt voor vervolgde christenen, noemt 2010 „een bloedig jaar voor de kerk.” Grote groepen christenen –in totaal meer dan 100 miljoen– kregen te maken met groeiende verdrukking.

Het zijn vooral moslimextremisten die christenen tegenstand bieden. De top tien van de ranglijst bestaat grotendeels uit moslimlanden; in zeven van deze acht landen nam de vervolging in het afgelopen jaar verder toe.

„De belangrijkste verandering van de afgelopen dertig jaar is de verschuiving van communistische onderdrukking naar moslimextremisme als belangrijkste vorm van christenvervolging”, zegt dr. Ronald Boyd-MacMillan, hoofd onderzoek en strategie van Open Doors internationaal.

Vier stijgers op de lijst illustreren deze trend: Irak, Pakistan, Afghanistan en Nigeria. Irak schoof negen plaatsen op en eindigde op nummer acht. Na de val van Saddam Hussein raakten christenen in hoog tempo hun vrijheid kwijt. Extremistische moslimgroeperingen zijn verantwoordelijk voor het geweld dat in 2010 zeker negentig christenen het leven kostte. Honderden anderen raakten gewond.

Doodsbedreigingen

In Pakistan, dat van de veertiende naar de elfde plaats steeg, werden 29 christenen vermoord en zeker 58 anderen ontvoerd. Tientallen leden van de ondergrondse kerk in buurland Afghanistan moesten vanwege doodsbedreigingen verhuizen. Een tienkoppig medisch christelijk team vond de dood. Ex-moslim Said Musa hangt de doodstraf boven het hoofd.

In Nigeria kwamen 2000 christenen om.

De verschuiving naar moslimextremisme, waar Boyd-MacMillan over spreekt, betekent niet dat andere bronnen van christenvervolging –communistische onderdrukking, religieus nationalisme en seculiere intolerantie– niet meer van toepassing zijn. In Noord-Korea blijven de omstandigheden voor christenen het zwaarst.