Pastoor Berkhout keert terug naar Volendam
VOLENDAM (ANP) – Tien jaar na de cafébrand in Volendam keert pastoor Jan Berkhout (70) op nieuwjaarsdag terug in Volendam. De man die in de periode na de ramp meer dan wie ook uitgroeide tot gezicht en spreekbuis van de Volendamse gemeenschap, is die dag –op verzoek– voorganger tijdens de speciale herdenkingsmis in de Sint-Vincentiuskerk.
Moest u lang nadenken toen de vraag kwam?
„Nee. Ik doe het graag. Ik ben in 2003 vertrokken uit Volendam, maar als de ramp er niet was geweest, had ik er misschien nog wel gezeten. Het was de mooiste parochie die ik ooit heb gehad. De combinatie van de nazorg en het drukke parochiewerk maakten het te zwaar. Nu ben ik gevraagd door het comité dat de herdenking heeft voorbereid en de families van de veertien overleden jongeren. Hen heb ik tot 2007 veel ontmoet in een oudergroep. Onlangs sprak ik ze weer. Ik heb daar een heel goed gevoel aan overgehouden. Het verlies blijft, maar ze hebben het een plek kunnen geven.”
Geldt dat ook voor het dorp?
„Mijn indruk is van wel. De gemeenschapszin is vergroot. Leven en vitaliteit zijn de thema’s die nu in Volendam de boventoon voeren. Je hoort en ziet dat terug in de muziek en de tv-series die de afgelopen jaren zijn gemaakt, althans in mijn beleving. De ramp is geweest, we ontkennen het niet en we benadrukken het ook niet overdadig. Er zijn bij de brand 180 jongeren gewond geraakt. Sommigen zijn ernstig geschonden. In de zomer verbergt geen van hen die verwondingen. Ze laten zich zien zoals ze zijn. Ik vind dat heel bijzonder.”
Hoe kijkt u terug op de periode net na de brand?
„Volendam lag overhoop. Met de ramp, met de cultuur, met zichzelf. Het was horror. De verhalen waren schrikbarend. Vaders die van woning tot woning gingen om te kijken of hun kind daar soms was opgevangen en het door de verwondingen dan niet herkenden. Het was zeer, zeer emotioneel. Op nieuwjaarsdag zelf waren er negen doden, het tiende slachtoffer overleed in de loop van de eerste week. Zij zijn het eerste weekeinde na de ramp begraven. Op vrijdag, zaterdag, zondag en ook op maandagmorgen was de kerk elke keer opnieuw tot de laatste plaats bezet. Betrokkenheid en medeleven waren enorm.”
Bleef dat lang zo?
„Al in het eerste jaar was te merken dat een deel van de Volendammers wat met de rug naar de 1e januari ging staan. De hulpverlening, de nazorg, niet iedereen vond dat nodig. Slachtoffers, betrokkenen en nabestaanden konden bij elkaar hun verhaal en verdriet kwijt. De rest van het dorp raakte wat verzadigd. Mensen wilden het afsluiten. Maar dat kan niet zomaar. Niet bij iets van deze omvang. Er zijn diepe wonden geslagen. Dat moet een plek krijgen en dat kost tijd.”
Is dat ook waar u het op 1 januari over zult hebben?
„Ik wil het herdenken van de slachtoffers aangrijpen om te proberen mensen dicht bij hun eigen gevoel te brengen. Vragen: hoe gaat het nu écht met jou, met jullie? Mensen waar nodig helpen in te zien dat wéten dat iets is gebeurd, iets anders is dan accepteren. Want dat is nodig om niet te vergeten.”