Buitenland

Laatste schot voor de vrijheid van Zuid-Sudan

JUBA/YEI – Zuid-Sudan zindert van optimisme over de verwachte onafhankelijkheid van het noorden. Het is echter maar de vraag of de nieuwe boreling op eigen benen kan staan.

Mark Wallet
30 December 2010 21:18Gewijzigd op 14 November 2020 13:06
Aansporing om op 9 januari te gaan stemmen over de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan in de plaats Yei. Foto RD
Aansporing om op 9 januari te gaan stemmen over de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan in de plaats Yei. Foto RD

„Mensen die voor eenheid met het noorden stemmen?” Gezondheidswerker Justus Liegala, een boom van een kerel, kijkt fronsend voor zich uit. „Natuurlijk niet”, zegt hij dan. „Niemand stemt hier voor eenheid.” Hij schudt beslist zijn hoofd. „Wat denk je? We zijn jarenlang volledig verwaarloosd en onderdrukt door het regime in Khartoem. Het referendum gaat over economische, politieke en sociale gerechtigheid, over niets minder.”

Liegala verwoordt het gevoelen van veel inwoners van Zuid-Sudan over het ophanden zijnde referendum. Ze hebben genoeg van „de Arabieren” in het noorden. Die willen het zuiden (lees: de olie) echter niet kwijt. Khartoem zou handlangers hebben gestuurd om de stembiljetten van arme zuiderlingen voor forse bedragen op te kopen. Het zou rebellengroepen steunen, zoals het gevreesde Verzetsleger van de Heer, om onrust te zaaien. De zuidelijke autoriteiten waarschuwen op de radio om niet met buitenlanders over het referendum te praten. Ze kunnen zomaar handlangers van het noorden zijn, die de opinie willen beïnvloeden.

„Ze kunnen praten wat ze willen, maar hier in Yei zullen ze geen succes hebben”, benadrukt Liegala. „We weten wat we willen, en dat is de vrijheid. We willen niet meer onder het gezag van Khartoem leven.”

Hij wordt nog boos van de titel van het geschiedenisboek dat hij op school moest bestuderen: ”De komst van de mensen in Sudan”. „Nota bene: de komst van de mensen. Daarmee zijn de Arabieren bedoeld. Alsof er hier voordien geen mensen woonden. Maar wat betekent Sudan? Juist: het land van de zwarten. De noordelingen willen ons bestaan echter ontkennen. Wij mogen niet bestaan.”

Hij lacht even. „Ik word fel”, zegt hij. „Maar het is de waarheid. Dit is hoe ik het voel.”

Eenheid

Liegala heeft gelijk: Zuid-Sudanezen die één willen blijven met het noorden van het land, zijn nauwelijks te vinden. „Als iemand hier voor eenheid zou zijn, houdt hij zijn mond wel. Anders weten ze je wel te vinden”, zegt een zekere David, die langs de weg op een vrachtwagenband uitrust van zijn werk als automonteur in Yei.

Het Sudanese maandblad Gurtong (dat volgens de onderkop „Sudanezen bij elkaar wil brengen”) wist met een grootschalig opinieonderzoek in alle staten van Zuid-Sudan toch een paar reacties te verzamelen van voorstanders van eenheid. „Sudan is sinds mensenheugenis één land geweest en moet dat blijven”, betoogt een zekere Justin Mala uit de staat Centraal-Equatoria in het blad. „Afscheiding zal alleen maar meer problemen creëren, en daardoor onderontwikkeling.” De teneur van de meeste reacties wordt echter kort en krachtig samengevat met de kop boven het artikel: ”We gaan voor afscheiding en niets anders”.

„Weet je wat het is?” zegt Kur Ayuen Kou in het kantoortje van zijn organisatie ”Mijn referendum voor vrijheid” in Juba. „We zijn de oorlog zat. Niemand wil hier meer vechten.” Hij refereert aan een populair liedje op de Sudanese radiozenders: ”Het referendum is de laatste kogel”.

Kou is speciaal uit Australië naar zijn geboorteland gekomen om zich in te zetten voor een goed verloop van het referendum, zegt hij. Zijn organisatie wil mensen via postertjes en campagnes overtuigen van hun recht om voor onafhankelijkheid te stemmen.

Of zijn werk wel zo nuttig is in een land waar iedereen toch al voor afscheiding lijkt te gaan stemmen? Hij glimlacht. „Gelukkig is het geen vraag wat straks de uitslag zal zijn. Maar in Sudan zijn veel mensen analfabeet. Het is belangrijk dat ook zij weten hoe zij zich kunnen laten registreren om te stemmen.” Er staat veel op het spel, maakt Kou duidelijk. „De wereldgemeenschap werd pas wakker door het conflict in Darfur, maar de praktijken die daar gebeurden, kenden we hier allang.”

Kou erkent dat zuiderlingen ook elkaar de afgelopen tijd geregeld in de haren vlogen. Maar dat zal straks anders gaan, betoogt hij. „Volken in het zuiden worden nu door Khartoem opgezet om tegen elkaar te vechten. Maar als ze geen steun meer vanbuiten krijgen, bloeden die conflicten vanzelf dood.”

Volgens Kou is het voor Zuid-Sudan de hoogste tijd om „op eigen benen te gaan staan.” „We moeten weer een land krijgen waar we trots op kunnen zijn. Daarna kunnen we gaan werken aan interne problemen als tribalisme en corruptie.”

Militair regime

Hoofdredacteur Nhial Bol van The Citizen schudt zijn hoofd. Hij kan het tomeloze optimisme van veel van zijn landgenoten niet delen. „Zonder hulp van de internationale gemeenschap zullen we het niet redden”, benadrukt hij. „Vergeet niet dat we hier in Zuid-Sudan een militair regime hebben. Ten tijde van de oorlog hebben de rebellen van de SPLA (die nu feitelijk aan de macht zijn, MW) de oude tribale gezagsstructuur afgebroken om een efficiënte oorlog te kunnen voeren. Dat was in die situatie begrijpelijk, maar het betekent dat er nu geen goede structuur is voor een democratische regering. Iedere gezagsdrager kan in dit land doen wat hij wil.”

Bol is naar de Da Vinci Lodge gereden, een prachtig resort aan de oevers van de Nijl. Het restaurant is een teken van de vooruitgang in Juba. In 2005 zou er nauwelijks een klant geweest zijn voor de voortreffelijke pizza’s en salades die hier geserveerd worden. „Er waren toen ook nauwelijks blanken hier”, zegt Bol. „Jij zou met grote ogen zijn nagestaard.”

Dat is nu anders, maar de vooruitgang heeft een grens, aldus Bol. Ieder die de cijfers kent, zal hem gelijk geven. Ja, het onderwijs is verbeterd, maar nog altijd volgt maar liefst 64 procent van de kinderen boven de zes jaar in Zuid-Sudan geen onderwijs. Zeker 80 procent van de bevolking heeft geen toilet. Tussen de 80 en de 90 procent van de inwoners is analfabeet. Zuid-Sudan is een van de minst ontwikkelde gebieden van Afrika.

Volgens Bol laat ook de mensenrechtensituatie te wensen over. „Er worden hier kinderen gerekruteerd als soldaten. De omstandigheden in de gevangenis in Juba zijn ronduit erbarmelijk. Mensen sterven omdat er nauwelijks voedsel voor hen is. Ik ken een vrouw die met haar zeven kinderen al jaar en dag in de gevangenis zit. Niemand spreekt zich er echter over uit, zelfs organisaties als Human Rights Watch niet. Wij schrijven er wel over, maar niemand wil het horen. En de regering duldt geen kritiek.”

Bol buigt zich voorover. „Het is belangrijk dat de internationale gemeenschap van nu af aan de vinger aan de pols houdt. Van wie moeten we het hier anders leren om een land te regeren? De meeste leiders in de regio zijn dictators. Corruptie is de norm. Als de internationale gemeenschap zich er niet direct mee bemoeit, is haar bijdrage niet meer gewenst. Er zit hier olie in de grond, en dan denken de leiders binnen de kortste keren dat ze alles kunnen maken.”

Dit is het eerste artikel in een serie over Zuid-Sudan in de aanloop naar het referendum.


Sudan, ooit onder Egyptisch-Engels mandaat, is al sinds mensenheugenis toneel van geweld en conflict.

Direct na de onafhankelijkheid van Sudan in 1956 komt het tot een burgeroorlog tussen het christelijk-animistische zuiden en het islamitische noorden van Sudan. De oorlog wordt pas na zeventien jaar beëindigd met het Verdrag van Addis Abeba (1972). Daarbij wordt de regionale autonomie van Zuid-Sudan geregeld.

Het is een aantal jaren relatief rustig, maar in 1983 breekt er opnieuw oorlog uit. Het zuiden beticht het noorden van ondermijning van het verdrag. Wanneer president Jafaar Numeiri nieuw aangeboorde olievelden bij het noorden probeert in te lijven en de sharia wil invoeren als hoogste wet, leidt dit tot ongeregeldheden in het zuiden. Onder leiding van John Garang wordt het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) opgericht.

In januari 2005 wordt er een vredesakkoord (CPA) tussen het islamitische noorden en het christelijk-animistische zuiden van Sudan gesloten . In de 21 jaar dat de tweede burgeroorlog heeft geduurd, zijn er naar schatting 2 miljoen doden gevallen. Het zuiden krijgt in 2005 een eigen regering in Juba en landelijk wordt er een regering van nationale eenheid gecreëerd, met onder meer een zuidelijke vicepresident. Onderdeel van het CPA is dat de zuiderlingen in 2011 in een referendum over onafhankelijkheid kunnen stemmen. Het is aan het noorden om eenheid tot die tijd aantrekkelijk te maken.

Daarnaast is de interim- periode bedoeld om een aantal gevoelige onderwerpen te bespreken die tussen Noord- en Zuid-Sudan spelen. Waar liggen de officiële landsgrenzen tussen noord en zuid? Wat moet er gebeuren met Abyei, een grensregio met olie en een gemengde bevolking? Veel van de heikele thema’s zijn echter nog steeds niet bevredigend opgelost.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer