Verwoest Eede ontving Wilhelmina
Het liefst had koningin Wilhelmina vooraan gestaan bij de bevrijding van Nederland. Maar ze moest tot 13 maart 1945 wachten voordat ze de grens kon oversteken. Wilhelmina zette toen het zover was het onbeduidende Zeeuws-Vlaamse dorpje Eede op de kaart.
Het is september 1944 wanneer geallieerde troepen aan de Nederlandse grens staan. Parijs is bevrijd en het grootste deel van België is in een week tijd gezuiverd van de bezetters. De haven van Antwerpen is vrijwel ongeschonden in handen van de oprukkende legers gevallen, maar de Westerschelde, die naar Antwerpen leidt, staat nog onder het bestuur van de Duitsers. Ondertussen worden alle goederen nog via kunstmatige havens in Normandië verscheept.
De geallieerden hebben twee opties. Moet het leger oprukken naar Arnhem, voordat de Duitsers zich achter de Rijn kunnen verschansen? Of moet de Westerschelde worden veroverd? De geallieerden besluiten eerst Arnhem te bevrijden. De opzet mislukt.
Ondertussen vinden aan de grens met Zeeuws-Vlaanderen wel hevige gevechten plaats. „Er is vier weken gevochten om een gebied van 25 bij 25 kilometer”, zegt Arco Willeboordse, cultureel medewerker van de gemeente Sluis, waar Eede onder valt.
Eede krijgt een regen van granaten te verduren. De Duitsers evacueren een groot deel van de bevolking en maken vervolgens een fors aantal straten met de grond gelijk om een beter schootsveld te krijgen. „Eede is voor zeker 90 procent verwoest.”
Na een zware strijd wordt begin november 1944 het gebied rond de Westerschelde bevrijd. „Wilhelmina wilde er eind 1944 al naartoe. Maar dat mocht niet van de geallieerden.”
In maart 1945 krijgt de koningin dan eindelijk haar zin. „Op 12 maart vloog ze van Londen naar Brussel. De volgende dag ging ze met de auto naar Eede.” De vorstin wil bevrijde delen van Zeeland, Noord-Brabant en Limburg bezoeken. „Ze kwam niet voor de hoogwaardigheidsbekleders, maar voor de burgers.” Wilhelmina wil bij Eede de grens over omdat dit dorp het meest is verwoest. In het Belgische Maldegem loopt ze vertraging op. „Een deel van de Eedenaren was naar Maldegem gevlucht. Toen ze hoorden dat Wilhelmina kwam, gingen ze massaal de straat op.”
Even na twaalf uur arriveert de koningin bij de grens. Er staat wel een grenspaal, maar er ontbreekt een streep over de weg waar de koningin overheen moet stappen. Dorpelingen maken met varkensmeel een grenslijn. „Om exact 12.29 uur stak Wilhelmina de grens over. Dat was een heel plechtig moment. Een man hief vervolgens het Wilhelmus aan. Waarschijnlijk is dat een bekende smokkelaar geweest.”
Na de oorlog wordt Eede volledig herbouwd. In 1954 onthult koningin Juliana op een pleintje in Eede een monument. Het staat uit praktische overwegingen niet op de grens, omdat daar een drukke weg loopt. In 1984 komen bij het monument twee plaquettes: een ter herinnering aan de bevrijders en een met de namen van burgerslachtoffers.
Bij het monument wordt ook een oude brenguncarrier geplaatst, een rupsvoertuig. Dat krijgt echter nog een staartje. „Enige tijd na de onthulling bleek dat er Duitse tekens op stonden. Dat was even een schrik. Na onderzoek bleek dat het Zwitsers materieel was.”
Dit is de eerste aflevering van een serie artikelen over minder bekende plaatsen in Nederland waar de Oranjes hun sporen nalieten. Volgende week: Willemstad.