Ook de belangstelling voor Berlusconi’s megalomane mausoleum, waarin 100 ton wit marmer is verwerkt en dat sinds 1993 in zijn villa in Arcore (bij Milaan) staat, is minimaal.

Dat bleek gisteren tijdens een bezoek aan een tentoonstelling van beeldhouwer Pietro Cascella waarop een kopie van het mausoleum is te zien. Binnen een halfuur kwam er slechts één bezoeker kijken: een verdwaalde toerist uit Japan.

Toch biedt het model van Berlusconi’s mausoleum een interessante blik op de denkwereld van de Italiaanse premier. Het praalgraf heeft een vierkante structuur en is opgebouwd uit twaalf zuilen met daarop en rondom bollen, driehoeken, kubussen, piramiden, een weerhaak, een zeshoekige ster, een reeks tanden. Het model, met de naam ”Hemels gewelf”, werd in 1986 door Cascella gemaakt. De symbolen lijken een esoterische herkomst te hebben en houden vrijwel zeker verband met de vrijmetselarij. Eén ding staat als een paal boven water: werkelijk niets in de tombe van Berlusconi –die zich graag afficheert als de ”man van God en vaderland”– verwijst naar het christendom. Het graf herinnert verder aan de Egyptische of Etruskische grafcultus.

Het is bedoeld voor Berlusconi en zijn familieleden. Ook is er plaats voor zo’n dertig vertrouwelingen, onder wie –aldus dagblad La Stampa– Marcello Dell’Utri, die veroordeeld is wegens betrokkenheid bij de maffia. Berlusconi’s dochter heeft laten weten er niet begraven te willen worden. Het is zelfs nog de vraag of Berlusconi zelf er zal worden begraven, omdat hij in een echtscheidingsgevecht met zijn tweede vrouw is verwikkeld. Zij woont in Arcore en is vast van plan de villa te houden.