Nederland drukker, ouder en internationaler
RIJSWIJK (ANP) – De Nederlandse bevolking wordt de komende decennia steeds groter, ouder en internationaler. Dat blijkt uit de jongste bevolkingsprognose die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag heeft bekendgemaakt. De genoemde ontwikkelingen waren al langer bekend, maar zullen volgens CBS-demograaf Jan Latten intensiveren. „Het komt er heel anders uit te zien”, voorspelde hij in een toelichting.
De omvang van de Nederlandse bevolking blijft voorlopig toenemen en piekt naar verwachting rond 2040 op 17,8 miljoen inwoners. Nu zijn dat er 16,7 miljoen. „Er wordt al wel gesproken over krimp, maar dat is vooral een regionaal fenomeen”, aldus Latten. Vanaf 2040 voorziet het CBS wel een beperkte afname tot 17,7 miljoen inwoners in 2060.
Immigratie levert een belangrijke bijdrage aan de groei. Er wonen nu 3,4 miljoen allochtonen in Nederland. Dat zullen er in 2060 naar verwachting 5,4 miljoen zijn. De autochtone bevolking zal naar verwachting vanaf 2025 krimpen. Het CBS voorziet dat in 2060 ruim 30 procent van de bevolking van allochtone afkomst is, tegen 21 procent nu.
Het tempo van de vergrijzing zal de komende jaren verdubbelen. In de periode 2011-2015 komen er een half miljoen 65-plussers bij. In de afgelopen periode van vijf jaar ging het nog om een kwart miljoen mensen. De versnelling komt doordat de grote babyboomgeneraties, geboren na de Tweede Wereldoorlog, de komende jaren 65 jaar worden. In 2040 zijn naar verwachting 4,6 miljoen mensen, een kwart van de bevolking, 65 jaar of ouder. Pas daarna zet een daling in van het aantal ouderen.
Door de vergrijzing daalt het aantal mensen dat kan werken. Met hoe veel, is afhankelijk van de ontwikkelingen van de pensioengerechtigde leeftijd. Als die gelijk blijft, zal de potentiële beroepsbevolking in 2040 met 800.000 zijn gedaald. Bij een pensioenleeftijd van 66 jaar in 2040, blijft de afname beperkt tot 600.000, en bij 67 jaar tot 400.000 werkenden.
Mensen gaan naar verwachting ook langer leven na hun 65e. Mannen die geboren zijn in 1946 hebben volgens de nieuwste prognose na hun pensioen gemiddeld nog negentien levensjaren voor de boeg, vrouwen 22. Vergeleken met de generatie die geboren is in 1930, zijn dat drie extra jaren voor mannen en twee voor vrouwen. Voor mannen en vrouwen geboren in 1960 komt daar naar verwachting nog een jaar bij.