ChristenUnie is sociaal of ze is niet
De ChristenUnie heeft in navolging van Jezus de opdracht een reputatie te verwerven bij de minsten van de samenleving, de verschoppelingen, de achtergestelden, betoogt Leen van Dijke.
Boven het bureau in mijn studeerkamer hangt een tekst: „Jij moet spreken voor wie zich niet verdedigen kan, jij moet opkomen voor de mensen die niet meetellen. Spreek, oordeel rechtvaardig, geef de armen en behoeftigen hun recht” (Spreuken 31:8-9). Die tekst hangt op ooghoogte, zodat ik –in de periode dat ik Kamerlid was en achter mijn bureau debatten en speeches voorbereidde– niet kon opkijken of ik zag die tekst.
De christelijke politiek staat voor de uitdagende vraag: Hoe nu verder? Het evaluatierapport van de commissie-Schipper stelt zich die vraag ook. De ChristenUnie moet nagaan hoe de organisatie en de binding met de achterban sterker worden. Ook ligt er de opdracht de boodschap opnieuw te doordenken en na te gaan hoe we die relevant maken; dus christelijk- sociaal anno 2011.
Abraham Kuyper vroeg zich in zijn dagen ook af: „Wat is thans het sterkst op de voorgrond tredende politieke vraagstuk waarvan de oplossing niet langer toeven mag?” Kuyper kwam uit bij de sociale kwestie.
Wij kunnen evenmin als eertijds om het sociale vraagstuk heen. Weliswaar in een heel andere vorm dan toen. Toen was er het besef van verantwoordelijkheid voor elkaar tegenover de Schepper. Nu is, in onze seculiere wereld, de Schepper volstrekt uit beeld.
Ook verantwoordelijkheid voor elkaar is in ons sterk geïndividualiseerd klimaat nauwelijks nog een weerhoudende kracht. Dat leidt ertoe dat verhoudingen onpersoonlijk geworden zijn. Mensen voelen zich minder verantwoordelijk. Op alle niveaus van onze samenleving lijken veel mensen zich alleen nog maar afvragen: „Wat levert het mij op?” Bonussen, winsten, uitkeringen, zwartwerken, fraude, sociale uitbuiting van mensen in derde landen, het maakt allemaal niet uit.
We ervaren de kilte van de markt en de kilte van de overheidsbureaucratie. De VVD en in toenemende mate het CDA wenden zich tot de markt en hebben daar grote verwachtingen van. Links zoekt zijn heil bij collectieve regelingen die niet zelden even kil zijn. Voor de ChristenUnie ligt de verantwoordelijkheid bij de samenleving en bij naastenliefde. En ja, soms moet die collectief worden vormgegeven, maar lang niet altijd.
Veel meer verwacht ik van (christelijk) vrijwilligerswerk en maatschappelijke organisaties die naast mensen gaan staan en een arm om de schouder van de ander leggen. Dan zijn het de burgers zelf die verantwoordelijkheid dragen voor het onderwijs aan hun kinderen, de kleur van hun omroep, de identiteit van een zorginstelling. Daar klopt het hart van het christelijk-sociale denken. Het sociale stelsel mag geen aflaat zijn van de welvaartsmaatschappij.
Dat is de sociale kwestie van onze dagen. Daarmee is gezegd dat de tekst boven mijn bureau niet alleen actueel is, maar vooral ook richting wijst als het gaat om de vormgeving van christelijk-sociale politiek. Het is een oriëntatiepunt voor de ChristenUnie bij de vraag hoe haar boodschap nieuwe vorm en inhoud gegeven kan worden.
Waarom zo’n accent op het sociale, lees: op de mens? Omdat de Bijbel ons daarin de weg wijst. Zie bijvoorbeeld Psalm 72, Spreuken 31, Micha 6, maar ook Jezus Zelf. De ChristenUnie verzet zich tegen de vandaag geldende opvatting dat geloven een privézaak is. Niet omdat we menen op grond van geloof(sbeleving) macht te kunnen claimen. Veel meer gaat het erom dat we als christen zichtbaar maken overal in de samenleving in de weer te zijn met zaken die tot het hart, tot het eigene van christenen behoren. Christenen willen in elke roeping, dus ook in de politiek, een reputatie verwerven dat we gevonden worden bij de minsten, de verschoppelingen, de achtergestelden; kortom op al die plaatsen waarvan we weten dat Jezus Zelf daar aangetroffen werd.
Dat maakt de ChristenUnie meer beweging dan partij, meer maatschappelijk geëngageerd dan onderdeel van het politieke establishment. De ChristenUnie is dan de politieke partner van christenen, ja van allen die midden in de samenleving met de daad hun naaste liefhebben.
De ChristenUnie is altijd op zoek naar de vraag: „Wat nu?” Dat is een iteratief proces. De kern van dat zoekproces is de vraag op welke wijze we nu dé Boodschap vertalen naar de boodschap van de ChristenUnie. Hoe doen we dat in een neoliberale, geïndividualiseerde, welhaast libertijnse samenleving? Wat betekenen de christelijk-sociale uitgangspunten voor het beleid?
Christenen in de politiek zijn geen idealistische wereld verbeteraars, maar navolgers van Christus in de samenleving. Het hebben van minder pretenties stelt ons schuldig aan het begraven van wat we als rentmeesters kregen. Hogere pretenties maken ons overmoedig tot een vooruitgrijpen op wat wachten moet tot de grote dag van Christus: het herstel van Zijn schepping. De ChristenUnie, ja alle christenen, mogen werken zolang het dag is; werken aan het zichtbaar maken van Gods genade. Dat is een taak en een roeping; totdat Hij komt.
De auteur is oud-lid van de Tweede Kamer voor de ChristenUnie.