Opinie

Onverdoofd slachten niet te rijmen met joodse voorschriften

In zijn pleidooi voor onverdoofd koosjer slachten (RD 15-12) beschuldigt rabbijn Evers de Partij voor de Dieren ten onrechte van misleiding, stelt Marianne Thieme.

20 December 2010 15:21Gewijzigd op 14 November 2020 12:58
Thieme treedt terug als verenigingsvoorzitter van de Partij voor de Dieren. Foto ANP
Thieme treedt terug als verenigingsvoorzitter van de Partij voor de Dieren. Foto ANP

Rabbijn Evers brengt een heuse emeritus toxicoloog in stelling om een giftig stukje te schrijven over het pleidooi van de Partij voor de Dieren om het onverdoofd ritueel slachten te verbieden. Op geen enkele manier wordt in zijn betoog echter duidelijk met welke reden men een dier onverdoofd zou moeten slachten.

Er zijn tal van joodse voorschriften die aangeven dat dieren uit de bio-industrie onmogelijk kunnen leiden tot koosjere producten. De methoden in de intensieve veehouderij zijn immers volkomen in strijd met bijvoorbeeld de eis geen levend schepsel pijn te laten lijden. Joodse voorschriften gebieden nadrukkelijk rekening te houden met de gevoelens van dieren. Zo is het verboden een nest uit te halen in het bijzijn van de moedervogel (Deut. 22:6-7). Ook mag een kalf, lam of geitje niet voor de achtste dag bij de moeder worden weggehaald of tegelijk met de moeder op één dag worden geslacht (Lev. 22:26-27).

De conservatieve rabbijn Klein heeft eens geopperd dat de uitvoerige spijswetten vooral bedoeld zijn om een vegetarische leefstijl te promoten. Het eten van vlees is volgens deze rabbijn een concessie aan de mens. Vegetarisme is overduidelijk eerste keuze.

De grote schandalen die keer op keer worden vastgesteld bij Agriprocessors, de grootste koosjere slachter van de Verenigde Staten, geven aan dat er veel mis is bij koosjere slachthuizen. De praktijk staat ver af van de theorie van rabbijn Evers.

In plaats van zich druk te maken over welzijnseisen voor dieren die in koosjere slachthuizen worden gedood, pleit rabbijn Evers slechts voor het bloedige ritueel van de halssnede. Hij plaatst de perfecte uitvoering daarvan tegenover de onvolkomen toepassing van verdoofde slachtmethoden. Dit is appels met peren vergelijken. De rabbijn maakt een zinnige discussie zo vrijwel onmogelijk.

Het verwijt van „obsessieve oogklepperij” draagt daar evenmin aan bij. De rabbijn is overduidelijk boos. Dat vertroebelt de kracht van zijn argumenten.

Onbehoorlijk

Echt onbehoorlijk is de suggestie dat de validiteit van de uitvoerige onderzoeken van Wageningen UR naar onverdoofd ritueel slachten in twijfel getrokken zou kunnen worden. Een toxicoloog die al jaren met emeritaat is en niet in Wageningen maar in Leiden doceerde, is niet in de positie om onderzoek buiten zijn eigen vakgebied te diskwalificeren.

Een rabbijn die anders meent is te kwader trouw. Ik las vorig jaar in dagblad Trouw een behartigenswaardig artikel van de hand van rabbijn Evers waarin hij uiteenzet hoe de joodse traditie denkt over roddel en kwaadsprekerij. Ik citeer hem hier graag: „Lesjon hara, oftewel een kwade tong, is volgens de joodse traditie een van de grootste zonden. Slecht over iemand denken, om vervolgens dit denken in woorden te uiten, is de basis van corruptie. Corruptie is de rot van een samenleving. En dat is precies wat kwaadspreken doet.”

De auteur is fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer