VN neemt resolutie godsdienstlastering aan
NEW YORK – De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft dinsdag officieel de resolutie tegen godsdienstlastering aangenomen. Open Doors en mensenrechtenorganisaties zijn teleurgesteld omdat de positie van religieuze minderheden door de resolutie onder druk komt te staan.

In de Algemene Vergadering stemde met 76 landen voor de resolutie, 67 tegen. Veertig landen onthielden zich van stemming.
Open Doors vreest dat „religieuze minderheden steeds meer in gevaar” komen. De organisatie voerde wereldwijd actie tegen de resolutie. Op 6 december overhandigde Open Doors een petitie aan Ivan Simonovic, de assistent secretaris-generaal voor Mensenrechten van de Verenigde Naties. De petitie was ondertekend door 428.000 mensen uit ruim zeventig landen.
In voorgaande jaren werd de resolutie met een grotere meerderheid aangenomen. In november werd in een subcommissie van de VN ook al gestemd over deze resolutie. Toen waren 76 landen voor en 64 tegen, drie minder dan bij de officiële stemming. „De steun voor de resolutie is dit jaar weer afgenomen”, reageerde Simonovic richting Open Doors. „Deze campagne van Open Doors heeft daar een rol in gespeeld.”
Open Doors-directeur Tjalling Schotanus onderschrijft die conclusie: „Dit is het bewijs dat steeds meer landen gaan inzien hoe gevaarlijk deze resolutie is.”
De resolutie is in behandeling genomen op voorstel van Marokko. Het land kwam met het stuk namens de Organisatie van Islamitische Landen (OIL). De OIL heeft inmiddels aangekondigd de tekst van de resolutie nog eens te willen bekijken.
De OIL, Europa en de Verenigde Staten hebben gezegd op zoek te gaan naar overeenkomsten, meldt Open Doors. Deze VN-lidstaten willen gaan nadenken over een resolutie die aandacht heeft voor de rechten van minderheden, het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht van het individu. „Deze resolutie moet van tafel”, stelt Tjalling Schotanus. „Ze is een gevaar voor christenen en andere religieuze minderheden, omdat ze de godsdienst van de meerderheid beschermt en niet die van het individu. Met een verwijzing naar de resolutie kan die groep de religieuze minderheid aanpakken.”
De resolutie tegen godsdienstlastering is bedoeld om belediging van godsdiensten strafbaar te maken. De resolutie is niet bindend, maar als deze telkens wordt aangenomen bestaat de kans dat ze wordt opgenomen in een internationaal verdrag.
Ook de mensenrechtenorganisatie Human Rights First betreurt het besluit van de VN. De organisatie verwijst naar de veroordeling van de Pakistaanse christin Aasia Bibi die op basis van een wet tegen godslastering ter dood werd veroordeeld. Human Rights First stelt dat de zaak niet uniek is. De organisatie rapporteerde recent vijftig vergelijkbare zaken in vijftien landen. Een wereldwijd geldende regel van de VN brengt nog meer aanhangers van religieuze minderheden in de problemen, verwacht de organisatie. Zij stelt dat onder het mom van wetten tegen godslastering door overheden „een atmosfeer van intolerantie wordt gestimuleerd.”
Human Rights First constateert wel dat de tekst van de resolutie vlak voor de stemming nog iets is aangepast en wat gunstiger is geworden voor christelijke en joodse minderheden, maar de aanpassingen zijn niet voldoende aldus de organisatie.