Het kinderdagverblijf is een van de crèches die betrokken zijn bij de omvangrijke Amsterdamse zedenzaak. Hoofdverdachte Robert M. wordt ervan verdacht dat hij zeker 64 kinderen seksueel heeft misbruikt. Hij werkte op diverse kinderdagverblijven en bood zich aan als oppas.

„Ik kan garanderen dat ik echt niet weet wat er is gebeurd. Ik heb echt niks met kinderen gedaan”, aldus Drent. De oud-directeur zegt verbijsterd te zijn door de zaak. „Het ene moment ben ik sterk, het andere moment moet ik huilen of voel ik me wanhopig. Dan denk ik: is alles nu voorbij in het leven? Dit is te groot voor een mens.”

Hij vertelt dat hij nooit iets heeft gemerkt van het vermeende misbruik door Robert M. Hij omschrijft de verdachte als een dominante en autoritaire man met een duidelijke eigen mening. Daar had Drent het ook wel eens met hem over. „Maar hij vond mij een slechte ondernemer. Hij wilde het liefst vier of vijf kinderen op een groep, waarbij hij zich helemaal op de zorg kon richten.”

De 27-jarige verdachte vertrok uit zichzelf omdat hij zich niet langer kon vinden in de werkwijze van Drent. „Hij wilde zelf een onderneming beginnen en zou mij dan wel eens even laten zien dat het beter kon.”

Drent reageert ook op de beschuldiging van stichting Akros, die meldde dat hij in de jaren negentig is ontslagen bij kinderdagverblijf De Kameleon in Amsterdam wegens niet nader omschreven ontoelaatbaar gedrag. Hij vertelt dat dat te maken zou hebben met een meisje van negen maanden oud waarbij een arts vaginale afscheiding had aangetroffen. Hij verklaart dat hij hier niks mee te maken heeft, dat hier geen aangifte over is gedaan en dat hij nooit is veroordeeld.

De directeur stapte vorige week op na kritiek over een gebrek aan toezicht op het kinderdagverblijf. Het Openbaar Ministerie (OM) doet bovendien onderzoek naar slaapfeestjes voor jonge kinderen die bij hem thuis zouden zijn gehouden. Daarover zegt Drent; „De feestjes werden door mijn ex georganiseerd. Wanneer een kind vier werd kwamen ze op zaterdag met een groepje van vijf, zes, zeven. Ik bakte pannenkoeken en ‘s avonds keken we een filmpje. Ze sliepen in de logeerkamer en de volgende dag kwamen de ouders na het ontbijt. Dan hielden we vaak nog een barbecue. Er waren altijd leidsters bij. We kregen lovende reacties, de ouders vonden het geweldig.”